Start-ups zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het Amsterdamse ondernemerslandschap. De gemeente investeert met het actieprogramma StartupAmsterdam de komende jaren 5,2 miljoen euro in jonge ondernemers. “Start-ups hebben het aanpassingsvermogen waar deze turbulente economie om vraagt.” 
Tussen 2015 en 2018 investeert de gemeente Amsterdam 32 miljoen euro in de versterking van de stedelijke economie. Die economische versterking kent momenteel drie speerpunten: kennis en innovatie, start-ups en balansherstel tussen bewoners, bezoekers en ondernemers in de stad. Op initiatief van wethouder Kajsa Ollongren (D66) van Economische Zaken zal van die 32 miljoen 5,2 miljoen naar het actieprogramma StartupAmsterdam gaan.
Aanpassingsvermogen
Door het programma, dat afgelopen 1 januari van start ging, moet Amsterdam na Berlijn en Londen de derde start-up-stad ter wereld worden. Eerder kende Amsterdam nog geen samenhangend beleid gericht op starters. “Dit actieprogramma sluit aan op de landelijke doelen van de startupdelta van Neelie Kroes”, zegt de woordvoerder van wethouder Ollongren (D66). “Met het actieprogramma investeren we bijvoorbeeld in de marketing van start-ups. Ook willen we meer jongeren de mogelijkheid geven om op school te leren programmeren. We merken dat daar binnen de start-up scene behoefte aan is. We stellen aan scholen geld beschikbaar zodat ze een professionele programmeur kunnen aantrekken.”
Start-up is een hip woord voor iets wat al langer bestaat, namelijk een beginnend bedrijfje. In 2009 waren in Amsterdam 7094 start-ups; in 2013 telde de stad al 10527 startende bedrijven. Precieze cijfers over 2014 zijn nog niet bekend, maar het gemeentelijk onderzoeksbureau O en S vermoedt dat het aantal start-ups in 2014 gelijk bleef.
“Start-ups zijn belangrijk voor een stad”, zegt Hans-Hugo Smit, senior projectleider van Platform31. “Een steeds groter deel van de economie speelt zich af bij kleinere bedrijven.” Volgens Smit zijn de vele individuen en bedrijfjes die zich op slimme manieren met elkaar verbinden inmiddels een grote concurrent voor gevestigde bedrijven. “Start-ups hebben het aanpassingsvermogen waar deze turbulente economie om vraagt.”
Techsector
Het actieprogramma StartupAmsterdam richt zich met name op de ontwikkeling van start-ups in de techsector. “Dat zijn start-ups in de ICT. Te denken valt aan bedrijven als Booking.com, Adyen en Wetransfer”, legt de woordvoerder van de wethouder uit. Volgens hem is dit met name waardevol omdat de ICT momenteel de grootst groeiende sector in deze start-up industrie is. Dit bleek ook uit een onlangs gepubliceerd rapport van ING. “Omdat deze sector zo snel groeit, creëren we op deze manier dus ook de meeste werkgelegenheid”, aldus de woordvoerder.
“Ik ben het niet eens met de focus op de techsector”, zegt Marie-Anne van Reijen, duo-raadslid van GroenLinks. “GroenLinks wil een focus op sociaal en duurzaam ondernemen. Een start-up moet óf een maatschappelijke impact hebben, óf banen opleveren. Voor iedereen, ook de lager opgeleiden. Ik ben bang dat deze investering alleen maar banen oplevert voor hoger opgeleiden.”
De woordvoerder van de wethouder ziet dat anders. “Neem booking.com; dat is begonnen als een kleine start-up met een paar hoger opgeleide medewerkers. Inmiddels is het uitgegroeid tot een groter bedrijf en komt er een callcenter waar ook lager opgeleiden aan de slag kunnen.”
Ook Tiers Bakker, deelraadslid stadsdeel Oost voor de SP, heeft bedenkingen bij dit actieprogramma. “Het is zaak de kleinere, bestaande bedrijven waar lager opgeleiden werken in contact te brengen met deze start-ups. Want pas als iedereen in Amsterdam kan profiteren van dit actieprogramma, kan je spreken van échte economische versterking. En dat is per slot van rekening wat we hier met zijn allen willen bereiken.”