AMSTERDAM Het topsport onderwijs in Nederland bestaat dit jaar 25 jaar. Toptalenten als Sanna Veerman (13) krijgen dankzij Stichting LOOT (Landelijke Organisatie Onderwijs Topsport) de kans om hun studie op de middelbare school te combineren met sport op het allerhoogste niveau. De turnster volgt naast haar dagelijkse trainingen de havo op het Calandlyceum in Nieuw-West, de enige topsportschool van Amsterdam.
Nog één keer proberen. Het is haar laatste kans deze ochtend om te laten zien wat ze kan. Ze plaatst haar ene voet voor de ander op de dunne evenwichtsbalk en haalt even diep adem. Op het moment dat ze af wil zetten wordt ze overvallen door een hoestbui. Weg concentratie.
Iedere morgen wordt er in sportcomplex Ookmeer in Amsterdam Nieuw-West getraind door de grootste talenten van het land. Om acht uur precies zitten twaalf scholieren op de vloer van de turnhal. Hun benen honderdtachtig graden gespreid. Sanna Veerman (13) is een van hen. De turnster uit het Noord-Hollandse Oosthuizen werd afgelopen jaar voor de tweede keer op rij Nederlands kampioen bij de Junioren.
Terwijl de eerste meisjes al beginnen met opruimen staat Sanna nog een keer op de balk. Met een indrukwekkende dubbele combinatie besluit ze haar ochtendtraining. De concurrentie is het afgelopen jaar toegenomen zegt Sanna even later. “Er zijn veel goede meisjes bijgekomen. Het gaat er nu echt om wie de minste fouten maakt. Op het NK was ik dat, gelukkig.” Ze stopt haar spullen in een kluisje. Handig, want dan hoeft ze haar trainingskleren voor de middagtraining niet mee te sjouwen op school.
Topsportschool
Sanna is leerling op het Calandlyceum, de enige LOOT-school in Amsterdam. LOOT (Landelijke Organisatie Onderwijs Topsport) is een onafhankelijke stichting die de schakel vormt tussen de sportambities van NOC*NSF en de leerplicht van het Ministerie van Onderwijs. Toptalenten met een LOOT-status volgen een aangepast lesprogramma. Sanna hoeft bijvoorbeeld geen lessen tekenen, handvaardigheid en gym te volgen. Ook heeft ze eerder vakken mogen afsluiten dan reguliere leerlingen. Heel af en toe slaat ze een training over, omdat het te druk wordt: “Dat komt ook door mijzelf. Ik wil naast turnen ook op school goed presteren.”
“Zelfdiscipline is kenmerkend voor turnsters”, zegt Kees van Nuland, topsportcoördinator op het Calandlyceum. “Er lopen hier zo’n 180 topsporters rond, afkomstig uit het hele land. Veertien- en vijftienjarigen die zelfstandig in Amsterdam wonen. Ver weg van hun ouders en vertrouwde omgeving. Als een puber dàt volhoudt zegt dat veel over zijn of haar mentaliteit.”
Toch is doorzettingsvermogen geen voorwaarde voor succes, beaamt Van Nuland. Hij wijst naar een foto van voetballer Gregory van der Wiel die aan de muur van zijn kantoor prijkt. “Een aantal jaar terug had ik er geen euro voor gegeven dat hij zou doorbreken. We hebben hem echt naar zijn diploma toe moeten schoppen.”
Doorzetten
“Voor jongens lijkt het sowieso vaak lastiger om gedisciplineerd te blijven in de pubertijd. Een paar jaar terug woonden er in de flat achter de school een groepje volleyballers op zichzelf. Maar de afleiding was te groot. Volgens mij wonen er nu alleen nog een paar van onze vrouwelijke sporters.”
Sanna woont bij haar ouders in Oosthuizen. Ze traint zes dagen per week in Ookmeer, in totaal 29,5 uur. “Turnen kent zoveel verschillende onderdelen die je moet trainen. Sommige basketballers in mijn klas trainen maar twee uur per dag. Dat is echt een andere vorm van topsport.”
Sinds twee jaar is het Calandlyeum gestart met klassen met enkel topsportleerlingen. In verband met trainingstijden zijn er alleen lessen tussen half elf en twee uur. “We hebben alle docenten gevraagd hun vak terug te brengen tot de essentie. Dat daagt docenten uit en maakt het onderwijs over de gehele linie beter.” Van Nuland werpt een blik in een van de topsportklassen. “Het is zo belangrijk dat ze zich ook naast hun sport blijven ontwikkelen. Want zeg nou eerlijk, hoeveel van deze kinderen zullen écht de top halen?”