AMSTERDAM – “Nieuwsbulletins op tv doen het goed. Maar voor hoelang nog?”, vraagt RTL-baas Harm Taselaar aan NOS-baas Marcel Gelauff in een interview voor Villamedia. En het ‘8-uur moment’, zal dat snel verleden tijd zijn? Over vijf jaar nog niet, denkt Gelauff, maar tien jaar verder durft hij niet te voorspellen.
Steeds meer mensen kijken niet-lineair televisie. Dat wil zeggen: programma’s op een ander tijdstip kijken dan ze worden uitgezonden. Uitgesteld kijken is volgens Stichtging Kijkonderzoek in de afgelopen zes jaar vervijfvoudigd. Mensen nemen programma’s op via digitale opnameapparatuur en kijken uitzendingen on-demand of online. Wat heeft dit voor gevolgen voor het televisiejournaal in 2030?
Het journaal blijft
Er kijken nog veel mensen naar het live-journaal, zegt Alexander Pleijter. Hij is lector ‘journalistiek en innovatie’ aan de Fontys Hogeschool Journalistiek. Het achtuurjournaal op NPO1 trekt tussen de 2 en 3 miljoen kijkers, maar dit zijn vooral kijkers rond de 40 of 50 jaar. Jongeren volgen het nieuws op het internet. Pleijter: “De gewoontes bij de nieuwe generaties veranderen, maar dat ga je pas zien als de oudere generatie wegvalt en de jongere generatie de overhand neemt.”
De behoefte aan een moment waarop het belangrijkste nieuws met enig gezag wordt samengevat, blijft volgens Irene Costera Meijer wel bestaan. Dat maakt de voortdurende nieuwsstroom inzichtelijker. Dat journaal hoeft niet per se op één tijdstip te zijn, aldus de hoogleraar Journalistiekwetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij geeft sinds 2013 leiding aan een 5-jarig onderzoek naar veranderend nieuwsgebruik. “Ik kan mij voorstellen dat die uitzending vanaf acht uur beschikbaar is en vanaf tien uur wordt geüpdatet.”
Virtual reality
Toch zal de doelgroep van het journaal kleiner worden als zij de jongeren niet weet aan te spreken. Kinderen gaan niet meer voor de tv zitten om nieuws te kijken, aldus trendwachter Sander Duivestein. Zij verzamelen hun eigen nieuws. “Wil je die doelgroep bereiken, dan zal je technologie moeten gebruiken die hen aanspreekt.” Duivestein denkt daarbij voornamelijk aan virtual reality, dronejournalistiek en nieuwsbots die mensen bijpraten via een chatapp. Deze nieuwe soorten journalistiek zullen volgens Duivestein een aanvulling zijn op het huidige televisiejournaal.
Om in een virtuele schijnwerkelijkheid te belanden, heeft de kijker alleen een smartphone en een Google Cardboard nodig. Volgens virtual reality-expert Gijs Molsbergen zijn er twee vormen van virtual reality: 360 graden opnames van bestaande gebeurtenissen en gesimuleerde reconstructies. Als voorbeeld noemt Molsbergen de virtuele weergave van de herdenkingsbijeenkomsten na de aanslagen in Parijs. De presentatoren van het journaal zouden na een item de kijkers kunnen oproepen om de site of app te bezoeken voor een virtuele beleving van het nieuws.
AT5 in ontwikkeling
Het kijkerspubliek heeft meer behoeftes. Trendwatcher Duivestein: “Duiding is heel belangrijk. Mensen nemen vaak foute berichten voor waar aan. Het wordt belangrijker dat kijkers het journaal kunnen vertrouwen dat zij de juiste informatie brengen.”
Voor lokale nieuwsorganisaties als AT5 is het volgens Costera Meijer van belang dat zij burgers oproepen ooggetuigenverslagen te delen. Bovendien verlangen kijkers naar meerdere (niet-witte) perspectieven, verschillende vertelvormen en humor, aldus de hoogleraar.
Met ooggetuigenverslagen is AT5 al lang bezig, zegt adjunct-hoofdredacteur Hélène Pronk. Opgestuurde filmpjes publiceren zij op de website en zenden zij ook uit in de nieuwsuitzending. Op dit moment vinden er nieuwe ontwikkelingen plaats bij AT5 Nieuws, al kan Pronk daar nog weinig over zeggen. “We zijn bezig tv en online te integreren. We gaan Facebook en WhatsApp integreren in de uitzending. De presentatievorm is nog in ontwikkeling.” De nieuwsuitzending blijft bestaan, maar wordt na de zomer interactiever.
Het is niet duidelijk of AT5 Nieuws over vijftien jaar nog op televisie is. Pronk: “We staat altijd open voor ontwikkeling, maar bij AT5 speelt geld ook een rol.” Toch houdt ze alles voor mogelijk: “Als ze ervan uitgaan dat virtual reality een hit gaat worden, dan neem ik aan dat wij meedoen.”
Cijfers
– De laatste vijf jaar is het aantal huishoudens met een TV-toestel met internetverbinding meer dan verdubbeld.
– In 2010 had 8,5 procent van de Nederlandse huishoudens toegang tot internet, in 2014 was dat 22,2 procent.
– Het aandeel uitgesteld kijken is vervijfvoudigd in de afgelopen zes jaar.
– Bron: Stichting Kijkonderzoek.