De wedstrijden tussen Ajax en Feyenoord zijn vooralsnog zonder uitsupporters. Toch werden er Feyenoorders verwacht bij de bekerwedstrijd in Amsterdam. Politie en clubs waren voorbereid. De Ajacieden ook.
Een jongen in een witte jas krijgt klappen en valt op de grond. Een groepje jongens duikt op hem. Hij weet te ontkomen. “Was het een Feyenoorder?”, vraagt een omstander. “Waar zijn ze?” “Heb jij er al één gezien?” Die vraag zingt rond bij de Amsterdam Arena voorafgaand aan de bekerwedstrijd Ajax – Feyenoord.
Twee uur voor de start van de wedstrijd houdt de harde kern van Ajax buiten een sfeeractie. De jongen maakt foto’s. “Niet filmen!”, roept een aantal Ajacieden. Na een grote mond duiken ze op hem. De jongen blijkt geen ‘kakkerlak’, de door Ajacieden bedachte bijnaam voor Feyenoorders.
Sinds vijf jaar mogen uitsupporters niet meer naar wedstrijden tussen Ajax en Feyenoord. Er zijn geruchten dat Feyenoorders toch kaarten hebben gekocht. De NOS schat dat 400 Feyenoordfans aanwezig zijn in de Arena. Ajax en de Amsterdamse politie laten weten “goed voorbereid” te zijn en Rotterdamse fans tegen te houden.
Twaalf ME-busjes en zo’n twintig agenten houden de sfeeractie goed in de gaten. Onder een viaduct wordt Bengaals vuurwerk afgestoken. “Het zijn maar kutkakkerlakken”, zingen de Ajacieden op het refrein van het kerstliedje Winter Wonderland. Een halfuur later verplaatst de groep zich richting het stadion. De politie houdt zes personen aan, voor verstoring van de openbare orde of het afsteken van vuurwerk.
Er lopen twee grote jongens voorbij. Rotterdams accent.
““Roep eens keihard Feyenoord. Roep eens keihard Feyenoord.”
“Nee joh gek!”
“Zal ik roepen?”
“Nee niet doen joh, gek.”
Kleurloze klassieker
Kaarten voor de wedstrijd kunnen alleen gekocht worden via een speciale Ajax Club Card. Ajax laat eerder op de middag weten dit extra streng te controleren. Bij binnenkomst worden tassen gecontroleerd en steekproefsgewijs gefouilleerd. “Mijn Club Card heb ik voor niks meegenomen”, mompelt een oudere man.
Het sfeervak van Ajax, Vak 410, had gevraagd zwarte kleding te dragen als protest tegen de “kleurloze klassieker” zonder uitsupporters. Een mierennest van zwarte jassen en Ajax-mutsen, verplaatst zich naar binnen. Er hangt “wedstrijdspanning”, zegt een steward van Ajax. “Maar niet anders dan normaal”. Toch is een wedstrijd tegen Feyenoord altijd bijzonder.
Achter de hoek van het veld waar de Feyenoordspelers warmlopen, is veel rumoer. “Kutkakkerlakken! Bommen op Rotterdam!”. Er klinkt een striemend fluitconcert. Harder dan tegen andere tegenstanders, maar zodra de wedstrijd begint gaat alle aandacht uit naar het veld.
Dan komt Feyenoord op voorsprong. De mensen op de tribune kijken om zich heen. Wordt er ergens gejuicht? Onrustig geroezemoes.
Halverwege de eerste helft wijst iemand naar de tribunes aan de lange zijde. Daar is niemand meer bezig met de wedstrijd. Mensen worden onrustig. “Zou er een Feyenoorder zijn?”. Er komen stewards. Ze nemen iemand mee.
Opeens een orkaan van geluid. Ajax maakt nog voor rust de gelijkmaker.
Terug naar de lange zijde. Er komt een brancard, iemand is onwel geworden. “Zie je wel dat het geen Rotterdammer was?”. Nadat het ambulancepersoneel onder luid applaus de brancard heeft meegenomen is de onrust verdwenen.
“Dat durven ze ook niet”
In de tweede helft is de aanwezigheid van Feyenoorders geen issue meer. Ajax scoort twee keer en gooit Feyenoord uit de beker. De Arena stroomt na afloop snel leeg.
“Ze zijn helemaal niet gekomen. Dat durven ze ook niet.” Een man met een roodwit gebreide muts slaat zijn kameraad op de schouder. De politie spreekt van een “rustige avond”.
Iets voor elven draait een zwarte auto de oprit naar de snelweg op. Het raam is open. Twee mannen met zwarte muts ballen hun vuist. Ze schreeuwen uit het raam. “Hand in hand! Kameraden!”