In Nederland is het steeds populairder om zelf een uitvaart vorm te geven in plaats van vast te houden aan al dan niet religieuze tradities. In Amsterdam is deze trend nog sterker dan in de rest van Nederland. Van een boottocht met de overleden geliefde over de grachten tot een zelf beschilderde kist, het gebeurt allemaal. Dat concluderen Claudia Venhorst en Brenda Mathijssen, beide als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Thanatologie (leer voor de doodsverschijnselen) in Nijmegen.
Nieuwe rituelen
‘‘In andere delen van Nederland, bijvoorbeeld in het zuiden, zijn veel rituele verzorgers actief’’, zegt Mathijssen. Zij houden zich bezig met de invulling van de uitvaart en verzorgen bijvoorbeeld de inhoud van de speeches. Dit in tegenstelling tot uitvaartondernemers, die zich puur bezighouden met praktische zaken. ‘‘In Amsterdam is vrijwel geen behoefte aan rituele verzorgers. Mensen bepalen liever zelf hoe zij de uitvaart van een dierbare vormgeven.’’
Volgens Carla van der Elst van De Nieuwe Oosterbegraafplaats in Watergraafsmeer is het gebruik om eigen rituelen te hanteren tijdens een uitvaart ontstaan in Amsterdam. ‘‘In de jaren tachtig van de vorige eeuw kregen veel jonge Amsterdammers aids. Zij beseften dat het leven kort was en wilden samen met vrienden het leven vieren.’’ Een traditionele uitvaart paste niet bij hen en daarom hanteerden zij hun eigen uitvaartrituelen.
In 1994 maakte Van der Elst voor het eerst mee dat iemand die aan aids gestorven was op een plank en met een lijkwade over het gezicht begraven wilde worden. ‘‘Dat vonden wij toen heel bijzonder.’’ Inmiddels bestaan er ook Amsterdamse rituelen. Zo vragen mensen of ‘Aan de Amsterdamse grachten’ op het orgel gespeeld kan worden vanwege de draaiorgelcultuur in Amsterdam. Ook draperen voetbalfans vaak een vlag van Ajax over de kist van hun dierbare.
Mondige Amsterdammers
Amsterdammers bepalen liever hun eigen rituelen dan andere Nederlanders, omdat zij mondiger zijn, zo denkt Hester Hobbelink van Hier en Hierna Uitvaartverzorging. Zij maakt vaak mee dat nabestaanden de uitvaartplechtigheid niet in een aula willen, maar op een zelfgekozen plaats. ‘‘Vaak is dat een plek waar de overledene graag kwam, zoals een restaurant of een theater’’, zegt Hobbelink. Soms wordt gekozen voor een typisch Amsterdamse locatie, zoals theater Carré.
In 1986 werd de kist van kunstenaar Walter Glück, ook wel hippiekoning Victor IV genoemd, op een met stro bedekt vlot naar begraafplaats Zorgvlied gevaren. Dit was zo bijzonder, dat mensen op straat bleven staan om te kijken, zegt Van der Elst. Nu is het gebruikelijk dat Amsterdammers vragen of zij per boot naar de begraafplaats vervoerd kunnen worden, vertelt uitvaartondernemer Merel Westermann. ‘‘Dit is een populair begrafenisritueel onder Amsterdammers.’’
Multicultureel uitvaartcentrum
In mei 2017 opent een multicultureel uitvaartcentrum in Amsterdam-Zuidoost zijn deuren. Het is de bedoeling dat mensen uit alle culturen hier hun eigen uitvaartrituelen kunnen handhaven. ‘‘Nu is het zo dat er verschillende uitvaartcentra bestaan voor verschillende culturen. De gemeente Amsterdam hoopt dat mensen uit verschillende culturen zich ook met elkaar verbonden voelen als het om de dood gaat’’, zegt Mathijssen. ‘‘De medewerkers van het multiculturele uitvaartcentrum zullen kennis hebben van alle uitvaartrituelen binnen alle culturen.’’
Ook De Nieuwe Oosterbegraafplaats wil diversiteit uitstralen. Een gedeelte van de begraafplaats heeft de vorm van een streepjescode, waarbij ieder stukje grond, ieder streepje, een eigen uitstraling heeft. ‘‘De strookjes grond zijn even veelkleurig als de Amsterdammers zelf’’, zegt Van der Elst. ‘‘We willen hiermee aangeven dat iedere Amsterdammer uniek is en zijn eigen tradities heeft. De echte Amsterdamse traditie bestaat eigenlijk niet.’’