Steeds minder kinderen in Amsterdam doen aan schoolzwemmen. In de afgelopen vijf jaar is het aantal scholen dat aan schoolzwemmen doet met ruim een kwart afgenomen, blijkt uit cijfers van de gemeente Amsterdam. Hoe komt dit?
Amsterdam telt 225 basisscholen, waarvan er 145 meedoen aan schoolzwemmen. Vijf jaar geleden waren dit nog 183 scholen. In het centrum van de hoofdstad doen de minste scholen aan schoolzwemmen. Slechts een kwart van de basisscholen biedt deze mogelijkheid aan. Het aantal leerlingen met een zwemdiploma is wel gelijk gebleven in de afgelopen vijf jaar.
Uit een rondvraag van de redactie bij enkele basisscholen in het centrum blijkt dat veel kinderen al een zwemdiploma hebben gehaald, voordat schoolzwemmen in groep vijf begint. Volgens basisschool De Burght weet de groep hoogopgeleide ouders, die het meest vertegenwoordigd zijn in het centrum, vaak zelf de weg naar het zwembad te vinden. “Sommige kinderen hebben tegen die tijd zelfs al een D-diploma. Het schoolzwemmen heeft dan geen nut meer”, aldus de school. “Zwemlessen zijn erg duur”, vult de Theo Thijssenschool aan. “Veel hoogopgeleide gezinnen hebben het geld om de lessen zelf te betalen.”
Ook zijn er logistieke redenen om het schoolzwemmen af te schaffen. Een bezoek aan het zwembad past meestal niet in het drukke lesprogramma. De Boekmanschool legt uit: “We besparen nu veel tijd. Je bent zo de hele middag kwijt aan schoolzwemmen, met vervoer en omkleden erbij.”
Nog geen tien kilometer verderop, in Amsterdam Zuidoost, is de situatie compleet anders. Hier wordt nog op 88 procent van de basisscholen schoolzwemmen gegeven. Volgens basisschool De Brink is dit van groot belang. “We hebben veel leerlingen zonder zwemdiploma. Als wij de zwemlessen niet aanbieden is de kans groot dat zij hun zwemdiploma nooit halen.”
Basisschool De Brink is net als basisschool Samenspel een erg diverse school. “Op Samenspel zitten veel kinderen van ouders met een migratieachtergrond. Zij weten vaak niet hoe zij hun kinderen zelf op zwemles moeten doen. Daarnaast ontbreekt het hen doorgaans aan financiële middelen.”