Lachende Mariabeelden, een tentoonstelling met de geur van appeltaart en 642 minuten filmopname van levende portretten. De Wereld Draait Door brengt het allemaal bij elkaar in het Allard Pierson Museum. Donderdagavond werd het pop-upmuseum geopend.
“Pieter van Vollenhoven staat er weer stralend bij, dus we kunnen beginnen.” Presentator Matthijs van Nieuwkerk heeft plaatsgenomen op de trap in de hal van het Allard Pierson Museum. Om hem heen staan tien mensen uit “de familie van De Wereld Draait Door”. Zij zijn de gastconservatoren van het museum en verantwoordelijk voor het pop-upmuseum van DWDD dat donderdagavond werd geopend.Elke conservator heeft een zaal toegewezen gekregen die hij of zij heeft mogen inrichten met kunstobjecten uit het depot van een Nederlands museum. Cécile Narinx mocht bijvoorbeeld naar het Centraal Museum Utrecht en Fidan Ekiz haalde foto’s uit de opslag van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Ook in de live-uitzending van DWDD, net voor de opening, schoven de conservatoren aan. Verder waren ook Wim Huppertz, directeur van het Allard Pierson Museum, en minister Jet Bussemaker (PvdA, OCW) te gast. De hele groep is na de uitzending halsoverkop in een bus vertrokken naar de Oude Turfmarkt.
“Ik wil iedereen van harte feliciteren met dit project en daarbij het museum voor geopend verklaren”, zegt minister Bussemaker. De conservatoren juichen, toasten en verdwijnen via de trap snel naar hun eigen zalen.
Pers en genodigden drommen achter elkaar aan door de smalle gang. Hoewel Nico Dijkshoorn en Jan Mulder nergens zijn te vinden, blijven de meeste conservatoren in hun eigen zaal om bekenden en onbekenden te woord te staan.
Keuze makenHoe hebben de conservatoren uit de enorme hoeveelheden opgeslagen kunst een keuze kunnen maken?
Herman Pleij is in het depot van Museum Catharijneconvent op zoek gegaan naar middeleeuwse Mariabeelden met Jezus op de arm. “Daar zijn er natuurlijk duizenden van, maar ik heb gekozen voor de beelden die door de kunstenaar op een bepaalde manier onderscheidend zijn gemaakt.”
Hij wijst op een paar beelden waarbij de kunstenaar een gezichtsuitdrukking heeft laten zien bij Maria en Jezus. “Dat is wel uitzonderlijk, dat Maria lacht. En dit kindje Jezus heeft een vingertje in zijn mond, heel ontroerend.”
Een andere insteek van de zoektocht van Pleij was om iets te doen met de beelden waarvan de kunstenaar onbekend is. Het was in de vijftiende en zestiende eeuw niet de gewoonte om de beelden te voorzien van naam of handtekening. Uit de archieven en rekeningen van het museum zijn namen naar boven gekomen die op de muur staan afgedrukt. “Dit beeld hier, is dus gemaakt door één van deze mensen”, wijst Pleij.
Naakte vrouw
De zaal van Marc Marie Huijbregts is gevuld met portretten uit het depot van het Van Abbemuseum in Eindhoven. Ook hangt er een scherm waarop een video wordt vertoond. Een vrouw staart in de camera. Even later is ze vervangen door een jongetje dat gekke gezichten trekt. Het bordje vermeldt dat het om 642 minuten film gaat.
“Die film vond ik ook in het depot”, vertelt Huijbregts. “Ik vond het wel passen, levende portretten tussen al die statische.” Huijbregts heeft de 642 minuten niet allemaal bekeken. “Maar de kunstenares heeft me verzekerd dat er geen scandaleuze beelden tussen zitten, met naakte vrouwen of bloed of zo”, zegt hij lachend.
Huijbregts heeft ook zijn eigen geur toegevoegd aan zijn tentoonstelling, in een geurdoos waaraan bezoekers kunnen ruiken. “Appeltaart”, zegt iemand. Huijbregts roept verontwaardigd: “Appeltaart? Nee joh, dit is toch een veel complexere geur? Het is mijn eigen geur!”
Na een uur zijn de meeste mensen weer beneden. Het is bomvol in de ruimte waar drank te krijgen is. Het bier is al op. Op een tafel staat een schaal met een grote stapel bleke bitterballen en kaasstengels die netjes in het gelid liggen. Joost Zwagerman drinkt een glas met collega-schrijver Peter Buwalda. Hij stopt twee koude kaasstengels tegelijk in zijn mond.