Marjolein Beek (41) schenkt een kop yogithee in. In de ruime zaal achter haar liggen zes rechthoekige rode matten. Ernaast kleine ronde kussentjes in dezelfde kleur. Beek steekt kaarsjes aan en legt een goudkleurige klankschaal neer.
Over krap een uur start in de Tempel van Alledag op IJburg de eerste kindermindfulnesstraining van het jaar. De cursisten zijn negen of tien jaar oud. ‘‘Behalve Emma van zeven’’, zegt Beek. ‘’Die is emotioneel al wat verder en kan prima met deze leeftijdsgroep meedraaien.’’
Mindfuller
Beek is ouder-en-kindpsycholoog en geeft daarnaast sinds een jaar mindfulnesstraining aan kinderen. Deze kindertrainingen worden onder andere in Amsterdam en Utrecht aangeboden. ‘‘Het is vooral iets van de grote steden, in een meer landelijke en dus minder drukke omgeving zal mindfulness niet zo snel voet aan de grond krijgen’’, zegt Beek.
De cursus voor kinderen duurt zeven weken en kost 125 euro. ‘’Kinderen zijn van nature eigenlijk veel mindfuller dan volwassenen, omdat ze meer in het hier en nu leven’’, vertelt Beek. ‘’Maar tegenwoordig moeten ze veel meer. Ze moeten bijvoorbeeld bij de hockeyclub, en als het even kan ook nog bij het selectieteam. Dat heeft denk ik te maken met de welvaart van nu en de welvaart van IJburg. Mindfulness kan kinderen helpen rustiger te worden door terug te gaan naar zichzelf.’’
Tijdens de mindfulnesstraining moeten de kinderen niks. ‘‘Ik ben geen juf’’, zegt Beek. ‘‘Het enige dat ik met ze afspreek is dat ze ook echt meedoen als ze komen.’’
Sceptische vaders
Er wordt op de deur geklopt. Marijn (10) komt binnen. Ze is net van school gewisseld en dat is volgens haar moeder best vermoeiend. ‘’Ga jij nu maar lekker mindfullen’’, zegt ze tegen haar dochter.
De meeste kinderen worden door hun ouders gestuurd. ‘’Meestal verzint de moeder dat het kind naar de training gaat, vaders zijn vaak sceptisch over mindfulness.’’
‘‘Zennnnn.’’ Beek sluit haar ogen en brengt haar handen in meditatiepostie. ‘‘Zo reageren die vaders dan. Mindfulness wordt toch vaak in de zweefhoek gedrukt, met wierookstokjes en zo.’’
In de zaal is geen wierook. Als alle kinderen op hun matje zitten slaat Beek op de klankschaal. ‘‘Ik nodig jullie uit om in jullie stille lichaam te komen.’’ Het woord mediteren is nog te abstract voor de kinderen. Ze sluiten hun ogen en zitten stil op hun mat. ‘‘Luister eens naar de geluiden buiten,’’ zegt Beek.
Uitschudden
Plots klinkt een harde klop op het raam. Een buurvrouw van Beek brengt de schapenvachtjes voor over de matjes. Beek neemt ze aan en gaat weer zitten. ‘‘Wat voelden jullie net?’’, vraagt ze aan de kinderen. ‘‘Ik schrok’’, antwoordt Emma. ‘‘En waar voelde je dat?’’, vraagt Beek. ‘‘In mijn hart.’’ Emma wijst naar haar borst.
Intussen zit Sanne (10) te giechelen. ‘‘Wie voelt zich nog meer onrustig?’’, vraagt Beek. Bijna alle kinderen steken hun hand op. ‘‘Dan gaan we het er nu even uit schudden’’, zegt Beek. Het volgende moment rent iedereen, inclusief Beek, joelend door de zaal. Sanne maakt koprollen op haar matje.
Marsmannetjes
‘‘Vanaf nu zijn jullie marsmannetjes’’, zegt Beek zodra de kinderen weer stil op hun mat zitten. Het is tijd voor de rozijnoefening, waarbij de kinderen met hun ogen dicht eten voelen, ruiken en uiteindelijk proeven alsof ze het nog nooit gegeten hebben.‘‘Het is een rozijn, dat vind ik vies!’’, roept Niels (10).
‘‘Ssst.’’ Beek brengt haar vinger naar haar mond. Aan het einde van de eetoefening geeft ze de kinderen een opdracht mee voor thuis. Ze mogen hun ouders deze week vragen hun lievelingseten te maken.
De kinderen worden weer opgehaald door hun ouders. ‘‘Mama, we moeten deze week frietjes eten!’’, zegt Sterre (10). ‘‘Ik dacht juist dat niks moest bij mindfulness’’, lacht haar moeder.