Amsterdam bouwt duizenden huizen, verwelkomt massa’s toeristen en biedt hulp aan vluchtelingen. De hoofdstad is populairder dan ooit, maar hoe gastvrij is zij? NAP onderzoekt het. Deze keer: de ‘horecahosts’ op het Rembrandtplein.
CENTRUM – Drie aangeschoten Britse toeristen lopen over het Rembrandtplein. Even twijfelen de jongemannen, dan stappen ze op een leeftijdsgenoot af, gehuld in een rode jas met in grote witte letters ‘host’ achterop. “Where can we buy a bottle of vodka?” Randell Thorpe (25), teamleider van de aanwezige ‘horecahosts’, wijst ze de weg naar een avondwinkel aan het Waterloopplein. Het is iets na tienen en de werkdag van de twaalf aanwezige hosts is begonnen. Ze verspreiden zich in tweetallen over het plein en de zijstraten.
De horecahosts zijn in juli geïntroduceerd als onderdeel van een driejarige pilot om op vrijdag en zaterdag de overlast voor omwonenden en het uitgaansgeweld tegen te gaan. Ook zijn er meer pleinregels en is horecapersoneel beter getraind om geweld te voorkomen. Het plan kost 120.000 euro per jaar en wordt betaald door de gemeente en de horeca-ondernemers samen. De hosts helpen toeristen de weg naar de club te vinden, maar spreken mensen ook aan als ze wildplassen of op straat alcohol drinken. Opstootjes proberen ze te sussen, dronkenlappen krijgen een glas water en worden in de taxi gezet.
Om een betere sfeer te creëren blijft de politie meer op de achtergrond. “We wijzen mensen vriendelijk op het alcoholverbod, terwijl de politie vaak meteen een boete uitschrijft”, zegt Randell. Maar vanavond wordt er op straat geen alcohol gedronken, want het regent en de windstoten zijn af en toe gemeen hard. “In de zomer verzamelen mensen vaak buiten op het plein, en blijven ze na afloop langer hangen”, zegt Randell. Nu rennen laatkomers vanuit de laatste tram met de armen boven het hoofd naar de club waar de kortste rij staat.
Randell heeft beveiligingswerk gedaan en helpt doordeweeks probleemjongeren aan een baan of opleiding. “Maar zo’n achtergrond is voor een host geen vereiste”, zegt de teamleider. Sommige hosts gaan nog naar school. “Wel zijn alle hosts ingewerkt door ervaren straatcoaches, zodat ze weten hoe met bepaalde situaties om te gaan.” Onderdeel ervan was een rollenspel, maar ook een agressietraining. “De sfeer is nu nog gemoedelijk”, legt Randell uit. “Vanaf drie uur, als de mensen dronken naar buiten komen, kan het vervelend worden. Dan ontstaan de vechtpartijen en raken mensen bewusteloos door te veel alcohol.”
Iets voor drieën houden de eerste clubbers het voor gezien, maar knokpartijen ontstaan er niet. Daarvoor stormt het blijkbaar te hard. Een dronken vrouw wordt door haar vriend naar de nachtbus geleid. Even verderop biedt een straalbezopen man een meisje zijn jas aan. Ze trapt er niet in en hij druipt af. De horecahosts houden het ook voor gezien. “Het is een extreem rustige avond. We hebben even overlegd met de politie en de agenten vinden het zinloos als we nog twee uur in de regen staan.”
De rode jassen verdwijnen in een zijstraat. Een politiebusje komt het plein opgereden.