Een kliniek waar écht alles om de patiënt draait. Met die gedachte in het achterhoofd verlieten oud-studiegenoten Eva Robertson en Emmy van Woerden de gynaecologieafdeling van het Zaans Medisch Centrum en het Alrijne Ziekenhuis in Leiden. In 2008 richtten ze het Zelfstandige Behandel Centrum (ZBC) Zuidoost Kliniek op. In deze kleinschalige kliniek in hartje Bijlmermeer komen per jaar zo’n achtduizend mensen langs, voor onder meer anticonceptie, menstruatieklachten, behandeling van een afwijkend uitstrijkje en sterilisatie.
Waarom besloten jullie weg te gaan bij het ziekenhuis?
Van Woerden: “We wilden niet per se weg, maar we hadden het idee dat zorg anders moest. Patiënten moeten zich vaak aanpassen aan een organisatie, terwijl het mooier is als organisaties zich aanpassen aan de patiënt. In het ziekenhuis is dat lastig te realiseren.”
Hoe werkt dat, je aanpassen aan de patiënt?
Van Woerden: “Het begint al als iemand belt voor een afspraak. Het eerste wat wij aan de telefoon vragen is: Wanneer kan je komen? In ziekenhuizen worden mensen juist gebeld met de operatiedatum. Terwijl dat vaak mensen zijn met een baan en kinderen. Die moeten maar net kunnen.”
Uniek is dat jullie alleen met vrouwen werken. Waarom is dat?
Van Woerden: “Het gaat simpelweg over vrouwenzaken. En veel vrouwen vinden het makkelijker om met een vrouw over dat soort dingen te praten. Het gesprek is gewoon anders.”
Robertson: “Als je als vrouw tegenover een man zit, kan dat afstand scheppen. Onze missie is juist de toegankelijkheid van zorg bevorderen. De drempels wegnemen voor de patiënt.”
Hoe doen jullie dat, behalve met het vrouwenaspect?
Robertson: “We spreken bijvoorbeeld veel talen, want ook taal kan een patiënt onzeker maken.”
Van Woerden: “Engels, Frans, Spaans en een beetje Italiaans spreken we zelf wel. En de doktersassistentes spreken Hindi.”
Robertson: “En onverzekerden krijgen bijvoorbeeld eerst een gratis adviesgesprek.”
Op jullie website staat ook dat jullie rekening houden met de culturele diversiteit hier in Zuidoost.
Van Woerden: “Het is belangrijk dat je voor verschillen open staat. Bij vrouwen uit Zuidoost is het verwijderen van de baarmoeder bijvoorbeeld zelden een optie. Ze vinden de baarmoeder een belangrijk onderdeel van het vrouw zijn, ook al willen ze geen kinderen meer. Onder Nederlandse vrouwen speelt dat minder. En beide opties zijn helemaal oké.”
Waarom zijn jullie eigenlijk in Zuidoost gevestigd?
Robertson: “De diversiteit hier is ontzettend leuk. Daarnaast zitten we tussen een aantal goede ziekenhuizen, waaronder het OLVG en het AMC, die gespecialiseerd zijn in moeilijke dingen. De meeste gynaecologische problemen zijn niet zo ingewikkeld, dat het in zo’n goed ziekenhuis moet gebeuren. Maar voor vrouwen zijn ze wél heel belangrijk. Als de huisarts niet meteen een spiraaltje kan inbrengen, kan een vrouw het ook niet direct in het ziekenhuis laten doen. Bij ons kunnen ze wel dezelfde dag nog terecht. Dat lijkt iets triviaals, maar een paar weken wachttijd betekent voor sommige vrouwen dat ze zwanger zijn.”
Jullie werken kleinschalig. Komt er wel genoeg geld binnen?
Robertson: “We hebben het hartstikke moeilijk. Zorgverzekeraars betalen ons veel minder dan ziekenhuizen voor dezelfde zorg. Dat bij alle ZBC’s zo. Terwijl de kosten die gemaakt worden niet altijd zoveel minder zijn. We hebben ook geen dure ingrepen hier, dus als we ergens verlies lijden, kunnen we dat nergens anders mee compenseren. We moeten altijd op de kleintjes letten.”
Demotiveert dat niet?
Robertson: “Nee. Wat wel demotiveert is dat er zoveel bureaucratie is. Dan gaan ze wéér kijken of je het wel goed doet. Daar word ik soms wel moedeloos van. Dat het altijd weer vechten is om te laten zien dat je goede zorg levert.”
De prijs ‘Amsterdammer van het Jaar’ wordt zondag 18 januari uitgereikt in de Stadsschouwburg Amsterdam. Er zijn nog kaarten beschikbaar.