Zondagmiddag was de officiële presentatie van Proud, een nieuwe Nederlandse belangenvereniging voor sekswerkers. In voormalig seksclub Yab Yum kwamen verschillende sekswerkers samen met één boodschap: ‘We have the right to be proud’.
Een dienstbelletje rinkelt. “Het is dat ik graag op deze manier de aandacht wil vragen, want jullie zijn al muisstil”, zegt Mariska Majoor lachend. Ze staat in de VIP-ruimte van de bar in museum Yab Yum, de voormalige men’s club aan de Amsterdamse Singel. Een zwart fluwelen koord scheidt haar van de journalisten en het publiek, een rood spandoek prijkt achter haar aan de muur. ‘We have the right to be proud’.
Moreel gebabbel
Deze zondagmiddag wordt de nieuwe Nederlandse belangenorganisatie voor sekswerkers gepresenteerd: Proud. Majoor, voormalig sekswerker en oprichtster van het Prostitutie Informatie Centrum (PIC), is de voorzitter. “Het is noodzakelijk om er te zijn voor belangen die amper behartigd worden”, zegt ze ferm in haar openingsspeech. Na het stoppen van stichting de Rode Draad in 2012, was er volgens Majoor geen partij meer die het voor sekswerkers opnam. “Het kwam niet veel verder dan moreel gebabbel. Wij willen echt zorgen voor goede arbeidsomstandigheden voor iedereen.”
Een zachte ‘yeah’ wordt door enkele sekswerkers in de richting van het geïmproviseerde podium geroepen, gevolgd door gelach. “Niet vergeten hoor, wel hard yeah roepen”, stoot Janina haar buurvrouw aan. Janina – niet haar echte naam – is werkzaam in de seksindustrie en sinds kort lid van Proud “om alle sekswerkers in Nederland te kunnen steunen”. Gefascineerd kijkt ze naar de balletdanseres die in haar rode baljurk een intermezzo opvoert. Twee van haar collega’s staan op hun tenen om over alle camera’s heen te kunnen kijken.
No camera-zone
Als tweede neemt Lyle Muns, sekswerker en woordvoerder van Proud, het woord. “Het grootste probleem is het taboe op ons beroep”, zegt hij. “De Jojanneke’s van onze samenleving dragen hieraan bij. Waar kun je als sekswerker terecht als een klant iets doet wat niet mag? Laten we prostitutie bespreekbaar maken.”
‘Yeah’ klinkt het weer vanuit het publiek, ditmaal krachtiger. Hoewel het bespreekbaar maken van prostitutie in de speeches de boventoon voert, is de ruimte zelf opgedeeld in twee delen. Eén waar de pers wel mag filmen en fotograferen en een no camera-zone: de bar. In de andere ruimte dansen drie vrouwen, gekleed in jaren ’20 kledij, voor de lens van de fotografen. Naast een rode rok, een zwart corset en een rode verenboa om hun nek, dragen ze een bijpassend zwart masker. Zij steunen Proud, maar willen niet herkenbaar in beeld.
Stigma
Felicia-Anne, een zelfstandige sekswerker uit Roemenië, is een van de dames die in de no camera-zone aan de bar zit. Ze heeft zich aangesloten bij Proud om te kunnen strijden voor betere rechten voor sekswerkers. “Om makkelijker een woning te kunnen krijgen bijvoorbeeld. Ik ben al zes maanden op zoek, maar ik word door iedereen – woningcorporaties en banken – geweigerd vanwege mijn beroep.”
Felicia begon in 2014 met een blog over haar beroep als prostituee, waar ze bewust voor gekozen heeft, en kwam via gesprekken bij het Prostitutie Informatie Centrum bij Proud uit. “Het stigma van sekswerker achtervolgt je je hele leven. En dat is oneerlijk, want wij zijn ook gewoon mensen. Uiterlijk op mijn vijfendertigste wil ik stoppen met dit werk. Maar dan moet ik wel een andere baan kunnen uitoefenen, zonder te worden afgerekend op mijn verleden.”
Dag van de Betaalde Liefde
Voor de camera’s begint zangeres La Sierra vol overtuiging ‘Lady Marmalade’ te zingen. Gekleed in het zwart, met bijbehorend zwart masker, voert ze samen met de drie dansende dames een act op. Het publiek klapt mee. “Dat doet ze niet slecht hoor”, roept iemand boven de net iets te zachte muziek uit.
15 februari is door de stichting omgedoopt tot Dag van de Betaalde Liefde. “Dat kan een extra verwennerij in bordelen betekenen: extra fooi, een glaasje champagne”, legt Majoor uit. “Een extra zoen”, wordt er vanuit het publiek geroepen. Hard gejuich luidt de eerste Dag van de Betaalde Liefde in.