AMSTERDAM – Amsterdam is een stad met meer dan 180 nationaliteiten, maar van die diversiteit is in het basisonderwijs vaak weinig te merken. Volgens de meest recente cijfers van het gemeentelijk statistisch bureau O+S uit 2011 vormen bijna veertig Amsterdamse basisscholen geen afspiegeling van de wijk. Een belangrijke oorzaak is de ‘witte vlucht’. Blanke, hoogopgeleide ouders kiezen niet voor een school in de buurt met veel kinderen uit een lage sociaaleconomische klasse, maar vluchten naar een school verderop.
Het nieuwe centrale aanmeldingsbeleid van Onderwijswethouder Simone Kukenheim (D66) zou het volgens sommige basisscholen alleen maar moeilijker maken om te mengen. Maar keuzevrijheid voor ouders is volgens Kukenheim heilig. Zij wil geen strikt beleid voeren om scholen gemengder te maken.
Guido Walraven (60), coördinator van het Landelijk Kenniscentrum Gemengde Scholen, vindt dat jammer. Hij is woensdagavond te gast in De Nieuwe Liefde, waar het onderwerp weer op tafel komt. “Het is een complex en ingewikkeld probleem. Mensen weten er niet zo snel raad mee.”
Hoe kan het dan dat het lijkt alsof er de laatste jaren niets is veranderd?
“Dat heeft te maken met drie factoren. De schoolbesturen praten al een jaar of zes, maar ze kunnen niet op een lijn komen over hoe ze dit probleem willen aanpakken. Ze zijn bang dat hun autonomie in de selectie verdwijnt.
De gemeente speelt ook een rol. Zij heeft onder meer als taak de leerlingenstroom te reguleren, vaak in samenwerking met schoolbesturen. In praktijk komt dat er op neer dat er niets gebeurt of ze besluiten het maken van beleid een jaar uit te stellen.
En dan ouders. 80 tot 90 procent van de ouders vinden gemengde scholen een sympathiek idee. Maar op het moment dat hun kind drie is en ze moeten nadenken over de schoolkeuze, zeggen ze bijvoorbeeld: ‘ik ben voor gemengde scholen, maar mijn kind is heel geschikt voor montessorionderwijs. En de dichtstbijzijnde montessorischool is toevallig wit met kinderen van hoogopgeleide ouders.”
Ouders vinden gemengde scholen belangrijk, maar het is niet van doorslaggevend belang.
“Precies. Dat resulteert in keuzevrijheid op individueel niveau en onderwijssegregatie op collectief niveau.
In Amsterdam heeft de D66-wethouder die keuzevrijheid hoog in het vaandel staan. Zij wil schoolbesturen aanspreken op hun verantwoordelijkheid om van de school een afspiegeling van de buurt te maken. Maar waarom kijken we niet naar desegregatiemaatregelen? Die stap is voor deze D66-wethouder te groot.”
U verwijt de wethouder gebrek aan doelgerichte actie. Wat moet zij dan veranderen?
“Ik zie twee opties. Als ouders hun kind graag naar een gemengde school willen sturen, moet het mogelijk zijn om dat aan te vinken bij de aanmelding. Bij voldoende kritische massa kun je met de gemeente en scholen kijken of je kinderen kunt onderbrengen op een school die wil mengen.
Een zwaardere optie is het voeren van een beleid zoals in Nijmegen. Die gemeente wilde dat er na vijf jaar een laagopgeleid/hoogopgeleid-ratio is die zoveel mogelijk overeenkomt met het ratio van de buurt. Je creëert dan dubbele wachtlijsten. Op het moment dat het percentage is bereikt, stuur je wachtlijstkinderen door naar een andere school. Zo dwing je meer gemengde scholen af.
Maar het mooie is dat die spelregel nauwelijks in praktijk gebracht is. Ouders zijn natuurlijk niet dom. Als ze weten dat er zo’n beleid wordt gevoerd en er een kleine kans is op die witte, homogene school, gaan ze verder kijken en komen ze vaak zelf al uit bij een gemengde school in de buurt.
Overigens maak ik daar nog wel een kanttekening bij. Als in een homogene buurt de school een afspiegeling van de buurt vormt, doorbreek je de segregatie niet. Maar het is een eerste stap.”
Zulk strikt gaat er de komende jaren in Amsterdam alleen niet komen.
“Nee, dat klopt. Maar als de gemeente ervoor zorgt dat ouders beter geïnformeerd worden of verleid worden verder te kijken, is dat al een stapje in de voor mij goede richting. Zolang dat niet gebeurt, is het jammer. Want segregatie heeft een negatief effect bij het voorbereiden van leerlingen op een pluriforme samenleving. Hoewel ik er altijd bij zeg dat dat een politiek punt is. Sommige mensen vinden die segregatie erg, sommige mensen minder.”