Zo’n honderdvijftig mensen demonstreerden dinsdagmiddag voor de deur van het Amerikaanse consulaat aan het Museumplein tegen de ‘muslim ban’ van president Donald Trump
Rhon Reynolds werd zondagochtend wakker, zag op Facebook dat al zijn Amerikaanse vrienden de straat op waren gegaan en besloot: dit wil ik ook. De Amsterdamse Amerikaan belde de politie, regelde een vergunning en plaatste snel een oproep op Facebook. “Kom demonstreren tegen de ‘muslim ban’ van president Donald Trump!” Zo’n honderdvijftig mensen gaven er dinsdagmiddag, voor de deur van het Amerikaanse consulaat aan het Museumplein, gehoor aan.
Vanaf een afstandje kijkt de tweeëndertigjarige Fatima toe. Ze leunt tegen een plantenbak, heeft haar handen in haar zakken en neuriet af en toe mee met de protestleuzen. Ze wacht op haar zwager, een Amerikaan, die bij het consulaat een nieuw paspoort aanvraagt. Ze maakt zich zorgen over het inreisverbod dat Trump vrijdag per decreet instelde. “Mijn zus woont in Amerika, maar is nu terug omdat ze zwanger is. We zijn bang dat ze straks Amerika niet meer in mag”, zegt de part-time medewerker van een kinderopvang. “Wat als straks alle moslims het land niet meer in mogen? Het is goed dat deze demonstratie er is, toevallig net nu ik hier ben”, aldus de moslima.
Even verderop komt Christine, een zevenentwintigjarige student in Delft, het Amerikaanse consulaat uitgelopen, waar ze haar Amerikaanse paspoort verlengde. “Hoe kan iemand zo’n plan ondertekenen? Hoe kunnen mensen dit steunen? Ik ben te verward om echt boos te kunnen zijn. Wat is het doel? Ik begrijp er niks van”, zegt ze. De Amerikaanse komt oorspronkelijk uit New Jersey en stemde in de Democratische voorverkiezingen op Bernie Sanders. “In de algemene verkiezingen stemde ik niet. Hillary, the lesser evil? Tja, ik denk niet dat mijn stem uitgemaakt had, want ik woonde niet in een swing state. Mijn stem zou gewoon één van de vele pro-Clinton stemmen zijn in een staat die ze toch wel zou winnen.”
Organisator Reynolds neemt ondertussen het voortouw bij de demonstratie. Voor het hek van het Amerikaanse consulaat zet hij protestleuzen in, die de ongeveer honderdvijftig demonstranten vervolgens meezingen. Af en toe sluiten voorbijgangers zich aan, zoals de zevenenvijftigjarige Frans, “gewoon boos op Trump”, die toevallig voorbijfietste. De demonstratie verloopt in goede sfeer en valt geen moment stil. Veel demonstranten dragen protestborden, kartonnen vellen waar snel een slogan op geschreven is. “Love Trump Hates”, staat er op eentje. “No Trump, no KKK, no fascist USA”, staat er op een ander bord.
Af en toe houdt Reynolds een korte toespraak. “Dit is een beweging van mensen, niet van organisaties. Een beweging voor rechten. Moslim-rechten zijn mensenrechten!” De demonstranten klappen. “Ik ben een Amerikaan, ik ben een migrant, en vele andere dingen”, zegt hij. “En een mens!”, roept iemand in het publiek. Gejoel. Rose, een Amerikaanse expat, neemt het woord. Ze zegt pas net in Amsterdam te wonen. “Welkom!”, roept een man in het publiek. Wederom gejoel en applaus.
Als de demonstratie rond twee uur ten einde is, netjes volgens de vergunning, kijkt Reynolds trots uit z’n ogen. Waarom hij demonstreert? Al z’n vrienden in Amerika gingen de straat op, dus moet hij ook. “Ik ben overjoyed and overwhelmed met de opkomst. Ook als er maar twee mensen waren gekomen, was ik tevreden geweest”, zegt hij. “Ik ben een Amerikaans burger, en een Europeaan. Veel mensen vragen zich af: doet politiek er nog wel toe? Natuurlijk doet het ertoe!”, en hij wijst naar het consulaat. “Weet je”, zegt hij, “ik wil ook gewoon niet dat wat er nu in Amerika gebeurt ook in Nederland gebeurt, als jullie straks in maart hebben gestemd. Dump the Dutch Trump!” Met een lach op zijn gezicht geeft hij mede-demonstranten een knuffel.