Amsterdam is bovengemiddeld regenachtig. Dat blijkt uit een inventarisatie van 25 steden verspreid over Nederland. Hoe komt dit, en hoe erg is die regen nou eigenlijk?
Wie in Amsterdam wil wonen, moet tegen een flinke scheut regen kunnen. Uit een inventarisatie van de neerslag in 25 Nederlandse steden blijkt dat Amsterdam bovengemiddeld ‘nat’ is. In de gemeten plaatsen regende het sinds 1980 jaarlijks gemiddeld 852,3 millimeter (mm), in de hoofdstad bedroeg de hoeveelheid regen 920,7 mm. Dit blijkt uit cijfers van het KNMI.
Overlopende rioleringen
Dat een grote hoeveelheid neerslag niet alleen slecht is voor het humeur, werd afgelopen zomer duidelijk. Op 28 juli teisterden hevige regenbuien een groot deel van het land. Het gevolg: kortsluitingen, volgelopen kelders en overstromende rioleringen. Volgens het Verbond van Verzekeraars (VvV) bedroeg de schade tientallen miljoenen euro’s. In Amsterdam rukte de brandweer meer dan honderd keer uit om mensen te hulp te schieten.
Het Amsterdamse gemeenteraadslid Marijn Bosman (D66) diende onlangs een initiatiefvoorstel in om de gevolgen van het vele regenwater aan te pakken. Zij vindt dat de stad bij de inrichting van de openbare ruimte rekening moet houden met “meer en langduriger regenval”. Ze stelt voor zogenoemde ‘groene daken’ aan te leggen. Daken van Amsterdamse huizen moeten beplant worden met vegetatie. Want planten, zo redeneert Bosman, houden door hun wortels en aarde waar ze in staan water vast en zuigen het op. Dit zou tot minder wateroverlast leiden. En het is nodig: het VvV waarschuwt dat als gemeentes de komende jaren niks doen om de vele regenval op te vangen, de verzekeringspremies omhoog gaan.
Dichte bebouwing
Volgens meteorologiedocent Leo Kroon, verbonden aan Wageningen Universiteit, heeft de grote hoeveelheid regen in Amsterdam te maken met de dichte bebouwing van de stad. “Daardoor ontstaat er meer ‘convectie’. Dat is een stijgende beweging van warme lucht. Deze beweging ontstaat doordat in een stad minder groen is dan op het platteland.” Minder groen betekent minder water, waardoor in de stad minder water verdampt. Het gevolg is dat in stedelijke gebieden vooral de lucht opwarmt. Dit zorgt voor neerslag.
Een andere oorzaak is volgens Kroon de hoeveelheid aerosol in steden. Aerosol is een mengsel van kleine stofdeeltjes en lucht, wat in bepaalde gevallen kan zorgen voor meer neerslag. De stofdeeltjes komen in de lucht terecht door verkeer en industrie. Amsterdam heeft met zijn grote industriële havengebied en drukke verkeersring een grote hoeveelheid aerosol in de lucht.
Wel haast Kroon zich te zeggen dat de werking van aerosol tweeledig is. “In sommige gevallen gaat het regenvorming tegen. In de winter vormt aerosol namelijk veel kleinere wolkendruppels. Deze zijn zo klein dat ze niet uitregenen.”
Warme Noordzee
Volgens Michiel Severin van Weerplaza is de bijdrage van convectie en aerosol aan de neerslag sowieso “marginaal”. Severin: “De belangrijkste motor van regenvorming is de warmte van de Noordzee. Die is warmer dan het land en daardoor ontstaan er boven zee regenbuien. Deze buien trekken vervolgens voortgestuwd door westenwind landinwaarts.” Dit gebeurt vooral tussen augustus en november. In het voorjaar is het westen droger dan de rest van het land.
Door de opwarming van de aarde neemt de temperatuur van het zeewater toe. Hierdoor krijgt Amsterdam – en andere steden die dichtbij de kust liggen, zoals Haarlem en Rotterdam – in de toekomst met meer buien te maken. “Daar kunnen we vrij weinig aan doen. De luchtvervuiling in de stad kunnen we gaan afremmen, waardoor er minder aerosol in de lucht komt, maar dat zal niet veel uitmaken. De grootste boosdoener is de wereldwijde opwarming van het klimaat.”
Meer weten over neerslag in Amsterdam en Nederland? Klik hier.