Achraf woonde met zijn vader in Geuzenveld. Toch ging hij vijftien kilometer verderop naar de middelbare school, het Panta Rhei in Amstelveen. Hij zat in het vierde en laatste jaar van de opleiding Handel en Administratie, toen hij in december 2013 plotseling het vliegtuig naar Syrië nam. Directeur Bert de Weerd: “We stonden machteloos.”
Wat was Achraf voor leerling?
“Een rustige en beleefde jongen. Hij haalde goede cijfers en was altijd aanwezig op school. Het ging zelfs zo goed dat we hem bepaalde vakken in plaats van op basisniveau op kaderniveau wilden laten afsluiten.”
Tot de dag dat hij vertrok.
“Vanaf 10 december, een kleine drie weken voor zijn vertrek, kwam hij niet meer opdagen. Korte tijd daarvoor was zijn gedrag enorm veranderd.”
Hoe merkte u dat?
“School was niet meer belangrijk voor hem. Zijn aandacht was er niet bij en hij zonderde zich af.”Wat hebt u toen gedaan? “We hebben gesprekken gevoerd met de ouders. Waarover precies vind ik echt privé. Het ging hartstikke goed met die jongen, totdat hij andere gedachtes kreeg. Als ouders en school stonden we machteloos.”
Hoe snel radicaliseerde Achraf?
“Begin september was alles nog in orde. Zeg dat hij in tien weken veranderde. Radicalisering gaat soms heel erg snel.”
Hoe omschrijft u het Panta Rhei als school?
“Veilig. We hebben geen veiligheidspoortjes of bewaking. Extreme opvattingen komen niet voor. Ik bedoel, je zou het niet verwachten. Het is geen zwarte school in West en dat bedoel ik niet vervelend. Ik heb geluk met een gemengde school. Vijftig procent is allochtoon, vijftig procent autochtoon.”
Is dat belangrijk?
“Panta Rhei is een samenleving in het klein. Het zou handig zijn als meer wijken in Amsterdam zo gemengd zijn, in plaats van een opeenhoping van één cultuur, zowel bij blanke gymnasia als ‘zwarte’ scholen. Die scholen hebben minder kans hun leerlingen te laten ervaren dat er meer werkelijkheden zijn.”
Hoe gaat uw school om met Achrafs overlijden?
“We besteden er geen speciale aandacht aan. De klas van Achraf is al weg.”
In een interview met Trouw afgelopen donderdag betoogde minister van Onderwijs Jet Bussemaker dat scholen actiever radicalisering moeten voorkomen. Waar is het misgegaan bij Achraf?
“Ik wil niet ingaan op dit specifieke geval, maar over het algemeen mist het onderwijs deskundigheid, zoals kennis over de islam en culturele achtergronden. Dat zorgt voor verlegenheid en vervolgens terughoudendheid. Als een school vermoedens krijgt dat een leerling radicaliseert, moet ogenblikkelijk contact gezocht worden met de ouders of externe instanties.”
Hoe verklaart u Achrafs radicalisering?
“Dat vind ik privé. Wat ik kan zeggen: het is tegenwoordig niet makkelijk voor kinderen van een andere culturele achtergrond, zeker als je cognitieve mogelijkheden beperkt zijn. Op het gymnasium is het makkelijker, maar op het vmbo moeten die kinderen zichzelf continu bewijzen.”
Hoe kan dat beter?
“De samenleving houdt te weinig rekening met deze kinderen. Er is onvoldoende arbeidsperspectief, omdat de maakindustrie zich naar lagelonenlanden verplaatst.”
Wat heeft dat met radicalisering te maken?
“Weinig, maar als je in een buurt woont waar jongeren haast geen werk hebben, dan gaan de gesprekken daar continu over. Dat draagt niet bij aan een positief beeld van de samenleving.”
Hebt u nog contact met Achrafs ouders?
“Ja. Het is schrijnend. Voor zijn dood belde Achraf nog zijn vader op: ‘Over drie weken kom ik thuis.’ Er was hoop dat het goed kwam. Dat is nog erger.”