Van stadsgrenzen tot taalbarrières, Amsterdam kent vele grenzen. In de rubriek Grenzeloos Amsterdam kijkt NAP Nieuws verder. Vandaag aflevering 3: Gerios, een Syrische vluchteling, leert jumpen, als onderdeel van zijn inburgering in Nederland.
Daar staan we dan. Muziek van Jekyll & Hyde aan en jumpen. Ik vier vandaag mijn verjaardag en heb vrienden van de middelbare school uitgenodigd. De meeste ken ik al zo’n 10 jaar. Er is één nieuweling in de groep: Gerios, een Syrische vluchteling.
Halverwege 2015 besloot hij vanwege de oorlog Damascus te verlaten en naar Nederland te vluchten. Na zo’n vijf keer verhuisd te zijn, kwam hij afgelopen oktober op de NDSM-werf in Amsterdam-Noord terecht. In dat studentencomplex woon en werk ik als begeleider van statushouders. Ik ontvang de vluchtelingen na aankomst en help ze met vragen en problemen. Gerios had weinig hulp nodig. Hij wilde juist hulp bieden aan zijn ‘onbekende vrienden’. Hij werd mijn collega.
Inmiddels zijn we ook goede vrienden. Vaak komt hij thee drinken. Dan ondervraagt hij mij over Nederland. “Wat moet ik doen om mensen te laten geloven dat ik echt iets wil toevoegen aan dit land?” Nooit had ik echt een antwoord. De verkiezingsslogan van de VVD doet vermoeden dat het allemaal niet zo ingewikkeld is: “Normaal. Doen.”
Hij wil heel graag leren over Nederland, Amsterdam in het bijzonder. Onbewust is hij al verder in zijn integratie dan hij zelf denkt. Als Barcelona of Ajax speelt, belt hij me op. Of we samen kunnen kijken. Dan hemelt hij alle jonge talenten op en praat hij vol lof over het totaalvoetbal. Soms kan ik hem volgen. Vaak ook niet. Ik vermoed dat zijn Cruijffiaans momenteel nog beter is dan zijn Nederlands.
“Waarom zijn we ooit gestopt met jumpen?” Terwijl wij onze jeugd herbeleven, kijkt Gerios vermakelijk toe. Toch even meedoen. Mijn vrienden hadden bedacht dat jumpstyle een essentieel onderdeel was van onze culturele geschiedenis en dus bij de inburgering hoorde. Nog zwaar ademend vraagt een vriend om een typisch Syrische dans. Dat komt later wel. Eerst wil Gerios weten of er ook typische Amsterdamse muziek is. “Ken je Hazes nog niet?”, vraagt een van mijn vrienden.
Na het hele oeuvre van de volkszanger doorgewerkt te hebben, gaat de muziek even wat zachter. “Wat vind je eigenlijk van Amsterdam?”, vraagt een vriendin. “Ik houd van Mokum” Gerios heeft inmiddels half Nederland gezien: van Den Haag tot Maastricht en van Den Helder tot Assen. Hij is tot de conclusie gekomen dat Amsterdam de beste plek voor hem is. “Je wil toch niet in een dorp als Den Haag wonen. Niks te beleven.” Met dat antwoord is de integratie gelukt als je het mij vraagt. Ik hoor een Amsterdammer praten.