De hervormingen binnen de transgenderzorg zijn ingezet. Het VU Medisch Centrum (VUmc) breidde de capaciteit van transgenderzorg uit, maar andere ziekenhuizen lopen achter.
Het VUmc, dat 85 procent van de transgenderzorg levert, heeft zijn intakecapaciteit sinds mei 2014 verdubbeld. Voor de patiëntenstop bedroeg de wachttijd anderhalf jaar, nu 22 weken. “We hebben meer psychologen aangesteld”, zegt Annelou de Vries, bestuurslid van het Gendercentrum VUmc. “Daarnaast huren we operatiekamers bij het Amstelland Ziekenhuis. We denken na over groepsconsulten en e-health, zorg via internet.”
Van december 2013 tot mei 2014 hanteerde het VUmc een patiëntenstop voor nieuwe transgenderpatiënten vanwege een financieel geschil met zorgverzekeraars. Uiteindelijk beloofden zorgverzekeraars financiering van alle zorgkosten. Maar dan moest het VUmc zijn expertise voortaan gaan delen met andere ziekenhuizen, om de machtspositie van het ziekenhuis te doorbreken.
“We delen protocollen en organiseren beleidsdagen”, zegt De Vries. “Maar ziekenhuisbesturen moeten zelf de onderhandelen met zorgverzekeraars om hun genderzorg uit te breiden.”
De academische ziekenhuizen in Leiden (LUMC) en Groningen (UMCG), de enige andere locaties waar transgenderpatiënten terecht kunnen, noemen hun zorgaanbod “stabiel”. Woordvoerder Femke Theunissen van zorgverzekeraar Achmea zegt dat zowel het LUMC als het UMCG hun capaciteit wil uitbreiden. “Voor de nazorg lopen gesprekken bij het UMC Maastricht en het Rhijnstateziekenhuis in Arnhem.”
Ondanks de patiëntenstop meldden zich vorig jaar zeshonderd nieuwe patiënten aan bij het VUmc, evenveel als in 2013.
Meer weten over de patiëntenstop van het VUmc? Lees hier het achtergrondartikel.