In 2013 heeft Jeugdzorg in Amsterdam veertig procent minder kinderen uit huis geplaatst dan in 2012. Dit liet Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) gisteren weten in een persbericht op zijn website. De instantie verklaart de resultaten als een eerste succes van de nieuwe gezinsgerichte aanpak.
Directeur Erik Gerritsen: “We werken sinds 2012 met een gezinsgerichte aanpak. Daarbij kijken we niet alleen naar het kind, maar naar het hele systeem eromheen: ouders, ‘brusjes’ – broertjes en zusjes, school en vrienden.” Die aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. Van 2011 naar 2013 is het aantal uithuisplaatsingen vorig jaar zelfs 58 procent gedaald. De landelijke daling was van 2011 naar 2012 3 procent. Twee jaar geleden werden er 134 kinderen uit huis geplaatst in Amsterdam. Absolute cijfers over 2013 zijn nog niet bekend.
De persvoorlichter van BJAA over de daling: “Voorheen keken we voornamelijk naar de problematiek van het kind. Nu proberen we meer problemen bij de bron aan te pakken, in plaats van de uitvloeiing, namelijk het kind. Dus bijvoorbeeld een ouder met een drankprobleem naar de Jellinek sturen.”
Voordat een kind uit huis wordt geplaatst, stelt een rechter het eerst onder toezicht. Als dat niet genoeg is, gaat een kind tijdelijk ergens anders wonen, bijvoorbeeld bij een pleeggezin. Een zogeheten gezinsmanager houdt het kind en het gezin in de gaten. Eind vorig jaar noemde kinderombudsman Marc Dullaert de rapportages van jeugdzorgorganisaties vaak onder de maat.