Amsterdam bouwt duizenden huizen, verwelkomt massa’s toeristen en biedt hulp aan vluchtelingen. De hoofdstad is populairder dan ooit, maar hoe gastvrij is zij? NAP onderzoekt het. Deze keer: Vrijwilligersorganisatie Refugees Welcome Amsterdam.
CENTRUM – “Can I take your picture?”, vraagt een Amerikaanse man aan twee vrouwen op Amsterdam Centraal.
“Only if you have good intentions”, beantwoordt één van de vrouwen met een Frans accent. Ze draagt een oranje T-shirt over haar dikke winterjas. In zwarte letters is te lezen: ‘REFUGEES WELCOME, WE ARE HERE TO HELP YOU’. De Arabische letters op haar shirt zeggen hetzelfde.
“In my country, some people don’t believe in this. I do.”
De man mag een foto maken.
Dit soort positieve reacties krijgen de vrijwilligers van Refugees Welcome Amsterdam niet altijd. Betul (25): “Er zijn wel eens mensen die lastig gaan doen. Gewoon omstanders. Daar word ik ongemakkelijk van.” Niet zij, maar anderen van de groep zijn wel eens geduwd of uitgescholden.
Opvang
Dat weerhoudt Betul er niet van om twee tot drie keer in de week naar het meetingpoint te komen op Amsterdam Centraal. Daar komen sinds september vorig jaar elke avond vrijwilligers samen. Via Facebook kan iedere geïnteresseerde zich opgeven voor de eerste en tweede dienst. Die beginnen om zes en negen uur ’s avonds.
De vrijwilligers vangen gearriveerde vluchtelingen op en brengen hen, als zij dat willen, naar opvanglocatie ‘de Regenboog’. Dat is nodig, omdat de treinen naar asielzoekerscentrum Ter Apel dan niet meer rijden. Betul: “Wij bieden hen een rustmoment.”
Bovenaan de trap bij perron 15 spreken twee vrijwilligers met een donkere jongen. Hij draagt een donkerblauwe jas. Onder zijn capuchon komt een rode bandana tevoorschijn. Aan zijn schouders hangt een zwarte rugzak. Na een kort gesprekje besluit hij mee te lopen naar het meetingpoint. Communiceren is lastig, want de jongen spreekt geen Engels.
Eén van de vrijwilligers ontfermt zich over de jongen. Hij blijkt uit Eritrea te komen en heeft beltegoed nodig. Dat wordt voor hem geregeld. Ook krijgt hij een banaan en een pakje koekjes.
Nutella
De volgende internationale trein arriveert pas over een uur. Twee vrijwilligers besluiten een rondje over het station te lopen. De overige acht wachten in de buurt van het verzamelpunt. Emad (21) is één van de vrijwilligers. Hij is zelf drie maanden geleden als Syrische vluchteling in Nederland aangekomen.
Emad heeft de hele avond een grote grijs op zijn gezicht. In zijn ene hand houdt hij een pot Duo Penotti, in zijn andere een aantal lepels. Hij probeert de anderen een lepel chocopasta aan te smeren, maar alleen hij lijkt er zoveel van te houden.
Zeven minuten
Emad en de Eritrese vluchteling blijken in het Arabisch met elkaar te kunnen communiceren. Ze maken onderling wat grapjes onderweg naar ‘de Regenboog’. Het is slechts zeven minuten lopen vanaf het station.
Aangekomen in de opvanglocatie, neemt de jonge Eritreeër plaats op het hoekje van de tafel. Achter hem staan opklapbedjes klaar voor de nacht. Andere vluchtelingen zijn niet aanwezig. Sinds de kerst is het aantal afgenomen. Tien vluchtelingen op één avond is veel.
Na een stukje chocoladetaart is het voor Emad en de andere twee vrijwilligers tijd om terug te gaan naar Centraal. Waarschijnlijk zullen de vrijwilligers de Eritrese jongen nooit meer zien. Zij helpen hem alleen een stapje verder naar de volgende dag.