NAP Nieuws bezoekt iedere editie een bijzondere plek of een speciaal persoon in Amsterdam. Altijd een overtreffende trap: de grootste, oudste, duurste … van onze hoofdstad. Deze week: het Drentse dorp Nieuw-Amsterdam, het meest vergelegen stukje Amsterdam in Nederland.
Langs de uitgestrekte vaart in Nieuw-Amsterdam wisselen vrijstaande herenhuizen en grijze nieuwbouw elkaar af. Het dorp telt zevenduizend inwoners, vier supermarkten en een station waar elk half uur een trein vertrekt. Op het eerste gezicht lijkt Nieuw-Amsterdam op een doorsnee Drents dorpje. Maar toch is dit het meest vergelegen stukje Amsterdam in Nederland. Tineke De Roo (61) van het lokale dorpsarchief vertelt: “Laatst kwam een echte Amsterdammer naar het dorp. Hij was verbaasd dat we hier ook flats hadden.”
In 1851 kochten Amsterdamse grondspeculanten een veertien kilometer lange strook veen in de turfwinningsgebieden, het Amsterdamsche veld. Arbeiders uit het hele land trokken naar dit veenmoeras in Zuidoost-Drenthe om kanalen te graven voor de turfschepen. Het hoofddorp van dit ‘Drents Californie’ werd Nieuw-Amsterdam genoemd. Volgens De Roo is dat nog steeds te zien is aan het postkantoor. “Dat heeft een raam meer dan dat in Emmen,” vertelt ze trots.
Al dat wat de schilder mooi vond
Tegenwoordig houdt De Roo samen met andere vrijwilligers het plaatselijke Van Gogh Huis draaiende. In tegenstelling tot het Amsterdamse Van Gogh Museum heeft het huis geen originele schilderijen, omdat het de kosten voor beveiliging en verzekering niet op kan brengen. Wel telt het huis veel brieven, reproducties en gebruiksobjecten. De Roo: “In Amsterdam zie je Van Gogh, hier beleef je Van Gogh.” Voor het witte huis met klein balkon kwam Vincent van Gogh in 1883 aan met de trekschuit om er vervolgens drie maanden te blijven. De Roo: “Hier besloot hij dat hij schilder wilde worden.”
Bij gebrek aan andere bezoekers geeft vrijwilliger Gienus Woldering (55) een persoonlijke rondleiding. Hij speelde eerder Van Gogh in toneelvoorstellingen, met rode baard en hoed. Woldering wijst op een reeks kopieën van donkere landschapsetsen. “Toen Vincent naar Drenthe kwam, was hij erg depressief. Drenthe was rustig en arm, maar Vincent zag dat anders. Aan het eind van zijn verblijf heeft hij veel schetsen ingekleurd. Hij schreef: ‘Het is hier zoo gansch en al dat wat ik mooi vind.’”
Rust, ruimte en krimp
Rust en ruimte was ook de reden waarom vrijwilliger Hans van Woerden (60) vanuit de Randstad naar Nieuw-Amsterdam kwam. “Hier konden wij rustig en groter wonen, en ik kon hier terecht voor mijn werk in metaalindustrie.” Tegenwoordig kampt de regio Zuidoost-Drenthe met hoge werkloosheid, bevolkingskrimp en laaggeletterdheid onder tien procent van de bevolking. Buiten fietst een jongen met FC Groningentrui voorbij. De Roo: “Jongeren trekken weg uit het dorp om naar school te gaan. Of ze gaan naar zuipketen.”
Ondanks de verschillen zijn er voor het zoekende oog sporen te vinden van Amsterdam. In 1985 schonk locoburgemeester Ed van Thijn het dorp ter herinnering een amsterdammertje met het wapen van de stad. “Die staat gewoon ergens bij mensen in de tuin,” vertelt De Roo. Ze wijst op de smalle kanalen die je in het dorp steeds terugziet. “Jullie hebben grachten, wij noemen ze ‘wijken’.” Volgens De Roo hebben Nieuw-Amsterdammers altijd wat stadse eigenzinnigheid behouden, zoals blijkt uit de contacten met de overkoepelende gemeente Emmen. “Die ambtenaren zeggen altijd: Nieuw-Amsterdammers laten zich niet onder de tafel praten.”