Metershoge reclameborden, tenten voor evenementen en terrassen op straat. Vanaf dit jaar hoeft de Amsterdamse ondernemer daar bijna geen – en in 2017 helemaal geen – belasting meer over te betalen. Maar hoe zit het met de binnenstad? Raken de nu al volle straten door het wegvallen deze maatregel onbegaanbaar?
Amsterdam – Vanaf de brug over het Vondelpark, op de hoek met de Roemer Visscherstraat in Oud-West, staren twee verdwaalde toeristen naar een grote witte villa. De Italianen kijken met een wat viezige blik naar het luxueuze negentiende-eeuwse pand – hun spiegelreflexcamera blijft onaangeraakt. Om het gebouw heen hangt een metershoog doek, dat het zicht op de gevel volledig ontneemt. ‘Heerlijk Helder’ staat met grote groene letters op een geel gekleurde achtergrond. Daaronder de naam van een bekende bierproducent.
Tot oudejaarsavond 2015 kostte de bierproducent deze actie, naast de eigen uitgaven, ook nog eens een smak belasting aan de gemeente Amsterdam. Maar vanaf dit jaar schrapt wethouder Udo Kock (Financiën, D66) de reclamebelasting. De kosten variëren van vijf tot zeventig euro per meter, per week – afhankelijk van de plek en of de reclame wel of niet onverlicht is.
Daarnaast schrapt hij ook de precariobelasting, het plaatsen van objecten in de openbare ruimte wordt vanaf nu ook niet meer belast – alleen terrassen op straat zijn om juridische redenen pas vanaf 2017 belastingvrij. Nu kost het nog zo’n dertig tot zestig euro per vierkante meter, per seizoen.
Het is onderdeel van Kocks meesterplan om de gemeentebelastingen te versimpelen en op orde te brengen. Verminderde inkomsten voor de gemeente: 12,6 miljoen euro. Gemeentevoorlichter Jules van de Ven: “Daarnaast is het een belastingverlichting voor de ondernemers in Amsterdam.”
Blijft de stad wel leefbaar, nu dit afschrikmiddel om de straten leeg en schoon te houden wegvalt?
Oppositiepartijen Partij van de Arbeid en GroenLinks stemden 25 november vorig jaar in de Raad tegen het besluit om de belastingen af te schaffen. Tevergeefs. Raadslid Ilhame Saadi (Economische zaken, PvdA) merkte in december op de website van haar partij op dat “je nu al op verschillende plekken in De Pijp en de Jordaan ziet dat de stoepen bijna volstaan, dat moeten we zoveel mogelijk zien te voorkomen.”
Struikelen we binnenkort massaal over terrassen en verblinden we onze ogen aan felle neonreclame? Volgens Walther Schoonenberg, bureausecretaris van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB) is daar altijd vrees voor, maar zal het meevallen. De vereniging zet zich in tegen de ‘pretparkisering’ van de binnenstad – het groeiende toerisme en bijhorende nieuwe horeca, die de Amsterdammer uit het centrum drukt.
Schoonenberg: “Deze maatregel gaat ten koste van de openbare ruimte, maar er zijn ook andere instrumenten om de stad leefbaar te houden. Zo hebben ondernemers een vergunningsplicht en heeft de gemeente een handhavingsplicht.” Daarbij was de reclame- en precariobelasting volgens de bureausecretaris voor veel ondernemers slechts een peuleschil. “De opbrengst van de belasting is niet zo hoog dat ze geen terrassen meer buiten gaan zetten, ze verdienen veel meer. Het schrikte niet af.”
Voorlichter Van de Ven bevestigt het verhaal van de VVAB. “Ik kan de toekomst niet voorspellen, maar er zijn genoeg middelen – zoals de vergunningsplicht – om het straatbeeld te reguleren. We hebben uitgebreid onderzoek gedaan en de gemeente probeert de leefbaarheid juist te bevorderen. Zo proberen we nu op het Damrak de neonreclame tegen te gaan.”
Door het verdwijnen van de reclame- en precariobelasting zal de stad niet een groot reclamebord worden bestaande uit terrassen. Toch is Amsterdam door het wegvallen van de betalingsverplichting aan de gemeente een instrument voor het reguleren van de leefbaarheid kwijt. Maar als het te druk wordt zal de VVAB zich beroepen op de gemeente. Schoonenberg: “Wij hebben goede contacten. Als het uit de hand loopt, dan doen wij daar iets aan.”