Als het er maar goed uitziet

Stadsdebat De Balie Foto: Jan Boeve / De Balie Amsterdam
Stadsdebat De Balie
Foto: Jan Boeve / De Balie Amsterdam
In aanloop naar de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart vinden grote verkiezingsdebatten plaats in de Stadsschouwburg, De Balie en Pakhuis de Zwijger. Wat is het nut van die politieke confrontaties? En hoe belangrijk zijn ze in de strijd om zetels?

Negen politieke partijen stonden op 21 januari tegenover elkaar tijdens het eerste van drie Amsterdamse stadsdebatten in De Balie. Vijf partijen – de PvdA, GroenLinks, de VVD, D66 en de SP – discussieerden over zorg en onderwijs. Kleinere partijen als het CDA, TROTS Amsterdam, Red Amsterdam en de Partij voor de Dieren mochten vanaf de zijlijn commentaar leveren.

Van begin tot eind was het geheel live te volgen op internet. Stadszender AT5 had vooraf ruimschoots aandacht aan de avond besteed. Tijdens het debat hield Het Parool een liveblog bij. Een dag later volgde een uitgebreide analyse in de krant. Ook werd alvast een voorschot genomen op het tweede debat over wonen en werk op 25 februari.

Medialogica
De opzet is die avond hetzelfde. Iedere debatronde begint met twee politici voorin de zaal. Eén minuut pitch, drie minuten één-op-één-debat. Nadien wordt het betreffende onderwerp een kwartier door alle deelnemers besproken, om daarna het volgende onderwerp aan te snijden. Het tempo moet er immers in blijven.

Prima toch, een snelle, behapbare pitch van één minuut over jeugdwerkloosheid? Nee, vindt Mark Deuze, hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam. “De politieke inhoud van zo’n groot debat is per definitie ondergeschikt aan de verpakking. Die is gericht op de media, net als de spelregels van de avond dat zijn. De tv moet het mooi in beeld kunnen brengen en de geschreven pers moet het achteraf eenvoudig kunnen interpreteren. Medialogica heet dat. ”

Volgens John Bijl, directeur en debatcoach van het Periklesinstituut, zou een goed debat moeten opiniëren en verrassen. “Mensen willen dingen horen die ze nog niet weten.” Maar dat het vooral de media zijn die daar een doorslaggevende rol in spelen, erkent ook hij. “Analyse door bijvoorbeeld AT5 of Het Parool is vele malen invloedijker dan het eigenlijke debat. De buzz die ontstaat als een politicus positief wordt beoordeeld, kan een campagne sterken. De impact van een negatieve recensie draagt nog verder. Je kunt de verkiezingen tijdens een debat niet winnen, maar wel verliezen.”

Buzz
Die buzz beperkt zich niet alleen tot het debat zelf. Al in de voorbereiding komt het belang van media-aandacht naar voren. Roderick Knaup, lijsttrekker van Red Amsterdam, is blij dat zijn partij door De Balie is uitgenodigd. Momenteel heeft Red Amsterdam één zetel in de gemeenteraad. “Vooraankondiging in de media doet veel voor ons. Het vergroot de zichtbaarheid.” Tijdens het debat is het, volgens Knaup, vooral zaak om op te vallen. Zeker als kleine partij. “Ik hoop absoluut dat AT5 of Het Parool iets doet met één van mijn uitspraken. Maar ik zal nooit zomaar dingen gaan roepen om de krant te halen. Dan zal ik de volgende keer gewoon nog harder mijn best moeten doen.”

Selectie
Voor programmamaker Marije Ligthart van De Balie brengt de organisatie van de stadsdebatten een dilemma met zich mee. Want hoe maak je een eerlijke selectie? Alle Amsterdamse partijen zouden immers graag aanschuiven. Ligthart: “We moeten kiezen. Twintig partijen laten discussiëren is zinloos, dat wordt een chaos. We hebben ervoor gekozen om alleen partijen mee te laten doen die al een of meerdere zetels in de gemeenteraad hebben.”

Red Amsterdam-lijsttrekker Knaup ziet het als erkenning. “Deelname aan een groot debat geeft aan dat een partij ertoe doet. Dat mensen je serieus mogen nemen.”

Inhoud
De komende periode staat Amsterdam bol van talloze verkiezingsdebatten. Grote, maar ook veel kleinere. Die laatste categorie is voor de media minder interessant. Is het dus een goed idee om, voor de inhoud, die debatten te bezoeken en De Balie en Pakhuis de Zwijger links te laten liggen?

“Twijfelachtig”, luidt het antwoord van hoogleraar Deuze. “De vraag is in hoeverre nog aan de gevolgen van medialogica is te ontkomen. In de praktijk blijkt dat zelfs wanneer er geen camera’s in de zaal staan, politici zich toch gedragen alsof dat wel het geval is.”