In Nederland worden jaarlijks 200.000 ouderen mishandeld. Dat zijn bijna twee keer zoveel slachtoffers als van kindermishandeling. En de forse bezuinigingen in de zorg maken het probleem alleen maar groter.
“Hij beet door mijn handschoen heen, tot bloedens toe, en wilde niet loslaten.
Toen sloeg ik hem.
Achteraf walgde ik van mezelf. Ik was helemaal overstuur.
Het had absoluut niet moeten gebeuren.”
Haar baan in een verzorgingstehuis wordt haar soms te veel, vertelt ouderenzorgmedewerker Evelien onherkenbaar, met een gefingeerde naam aan documentaireprogramma Zembla. Het resultaat: uit radeloosheid mishandelde ze een patiënt. Op ouderenmishandeling heerst een groot taboe. Vrijwel nooit wordt erover gepraat. Intussen wordt door de aanstaande veranderingen in de zorg de druk op ouderenverzorgers – en daarmee de kans op ouderenmishandeling – steeds groter.
Sinds 2010 komen er steeds meer meldingen binnen van ouderen die mishandeld worden bij de Steunpunten Huiselijk Geweld. Ruim veertig telt Nederland er. Vorig jaar belden 1703 slachtoffers van ouderenmishandeling, professionals of omstanders. Bijna zeventig procent meer dan het jaar ervoor (1027 meldingen) en het dubbele van 2010 (855). De plegers zijn het vaakst de kinderen, daarna een partner en in mindere mate andere familieleden, kennissen of professionals. Vrouwen worden drie keer zo vaak slachtoffer dan mannen.
De bijna tweeduizend meldingen per jaar zijn echter maar een fractie van het jaarlijkse aantal slachtoffers: ongeveer tweehonderdduizend. Dat is bijna twee keer zoveel als het aantal slachtoffers van kindermishandeling in Nederland. Ouderenmishandeling blijft vaak verborgen, onder andere doordat veel ouderen grotendeels in isolement leven. Slechts één procent van de gevallen wordt gemeld.
Afhankelijkheidspositie
Volgens Saskia van Rumt van het Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam komt dit doordat ouderen afhankelijk zijn van zorg en de geweldpleger vaak een partner of familielid is. “Ouderen zijn bang dat ze alleen achterblijven als ze iets aan de mishandeling doen, vinden het klikken, schamen zich of zijn afhankelijk van de pleger. Een oudere die mishandeld wordt door haar dochter kan denken: als ik aangifte doe, wie haalt dan straks boodschappen voor me?”
Een vrouw smijt de voordeur van een huis open, rent naar buiten en fietst weg. De buurvrouw hoort de klap en rent bezorgd de woning binnen. Haar oudere buurman zit op de grond. Overstuur. Tranen in zijn ogen. Wanhopig kijkt hij naar de in stukken gebroken modelboot in zijn handen.
“Het houdt niet op, niet vanzelf,” zingt een zachte vrouwenstem op de achtergrond.
Dan klinkt een man: “Ouderenmishandeling stopt nooit vanzelf. Bel voor hulp en advies.”
De campagne waar deze commercial bij hoort, is onderdeel van het actieplan ‘Ouderen in veilige handen’ van de overheid. Dit soort campagnes dragen mede bij aan het stijgende aantal meldingen van ouderenmishandeling in de afgelopen jaren, evenals de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze wet trad vorig jaar juli in werking en verplicht zorgorganisaties en -professionals vermoedens van geweld te melden.
Wie bij ouderenmishandeling alleen maar denkt aan fysiek geweld – zoals slaan, knijpen, door elkaar schudden, vastbinden of hardhandig aanpakken – heeft het mis. Ouderen kunnen ook psychisch mishandeld worden; uitgescholden, gepest, beledigd. Dit komt het meest voor. Ook financieel misbruik of verwaarlozing valt onder ouderenmishandeling. Zelfs seksueel misbruik komt af en toe voor.
De grootste belangenbehartigingsorganisatie voor senioren in Nederland, de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO), organiseert speciale voorlichtingsbijeenkomsten voor ouderen. Volgens Margo Niestadt van ANBO hebben veel ouderen niet in de gaten dat zij of hun naasten slachtoffer zijn van ouderenmishandeling. “Vaak betreft het hun eigen kinderen van wie ze veel accepteren. Door onze voorlichtingen maken we ouderen bewust van het fenomeen en leren ze verschillende vormen van mishandeling herkennen.”
Forse bezuinigingen
Vaker dan in verzorgingshuizen komt ouderenmishandeling voor bij mensen die nog op zichzelf wonen. Met de voorgenomen forse bezuinigingen in de zorg kunnen ouderen steeds minder terecht in bejaardenhuizen en zijn ze vaker op zichzelf aangewezen. 800 van de 2200 verpleeg- en verzorgingshuizen in Nederland moeten de komende jaren sluiten. In de locaties die overblijven, zijn minder bedden beschikbaar. Duizenden thuiszorgmedewerkers zullen hun baan verliezen. Dit moet de overheid miljarden opleveren.
Ouderenzorg zal dus nog meer gedaan moeten worden door mantelzorgers, mensen die de zorg van een naaste vrijwillig en kosteloos op zich nemen. En van de ruim twee miljoen mantelzorgers in ons land is naar schatting al de helft overbelast. En één op de vier mantelzorgers heeft een depressieve stoornis. Vooral zij die dementerende ouderen verzorgen, hebben het zwaar.
Met de bezuinigingen die meer werkdruk veroorzaken, wordt dit naar verwachting alleen maar meer. En overbelasting, dat is nou nét een risicofactor voor ouderenmishandeling.
Overbelasting, maar ook onmacht en onkunde. Dit zijn volgens Karin van Bodegraven van Markant, het centrum voor mantelzorg in Amsterdam, oorzaken van ontspoorde mantelzorg. “Vaak beginnen ze vol goede moed aan de zorg van hun ouders, partner of kinderen. Na een tijdje kan dit te veel worden of blijkt dat ze onvoldoende kennis hebben. Dit gebeurt vaak sluipenderwijs. Opeens wordt het zorg zoals je die eigenlijk niet wilt geven.”
Ze zou het liever anders zien, maar van ontspoorde mantelzorg heeft Van Bodegraven net als haar collega’s genoeg voorbeelden.
Een man zorgt voor zijn demente vrouw. Als hij boodschappen doet, sluit hij haar op. Uit angst dat ze de deur opendoet voor vreemden of wegloopt.
Een bejaarde man wordt in het bijzijn van anderen niet serieus genomen door zijn verzorger. “Let maar niet op hem. Hij heeft ze niet allemaal meer op een rijtje.”
Een verzorger pakt zijn vader te hard vast, knijpt of slaat hem. Hij weet uit onmacht ook niet meer hoe hij het anders moet aanpakken.
Een vrouw is door een ziekte afhankelijk van medicatie, maar krijgt van haar verzorger bewust of onbewust te veel, te weinig of de verkeerde medicijnen.
Deel mantelzorgerschap
Om dit soort situaties te voorkomen benadrukt Markant niet in je eentje mantelzorger te zijn. “Onderschat zorg niet, maar deel het. Zoek een vrijwilliger om het werk mee af te wisselen, meld een oudere aan bij een dagbestedingsprogramma of schakel je netwerk in.” Van Bodegraven beseft dat dit lastig is. Veel mantelzorgers voelen zich schuldig als ze hun eigen ouders niet eens kunnen verzorgen. Ze zijn bang de regie kwijt te raken bij hulp van buitenaf. Of de verzorgde wil het niet.
“Maar als je een ander goed wilt verzorgen, moet je niet vergeten aan jezelf te denken. Je kan ook geen eerste hulp verlenen als je het risico loopt zelf van de weg gereden te worden.”
Niet voor niets maken velen zich zorgen over de grote veranderingen die in de zorg gaan plaatsvinden. Er is minder geld beschikbaar, mensen worden minder snel opgenomen, zorg is niet meer voor iedereen vanzelfsprekend. Van Bodegraven: “Dus komt er nog meer last op de schouders van mantelzorgers. En aangezien overbelasting de grootste oorzaak is van ontspoorde mantelzorg, is de kans groot dat het probleem van ouderenmishandeling verergert.”