Het Marie Heinekenplein, pal achter de oude Heinekenfabriek, krijgt een opknapbeurt. Maar buurtbewoners zijn allesbehalve blij. De bierbrouwer oefent invloed uit op het ontwerp. Volgens bewoners krijgt het plein een toeristische functie, De Pijp komt op de tweede plek. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Een reconstructie.
DE PIJP – Zaterdag 30 januari, twee uur ’s middags. Getoeter aan het begin van de Ferdinand Bolstraat – gedrang bij de ingang van de Heineken Experience. Aan de andere kant van het kolossale biermuseum rolt een bal over een plein. Een roodgekleurde cirkel van beton, gevuld met fietsen. Aan de rand liggen kapotte zakken afval.
Vader en zoon lopen achter de bal.
“Waarom hierlangs papa? Dit is om.”
“Het is te druk op de Ferdinand Bol, hier is ’t rustig.”
Woensdag 11 maart, een jaar eerder. De Amsterdamse gemeenteraad is bijna acht uur lang aan het vergaderen – burgemeester Van der Laan is al naar huis. De raadsleden stemmen over het definitieve ontwerp voor de Rode Loper – het project om één lange stadsentree te creëren.
En hoewel eerder was besloten om het Marie Heinekenplein niet op te nemen in het project – renoveren is te duur – wordt op advies van een klankbordgroep, bestaande uit ondernemers en bewoners uit De Pijp, de renovatie toch opgenomen in het definitieve ontwerp. Zonder extra budget.
Raadsleden duwen zich met moeite uit stoelen, sommigen grijpen de tafel vast voor steun. Na enkele seconden staat iedereen recht – het ontwerp is unaniem aangenomen.
De herinrichting van het plein komt in handen van Stadsdeel Zuid. Verantwoordelijk is vice-voorzitter Paul Slettenhaar (VVD). Hij moet het budget rond krijgen. Het advies van de klankbordgroep: “Laat Heineken mee investeren aan het plein.”
Dinsdag 6 oktober 2015, acht uur. Paul Slettenhaar draait zenuwachtig op zijn stoel in de vergaderzaal aan de President Kennedylaan. Ruim een half jaar werkte hij aan een plan voor het Marie Heinekenplein. Nu wordt het gefileerd door Deelraad Zuid.
Te weinig fietsplekken, te grote terrassen, te weinig plek voor evenementen – Slettenhaar pareert de vragen met antwoorden die hij opleest van briefjes. In hoog tempo geschreven door een ambtenaar naast hem.
Dan, het pijnpunt. In het midden een fontein – een groene ster. Een knipoog naar Heineken, die een deel van het ruim zes ton tellende budget ophoest. Maar hoeveel? Slettenhaar drukt de microfoon uit – overlegt haastig met de ambtenaar naast hem. Dan: “Uhm.. Ja.. ik ben voor transparantie, maar op mijn papiertje staat toch echt Kabinet. Geheim.”
Geroezemoes. GroenLinks interrumpeert: “Maar welke voorwaarden heeft Heineken gesteld?” Acht seconden blijft het stil. Slettenhaar lacht wat ongemakkelijk: “Als je samen iets afspreekt, een co-creatie zoals dat heet – haha, mooi woord vind ik dat – en dat drastisch veranderd, dan is het niet meer van je samen, en dan vervalt de afspraak. Meer kan ik niet zeggen.”
Twee maanden later is het definitieve ontwerp klaar. Kleine aanpassingen – de ster is ongewijzigd. Het budget blijft geheim. Enkel staat er: “Aanpassing in de plannen met betrekking tot externe financiering.” Gevolg voor het budget: €150.000 minder.
Oudejaarsdag 2015. Bij de afdeling Vergunningen wordt een aanvraag verwerkt. Eentje om de uitgang van de Heineken Experience aan de Marie Heinekenpleinzijde te plaatsen. Langzaam sijpelen boze brieven de redactie van Het Parool binnen. Het plein zou worden overgenomen door Heineken, in de toekomst overspoeld door toeristen.
5 januari. President Kennedylaan 923, commissievergadering. Slettenhaar hakkelt. “Ik kreeg die vergunning voor de uitgang zo’n beetje bij het vaststellen van het definitieve Marie Heinekenontwerp. Volgens mij zit het elkaar niet in de weg.” Hij haalt zijn schouders op.
Een maand later maakt Het Parool bekend dat Heineken al eerder gesprekken had met de afdeling Vergunningen. Slettenhaar zegt dat hij van niets wist.
Zaterdag 30 januari, twee uur ’s middags. Vader en zoon stoppen de bal. Ze kijken op een afstandje naar vier partytenten, waar mensen met protestborden staan.
De zoon trapt de bal de hoek om. Boven hem hangt een blauw bordje. Daarop, de naam van een obscure schilderes. In 1994 gekozen om de inmenging van een zeker bierbedrijf in de openbare ruimte tegen te gaan.
‘Marie Heinekenplein’