De Valeriuskliniek in Amsterdam-Zuid is omgetoverd tot een slaapoord voor daklozen. Voor wat warmte en wat eten kunnen de daklozen bij de oud-psychiatrische inrichting terecht.
Links van de hoofdingang wordt de oude personeelskantine nog steeds gebruikt om in te eten. Een dakloze van Turkse afkomst drinkt er koffie uit een plastic beker. Hij heeft niet echt lekker geslapen. Zijn naam wil hij niet geven: “ik wil niet dat andere mensen weten dat ik hier ben.”
Van snurkende kamergenoten had hij geen last in de kamer van vijf, want hij had oordoppen meegenomen. Het was wel koud. “Het gebouw is oud. Het raam laat veel tocht door.” Hij werd dakloos nadat hij zijn baan verloor en zijn vrouw van hem scheidde. Een bebaarde man geeft hem een pakje shag aan. “Gelukkig zie ik hier wel bekenden,” zegt de Turkse dakloze. “Anders zou ik er liever niet zijn.”
Woensdag ging de winteropvang voor dak- en thuislozen van start. Deze wordt verzorgd door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Amsterdam, in samenwerking met het Leger des Heils en HVO-Querido. De gevoelstemperatuur moet onder nul zijn, met de voorspelling dat het minstens drie dagen zo blijft. Dan is de Valeriuskliniek open. De GGD kijkt eerst of daklozen echt niet zelf onderdak kunnen regelen en of ze geen speciale zorg nodig hebben. Als dat niet het geval is, krijgen ze een toegangsbewijs.
Herinrichting
Mike Tuyn werkt voor HVO-Querido, de stichting die samen met het Leger des Heils de opvang organiseert. Sinds 2009 is hij coördinator van de winteropvang. “Er stond in deze ruimte niks meer aan meubels. Dus we hebben deze tafels aangeschaft.” Hij wijst naar de opklapbare houten picknicktafels die in rijen staan opgesteld. “In november kwam het pand vrij. Toen zijn we meteen begonnen met voorbereiden. Dat was laat, normaal beginnen we in september.”
Achter de receptie wijzen medewerkers bedden toe en delen slaappakketten uit: een deken, kussen, handdoek en toiletspullen. Er zijn 350 bedden, waarvan ruim 140 tot nu toe in gebruik. Een bewaker staat met een scanner klaar om te kijken of de gasten geen verboden spullen bij zich hebben.
Tuyn loopt langs de receptie over de marmeren trap naar de eerste verdieping. Een bord geeft aan dat op de derde etage de stilteruimte is. De netten die op elke verdieping in het trapgat zijn gespannen, herinneren aan de vorige bestemming van het gebouw. “We gooien er niet alleen maar een zooitje veldbedden in. Zo simpel is het niet. We moesten ook onnodige meubels opruimen en dingen als een telefoonaansluiting regelen.”
Op de deuren van de oude kamers staan met zwarte stift nieuwe kamer- en beddennummers geschreven. Vanuit een open deur zijn de kleine veldbedjes te zien, velen al beslapen en met verfrommeld beddengoed. “Zo heeft iedereen zijn eigen bed en weet hij de volgende nacht waar hij naar terug kan.” Lousje Koning werkt al vijf jaar als vrijwilliger voor het Leger des Heils. Elk jaar helpt ze bij de winteropvang.
Luxe plek
Ze vindt de Valeriuskliniek een “relatief luxe plek. Alle voorzieningen, zoals douches, waren er al. Het jaar hiervoor zaten we in een oud kantoorpand wat we helemaal moesten ombouwen.” Ze loopt langs een volle kamer met in het midden een kleine tv. De muren zijn behangen met bruin glimmend behang. De ramen zijn omlijst met donker hout. “Misschien was dit wel de directeurskamer.”
De stem van Matthijs van Nieuwkerk is te horen – in de televisiekamer staat De Wereld Draait Door aan. Ze loopt verder de gang op, langs een handgeschreven papiertje waarop staat ‘vanaf hier geen vrouwen toegestaan’. “De mannen en vrouwen slapen gescheiden. Dat gebeurt ook in de gewone nachtopvang.”
Terug in de kantine heeft Jeffrey zijn erwtensoep net op. Het is zijn eerste keer in de winteropvang. Het eten vindt hij prima. Hiervoor verbleef hij in een nachtopvang van het Leger des Heils. “Ze hebben me daar drie maanden laten blijven, maar een paar dagen geleden moest ik toch echt weg.” Hij had er zijn eigen bed en sliep in een tweepersoonskamer. “Die drukte hier, daar kan ik niet zo goed tegen. En zo’n veldbed slaapt ook niet zo heel lekker.” Hij is sinds november dakloos door zijn gokverslaving. “Ik verloor mijn werk en kon gewoon dingen niet meer betalen. Maar ik ben bezig te regelen dat ik naar een afkickkliniek kan.”