De Vereniging van Universiteiten (VSNU) vindt het “raar” om wetenschappers te vragen naar hun politieke kleur. De vereniging reageerde donderdag op het voorstel van Pieter Duisenberg (VVD) om een onderzoek in te stellen naar de politieke voorkeuren van wetenschappers. De politicus vreest voor “politieke homogeniteit”, zei hij woensdag tijdens een algemeen overleg in de Tweede Kamer over hoger onderwijs en wetenschapsbeleid.
De Universiteit van Amsterdam (UvA) zegt dat zaken als religie en politieke voorkeur “niet in personeelsdossiers” staan. “Het gaat mijn collega’s toch niets aan wat ik stem?”, zegt een woordvoerster. Rianne Kouwenaar, woordvoerster van de VSNU, zegt dat “de wetenschap ervan uitgaat dat onderzoekers vanuit hun vakgebied werken. Niet vanuit hun politieke voorkeur.”
Volgens Kouwenaar bestaat er in de wetenschap een “sterk systeem waarin onderzoekers elkaar de maat nemen. Waar baseer je je argumenten op? Waar komt dit vandaan? Er is ruimte voor vragen en voor verschillende meningen, gebaseerd op wetenschappelijke argumenten. Dat maakt de wetenschap onafhankelijk.”
Deze reacties komen overeen met het antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, PvdA). Volgens de minister moeten universiteiten geen “politiek correcte instituties” worden.
De onafhankelijkheid van wetenschappers was vorige week ook al in opspraak, toen de UvA een onderzoek instelde naar een wetenschapster die op internet zou sympathiseren met jihadisten, waarna Kamervragen volgden.