Deze regenachtige dinsdagmiddag zijn het aantal bezette plekken op de Ten Katemarkt op twee handen te tellen. Januari is een slechte maand voor de markt. Door het slechte weer blijven veel klanten weg. Tot overmaat van ramp werden afgelopen zaterdag veel markten afgelast vanwege de zware storm, die tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Eigen kraam
Marcel Koch (45) verkoopt zijn zuivel- en vleesproducten op de Ten Katemarkt vanuit zijn eigen kraam. Het is een kleine container van hout, met een glazen vitrine. ‘Een kraam van eigen materiaal’ noemen ze dat op de markt. “Je zou het een winkelwagen kunnen noemen. Ik heb er in geïnvesteerd zodat hij ook met slecht weer blijft staan.” Toch moest ook hij zaterdagochtend ruimen.
Koch: “Het KNMI waarschuwde vrijdag al voor windstoten tussen de 80 en 100 kilometer per uur, maar ik kwam het even aankijken. Om zeven uur ‘s ochtends werd ik weggestuurd omdat de markt werd afgelast.” Koch kon de helft van zijn waar weggooien en liep zo “zeker 2000 euro” mis. Voor de groenteboer aan de overkant gold hetzelfde. Op vrijdagen en zaterdagen verdienen zij het meeste geld.
“Om elf uur hoorde ik dat we toch mochten blijven. Had ik net twee uur lang alles ingepakt. Niets meer aan te doen. Ik vind het grote onzin dat ik toch moet inpakken. Ik heb niet voor niets geïnvesteerd.”
Oneerlijke concurrentie
De marktmeester van de Ten Katemarkt heeft naar eigen zeggen gewoon het reglement gevolgd. Vanwege de waarschuwing was het doorgaan van de markt niet veilig. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen moesten alle kramen sluiten. Een woordvoerder van het Marktbureau van de gemeente bevestigt dit: “Als de markt is afgelast betekent dit dat deze locatie geen markt meer is. De kramen van eigen materiaal gelden dan als ‘vrachtauto’s’ en mogen daar niet meer staan.”
Na zijn besluit ondervond de marktmeester van de Ten Katemarkt veel weerstand. “Ze zouden de media erbij halen. Ik dacht ook dat ze jou gestuurd hadden. Ik zei: ‘laat maar kommen’, ik volg gewoon het reglement.”
Bederfelijk waar
Kees Tol (63) en zijn zoon Paul Tol (40) staan iedere zaterdag op de Albert Cuypmarkt met Volendamse vis. Van omvergewaaide kramen weten ze niet, maar het had zo gekund. Kees: “Het was me wat hoor, allemachtig. Met de wind onder het zeil konden we zo de lucht in.”
De heren Tol waren zoals altijd om een uur of zes aanwezig. Ze begonnen direct met uitladen. Om negen uur deelde de marktmeester mee dat de markt werd afgelast. “En terecht, want eigenlijk kon het ook niet. Maar ja, als wij zouden inpakken moesten we alles weggooien. En de zaterdag is toch vijftig procent van je inkomen. Dus besloten wij te blijven, met een handvol anderen.”
Volgens de visverkopers was dit voor de marktmeester van de Albert Cuyp reden om kramen met bederfelijk waar toestemming te geven te blijven staan. Marktkooplieden met kleding, ansichtkaarten of andere niet-verse producten moesten inpakken en naar huis.
Discriminatie
Kees Tol: “Het is natuurlijk niet helemaal eerlijk. Maar kledingrekken zijn te licht. Die vliegen zo de straat over. Wij hebben zwaar waar, dat kon net.” Zijn zoon vult aan: “Het beste zou zijn om de markt in zijn geheel af te gelasten en iedere kraam te laten beslissen wat hij doet, op eigen risico.”
Een groenteverkoper (“ik heb mijn naam liever niet in de krant”) vertelt dat de marktopbouwers ‘s ochtends twijfelden. “Ze zeiden ‘als je je goed vastsnoert, krijg je een zeil’. Dus ben ik toch maar gaan opbouwen. Als dan om kwart over negen de marktmeester komt aankakken die zegt dat het niet kan, dan ben je wel effe boos.” Omdat hij groente verkocht mocht hij blijven. “Het is wel discriminatie. Waarom mag ik blijven en iemand naast me niet?”
De woordvoerder van het marktbureau zegt nog niet boven water te hebben wat er op de Albert Cuyp is gebeurd. “Officieel was de markt daar niet afgelast. Er hebben inderdaad nog kramen gestaan.”
Aanstaande donderdag is weer slecht weer voorspeld. Maar dat houdt de marktkooplui niet tegen. Matrassenverkoper Hans Vlessing (79): “We zullen hier vroeg zijn en afwachten wat de marktmeester doet. Maar ik reken er niet op dat ze het dit keer sneller aanpakken hoor. Het blijven ambtenaartjes.”