Een taxi stopt aan de Haarlemmerdijk voor The Movies. Na een wandelstok volgt een lange man, Glenn Helberg. Vanavond draait de voor acht Oscars genomineerde film Moonlight (Barry Jenkins): een coming-of-age film die de thema’s homoseksualiteit, zwarte identiteit en het opgroeien in een ruige buurt behandelt. Thema’s die grotendeels ook in Helbergs leven spelen. Helberg manoeuvreert zich met zijn stok elegant door het doolhof van fietsen. “Ik had niet verwacht dat zo’n mooie jonge dame me zou opwachten.”
Op zeventienjarige leeftijd verhuisde Helberg van Curaçao naar Nederland voor een studie geneeskunde. Hij specialiseerde zich in kinder- en jeugdpsychiatrie. Daarnaast zette hij zich in voor zowel de homo-emancipatie als de antilliaanse gemeenschap. In 2013 ontving Helberg een koninklijke onderscheiding. Onder meer voor de eerste Arubaans-Antilliaanse Canal Pride boot die hij initieerde.
De uitverkochte filmzaal is 151 minuten muisstil. Tijdens de aftiteling droogt Helberg zijn tranen in zijn kraag. “Bij de zin ‘Je bent de enige die me ooit heeft aangeraakt’ schoot ik vol. Het ontroerde me dat de hoofdpersoon tien jaar heeft moeten wachten tot hij zijn diepste verlangens kon uiten.”
In de foyer vertelt Helberg hoe hij zelf met deze verlangens is omgegaan.
Coming-of-age
“Ik had al vroeg door dat ik op mannen viel.” De enige reden dat Helberg zich zorgen maakte om zijn homoseksualiteit was dat hij kinderen wilde. “Homoseksuelen kunnen geen kinderen krijgen, zei men.” “Ik ging met meisjes naar bed, omdat dat van me verwacht werd, maar mijn gevoel lag bij jongens.” Na een zomer bij zijn begripvolle vader in Curaçao besloot Helberg dat het tijd was zijn homoseksualiteit te ontdekken.
Uiteindelijk was hij naar eigen zeggen de eerste homoseksuele man die bewust met deze identiteit voor kinderen koos. Samen met een lesbische vriendin kreeg hij twee zonen. “Ik heb al een zoon van 30, dan weet je dat je oud bent.”
Masculiniteit
Volgens regisseur Barry Jenkins levert de film commentaar op de mythe dat masculiniteit in de zwarte gemeenschap haaks staat op homoseksualiteit. Hoofdpersonage Chiron heeft iets hards, terwijl hij tegelijkertijd snel geëmotioneerd raakt. Hij ontwikkelt zich tot baas in de drugswereld waar hardheid en mannelijkheid voorop staan. Hiermee voldoet hij niet aan het stereotype beeld van een homo.
Ook Helberg stelt dat hoe een individu zijn seksualiteit beleeft, niets te maken heeft met man-zijn. “De vraag is ‘hoe verhoud ik me tot mijn eigen seksualiteit. “De film laat zien hoe je je tot jezelf mag verhouden, tot je man-zijn en tot je seksualiteit. Het laatste taboe wordt in de film doorbroken.”
“In de film werd zachtheid tussen mannen getoond. Zachtheid hoort niet bij een zwarte man, denkt men, seks wel. Een zwarte man is lui, dom, hyperseksueel. De film breekt met dit idee. Het personage Juan werd bijvoorbeeld helemaal niet op een seksuele manier neergezet ten opzichte van zijn vriendin.”
Benoemingsstress
‘Ben ik een flikker?’, vraagt Chiron als kleine jongen. ‘Nee’, antwoordt Juan. ‘Je zou best gay kunnen zijn, maar je mag niet toestaan dat iemand je een flikker noemt.’ Helberg noemt dit een voorbeeld van zijn concept benoemingsstress. “Wat een prachtige uitspraak.”
Volgens Helberg is er in de homowereld veel sprake van benoemingsstress. “Wij noemen onszelf gay. Dat betekent vrolijk. Maar anderen voegen daar negatieve woorden aan toe: flikker, mietje… Dus je zelfbeeld bestaat niet alleen uit wat je van jezelf vindt, maar ook uit welke negativiteit daar aan verbonden wordt door anderen.”
Kolonialisme
Volgens Helberg staat er nog een belangrijk thema in de film centraal: de verhouding tussen homoseksualiteit en de zwarte cultuur. “In Afrikaanse en inheemse-Amerikaanse culturen was het gebruikelijk te spelen met gender rollen en seksualiteit. Kolonisten zagen dat en dachten ‘deze mensen leven in zonde, we moeten ze hiervan bevrijden.’ Nu gaan we naar die landen met onze ‘Westerse’ idealen om ze te bevrijden van antihomoseksuele denkbeelden.”
Helberg staat op om met zijn handen een ladder uit te beelden. “Wat betreft superioriteit staat de zwarte man helemaal onderaan de ladder. Bovenaan staat de witte man, dan de witte vrouw, dan de zwarte vrouw en dan pas de zwarte man. En daaronder nog de homoseksuele zwarte man.”