Zondagmiddag schaatste Ireen Wüst met een krans om haar nek door Thialf. In haar ereronde werd ze vergezeld door Ronald Mulder, Marije Joling en Jan Blokhuijsen. Zij wonnen de nationale titels op de sprint en allround. Andere vedetten, waaronder Sven Kramer en Kjeld Nuis, lieten het toernooi aan zich voorbij gaan. Oud-wereldkampioen 1000 meter schaatsen, Barbara de Loor, bekeek het toernooi voor NAP Nieuws vanaf de tribune. Vooral één man bleef de Amsterdamse bij: Patrick Roest. “Een zeer talentvolle jongeling die echt kan allrounden.”
Barbara, wie heeft jou het meest weten te verrassen?
“Patrick Roest, wat reed hij een sterk toernooi. Hij werd tweede achter Blokhuijsen, maar als talent van 21 jaar is hij een man voor de toekomst. Afgelopen weekend waren zijn 500 en vooral 1500 meter van heel hoog niveau. Met zijn kwaliteiten op de korte afstanden benadert hij het allrounden anders dan ploeggenoot Kramer. Die moet het vooral van de lange afstanden hebben. Als je nog zo jong bent zal het op de lange afstanden ook beter worden. Vaak genoeg rijden en daarmee ervaring opdoen, dan komt het vanzelf. Bovendien, als je bij Kramer in de ploeg zit, kan je het van de meester zelf leren.”
“Roest is momenteel een van de weinigen die het allrounden echt beheerst. Hij is fris, sterk en technisch heel goed. Bovendien zit hij bij de juiste ploeg. Zijn trainer Jac Orie weet heel goed om te gaan met individuele jonge schaatsers. Hij zit in dezelfde ploeg als Kramer, maar is natuurlijk minder belastbaar. Onder de begeleiding van Orie zal je als talent niet kapot getraind worden. Als ik nu naar de rest van de schaatswereld kijk, kan ik niemand van zijn generatie bedenken die zo veel potentie heeft. Hij zou zomaar de opvolger van Sven Kramer kunnen worden.”
Wat was voor jou de race van het weekend?
“Dat was de race van Carlijn Achtereekte op de 5 kilometer. Voor deze afstand stond zij nog zesde in het klassement. Na haar sterke race (07:00:89) stak ze de een na de ander voorbij. Uiteindelijk eindigde ze met een bronzen medaille. Juist dat is wat het allrounden zo mooi maakt. Voor de laatste afstand kijkt een schaatser naar de verschillen in het tussenklassement, rekent deze door en bedenkt wat er mogelijk is. Vervolgens kan iemand als Carlijn beginnen aan een inhaalrace. Dat tactische spel maakt het allrounden zo vermakelijk.”
Tot slot, wat viel je op bij het sprinten?
“Vooral dat Wüst daar zo makkelijk weet te winnen. Al is dat voor de kenners misschien geen verrassing. Haar 1000 meters waren uitstekend afgelopen weekend. Ze is daarin heel stabiel momenteel. Daarmee weet ze de titel binnen te halen. Je kan je wel afvragen wat de uitslag was geweest als Jorien ter Mors had meegedaan aan het sprinttoernooi. De dames die afgelopen weekend wel deelnamen, hebben simpelweg het niveau niet om mee te doen voor de titel.”
“Wüst is natuurlijk geen pure sprintster. Tijdens een NK in Heerenveen kom je dan nog weg met een minder snelle 500 meter. Op het snelle ijs van Calgary, waar eind februari het WK Sprint plaats vindt, heeft ze geen kans. Zeker niet tegen de mondiale sprinttop.”