Amsterdam bouwt duizenden huizen, verwelkomt massa’s toeristen en biedt hulp aan vluchtelingen. De hoofdstad is populairder dan ooit, maar hoe gastvrij is zij? NAP onderzoekt het. Deze keer: de dames achter het raam.
CENTRUM – “We zijn nog pannenkoeken aan het bakken! Wil je er ook één?”, roept Mariska Majoor (47) als ik aarzelend de drempel over stap.
Het is zaterdagavond acht uur aan de voet van de Oude Kerk, midden op de Amsterdamse Wallen. Het pand is ingericht als ouderwetse prostitutiekamer. Donkerrode gordijnen hangen sierlijk voor het enorme raam. Aan de muur foto’s van uitdagend poserende vrouwen en een levensgrote schildering van het pand met prostituees achter de ramen vult de achterste muur.
Voormalig prostituee Mariska Majoor runt hier sinds 1994 het Prostitutie Informatie Centrum (PIC). Ze stopte als sekswerker om zich als ervaringsdeskundige in te zetten voor de branche. “We geven hier antwoord op alle vragen over sekswerk en behartigen ook de belangen van sekswerkers op de Wallen. De deur staat voor iedereen open.”
Het gesprek wordt onderbroken door gestommel bij de deur. Een donkere man in trainingsbroek komt binnenlopen. “Er is een… een raadslid van GroenLinks, die de Wallen wil sluiten”, stamelt hij. Paniek in zijn ogen. Mariska schiet in de lach. “Tien jaar geleden is dat een keer behandeld ja, maar dat was kansloos. De Wallen blijven gewoon bestaan hoor, je kunt weer rustig gaan slapen.” De man zucht opgelucht en verdwijnt.
Met de gastvrijheid zit het wel goed, maar hoe ga je als prostituee met je klanten om?
Terwijl ik die vraag stel knipt Mariska een schakelaar bij de deur om. Rood tl-licht omlijnt het raam. Ze schuift een hoge kruk met een zebraprint-kussentje voor het raam en wenkt me. “Houd je je kleren aan?”
Ik neem plaats. Mensen blijven staan en kijken nieuwsgierig naar binnen. Aan de rechterkant van het raam staat een lange blonde jongen. Mariska kijkt me van opzij aan, glinsterende ogen. “Ik herken meteen de potentiële klanten aan hun houding. Daar kijk je als eerst naar, niet naar het gezicht. Het is een spel. Een mix van aantrekken of afstoten.”
Er verschijnt een lachje om haar mond als ik haar nogmaals vraag naar haar eigen ervaringen. Mariska begon op haar zestiende in het vak. “Ik was erg zakelijk ingesteld. Geen conversaties en tijd was tijd. Ik zette ze meteen de deur uit. Broek nog op de enkels? Jammer. Dat heeft me wel wat vechtpartijen opgeleverd. Ik ben niet op mijn mondje gevallen.”
Nu geeft Mariska beginnende sekswerkers heel andere adviezen. Door gastvrij te zijn trek je de juiste klanten, de respectvolle. Ze vertelt over een oude man van tachtig die in de zomer op zijn fiets zo’n twintig kilometer aflegt om een vaste Zuid-Amerikaanse te bezoeken. “Daarna komt ie hier even uithijgen en een appeltaartje eten. Een hele lieve man die alleenstaand is. Die klanten zijn respectvol en daarmee ongevaarlijk. Met een afstandelijke houding jaag je hen weg.”
Inmiddels is zo’n 90 procent van de klanten op de Wallen toerist. “Je bent dus ook het visitekaartje van de stad. Je wilt dat ze terugkomen.”
Uit mijn linkerooghoek zie ik de lange blonde jongen opnieuw verschijnen. Een kort knikje. Mariska loopt grinnikend naar achter. “Je eerste klant, ben je klaar voor een carrièreswitch?”