Twee weken geleden brandde het Ajax-supportershome af. Supporters worden nu opgevangen in een tijdelijk home. De meningen over het voorlopige onderkomen zijn verdeeld. “Er staat een home, dat is het belangrijkste.”
“Het is een mooi initiatief, maar eigenlijk is het natuurlijk helemaal kut.” Ralph (23) en Johan (22), vaste gasten en vrijwilligers bij het Ajax-supportershome, hebben een dubbel gevoel. Het originele home brandde twee weken geleden af, daarna is een tijdelijke vervanging in rap tempo uit de grond gestampt. De enorme partytent-achtige constructie biedt ruimte aan de ongeveer drieduizend supporters die gewoonlijk voor en na de thuiswedstrijden bij elkaar komen om een biertje te drinken. De wedstrijd tegen AZ begint donderdagavond om kwart voor negen, maar om half vijf ’s middags is het home al aardig vol.
Met lichte weemoed denken Ralph en Johan terug aan het oude supportershome. “Het was een mooie plek”, zegt Johan, “sfeervol, goed verzorgd. Mooi ingericht met mooie spullen. Dit” – hij wijst omhoog naar het witte plafond van de tent – “is natuurlijk niets.” Naast hem staat een grote rood met witte ton, waar spullen ingezameld worden voor in het nieuw te bouwen home. Marcel, de beheerder van het supportershome, kan er kort over zijn: “Er staat een home, en dat is het belangrijkste.”
‘Pik, ben je wakker?’
Quincy (21) werd in de nacht van 22 op 23 januari, net thuis van een avonddienst bij McDonalds, opgeschrikt door een bericht van een vriend. ‘Pik, ben je wakker?’, stuurde hij, en meteen daarna: ‘Het home staat in de fik’. “Dan schrik je je wel de pleuris”, zegt Quincy. “Ik heb de hele nacht naar die liveblog zitten kijken. Het eerste waar je aan denkt is toch brandstichting. Zo vlak voor Ajax-Feyenoord, dat kan gewoon niet anders.”
Wraakgevoelens heeft Quincy niet. “In de Whatsappgroep van mijn Ajax-vrienden wordt wel eens wat geroepen. ‘Kom we gaan naar Rotterdam, we laten ze wat zien’. Zelf zou ik niet snel meedoen met zoiets, maar dat er iets gaat gebeuren lijkt me duidelijk. Feyenoord heeft een laffe daad begaan, ze weten dat ze die terugkrijgen.”
‘Al heb je een gebiedsverbod’
Het supportershome is boven alles een ontmoetingsplaats. Iedereen kent elkaar en groet elkaar broederlijk. Inmiddels is het vijf uur. De eerste biertjes worden besteld, de eerste sigaretten opgestoken. Kartonnen bakjes bami met Ajax-logo worden uitgedeeld aan de medewerkers en vrijwilligers. Ook Ralph en Johan krijgen een medewerkersdiner toebedeeld: als het straks drukker wordt, zullen zij bijspringen achter de bar.
Er is een hoek ingedeeld voor de F-side supporters, en een hoek voor de supporters uit Vak 410 – allebei aangegeven met spandoeken. Supporters die een stadionverbod hebben, kijken de wedstrijd doorgaans op de grote tv-schermen in het home. “Al heb je een gebiedsverbod”, zegt Quincy, “in het home ben je gewoon welkom.” Er zijn mensen die hun kinderen meegenomen hebben. Quincy zegt: “Die zijn ook niet verboden.”
Blowen
Irene (26) is blij met de vervanging voor het afgebrande home. Ze komt uit Gouda en ontmoet hier haar gelijkgestemden. In dit tijdelijke home heeft ze wel hetzelfde probleem als in het oude. “Ik haat blowen”, zegt ze, “dus wat dat betreft ben ik hier niet helemaal op de goede plek.” Ze knikt in de richting van twee jongens die bezig zijn een joint te rollen. Geleidelijk wordt de tent gevuld met dikke rookslierten en stijgt de geur van wiet op.
Ondanks hun dubbele gevoel zijn ook Ralph en Johan wel blij dat er een oplossing is gevonden. “Het is beter dan niets”, zegt Ralph. “Maar dan nog”, benadrukt Johan, “is deze situatie natuurlijk helemaal klote.” Irene is een van de weinige vrouwen in het home, maar dat maakt haar niets uit. “Ik werk in de keuken, ik ben wel wat gewend”, zegt ze. En bovendien: “We zijn allemaal voor Ajax, en daar gaat het om.”