Met zijn band Blupaint won Sebastiaan van Ravenhorst (21) de Grote Prijs van Nederland. “De jury zei dat we de zaal goed meekregen.”
CENTRUM – Ze waren al tweede bij de Amsterdamse Popprijs in 2015, maar de prijzenhonger was daarmee niet gestild. Amsterdammers Sebastiaan van Ravenhorst, Floris Bosma, Dennis Out en Dan Huijser schreven zich met hun band Blupaint in voor de Grote Prijs van Nederland. En met succes. Afgelopen weekend mocht de rockband in Paradiso de trofee in ontvangst nemen, in de categorie bands. Eerder wonnen Typhoon, Junkie XL en Pete Philly de muziekprijs voor aanstormende talenten. “We dachten eigenlijk dat de Grote Prijs van Nederland nog een stapje te ver was”, zegt Sebastiaan van Ravenhorst, zanger en gitarist van Blupaint. NAP Nieuws sprak hem na de overwinning.
Hoe is Blupaint ontstaan?
“We zijn sinds twee jaar bij elkaar. Ik heb Dan, de drummer, en Dennis, de bassist, leren kennen tijdens de vooropleiding van het Conservatorium in 2012. We hebben in verschillende bandjes gespeeld en uiteindelijk zijn we alle drie aangenomen bij het Conservatorium van Amsterdam. In de loop van het eerste jaar maakte ik een demootje van het nummer ‘High’. Om dat nummer heen is de band ontstaan en onze bandnaam komt er ook vandaan. Ik vond het nummer een blauwdruk van het project. De naam Bluprint was al bezet, dus toen werd het Blupaint. We hebben eerst met andere gitaristen gespeeld, Floris zit er sinds een jaar vast bij.”
Van Ravenhorst denkt dat ze dankzij hun opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam veel kennis tot hun beschikking hebben om te blijven vernieuwen. “We hebben een hele open houding tegenover nieuwe invloeden en andere muziekgenres gekregen, doordat we met veel verschillende mensen hebben samengewerkt en in hele willekeurige projectbands zijn geplaatst.”
Wat is precies de blauwdruk van Blupaint?
“Het was voor het eerst dat ik een liedje had geschreven waarvan ik dacht: hier kunnen we echt op gaan bouwen. Het was de stijl van de muziek die we wilden spelen.” Van Ravenhorst liet zich vooral inspireren door muziek van bands die hij luisterde toen hij jong was. “De dingen die ik ben gaan luisteren toen ik een jaar of veertien was, zijn wel het meest blijven hangen. Ik was een enorme fan van de Foo Fighters, maar ook The Strokes en The Killers vinden we heel vet. We hebben allemaal een brede muzieksmaak. Ik zit zelf nu in een soort folk fase, ik luister veel Bon Iver en The National. Wat betreft songteksten is Death Cab for Cutie wel een van de grote inspiratiebronnen.”
De Grote Prijs van Nederland kent ook een ontwikkeltraject. Wat hebben jullie daarvan gemerkt?
“Voor de kwartfinales was er een bootcamp waarbij we konden kijken en praten over clinics die werden gegeven. Voor de halve finale werden we gecoacht door Dennis van Leeuwen van Kane. Hij gaf ons goede tips om net iets van een twist aan onze muziek te geven. Hij vond onze liedjes al heel goed, maar we konden volgens hem net even wat meer gekke dingen doen. In de finale hebben we daardoor een soort theatermomentje gedaan midden op de set, waar we heel veel positieve reacties op hebben gekregen.”
Hoe was het om in de finale in Paradiso te staan?
“We hebben daar echt alles gegeven qua energie. We hebben echt ons momentje gepakt om die zaal te claimen en daar waren we ook wel klaar voor. We hebben veel in bruine kroegjes gespeeld, maar onze muziek werkt gewoon best wel goed in zo’n grote zaal en dat merkten we ook al snel. De jury zei ook dat we de zaal goed meekregen. Het voelde heel natuurlijk om daar te spelen.”
Wat staat er op de planning voor 2016?
“Onderdeel van de Grote Prijs van Nederland is dat je mag spelen op festivals. In mei spelen we op het Vrije Westen in Amsterdam en later dit jaar op Casablanca, een festival in Marokko.” Daarnaast krijgt de band professionele begeleiding en de mogelijkheid om promotiemateriaal op te nemen. “Dit jaar komt onze eerste EP uit en ik denk dat we voor de zomer onze eerste single uitbrengen. Door De Grote Prijs van Nederland en de publiciteit hopen we veel te kunnen optreden. Voor nu is het gewoon veel spelen en beter worden.”