Onder meer supermarkten en kledingwinkels in een groot gedeelte van de Amsterdamse binnenstad mogen vanaf dit voorjaar 24 uur per dag open. De gemeente start een tweejarige proef met het loslaten van sluitingstijden die dat mogelijk maakt. In de commissie Werk en Economie schaarde woensdag een meerderheid van de gemeenteraad zich achter het initiatiefvoorstel van D66 en VVD.
De proef geldt voor het gehele centrum, met uitzondering van het Wallengebied en de winkels rond de uitgaansgebieden Rembrandtplein en Leidseplein. Dit om de overlast door de verkoop van alcohol te beperken. Daarom mogen winkels die sterke drank verkopen, zoals slijterijen, ook niet meedoen aan de proef. Supermarkten die ook alcohol verkopen, “kunnen wat mij betreft wel meedoen”, zei wethouder Kajsa Ollongren (D66, Economie). Na een jaar wordt de proef geëvalueerd met onder meer de betrokken ondernemers en de politie.
Weinig behoefte
Ondernemersvertegenwoordigers houden het loslaten van de sluitingstijdenregeling niet tegen, maar zien dat er weinig behoefte is onder winkeliers om de deuren langer te openen. “Ik verwacht niet dat het storm gaat lopen”, zegt Bart Drenth, voorzitter van ondernemersbelangenvereniging MKB-Amsterdam. “Er hebben zich bij ons geen winkeliers gemeld die zeggen: ‘fantastisch dat ik nu tot twee uur ’s nachts open kan’.”
Dat beeld herkent Christine Govaert van de Vereniging Amsterdam City, een lobbyclub voor ondernemers in de binnenstad. “We zijn nu bezig om rond kerst en oud en nieuw alle winkels tot 20.00 uur te openen. We zien dat het al een hele klus is om een gehele winkelstraat tot die tijd open te houden.” Wel ziet Govaert dat de proef potentie heeft. “Je ziet dat de gemiddelde toerist om 18 uur nog niet aan het diner zit en dan ronddoolt door de stad. Daar is zeker een gap to fill. Maar een broek kopen om elf uur ’s avonds, daar is de gemiddelde consument nog niet aan toe.”
Verhoogd risico
Ook Peter Hammecher, veiligheidsmanager van de Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland (RPCAA), houdt de proef niet tegen, maar ziet een verhoogd risico voor een stijging van de criminaliteit in de binnenstad. “Er zullen maar weinig winkels gebruik maken van de regeling, dus de sociale controle is minder groot dan overdag”, zegt Hammecher. “En bij verlengde openingstijden staat de winkel meer in het licht. Een boef ziet veilig vanuit het duister hoe de beveiliging binnen is en hoeveel personeel er rondloopt. Maar uiteindelijk moet de veiligheid voor zo’n voorstel geen beperkende factor zijn.”
Volgens de indieners van het voorstel zijn de beperkte interesse en het verhoogd risico voor criminaliteit geen reden om de sluitingstijden niet op te heffen. “Waarom zou je iets verbieden als er misschien weinig behoefte aan is, maar er wel behoefte kan zijn? Het levert misschien nieuwe concepten op voor winkeliers die kansen zien om in de vroege ochtend of na tienen te ondernemen. De keuzevrijheid staat bij mij voorop, elke ondernemer kan zijn eigen afweging maken”, aldus raadslid Marja Ruigrok (VVD).