Voor de honderdste editie van de Who’s In Town-lezingen heeft Amsterdam University College donderdag een bijzondere gast: topwetenschapper Robbert Dijkgraaf, tevens medeoprichter van AUC. Hij spreekt voor een overvolle kantine over de belangrijke vragen in de wetenschap. “Als we één tweet mochten sturen naar een buitenaards volk, wat zou daar dan in staan?”
“So that’s a special lunch”, spreekt decaan Marijk van der Wende de 250 studenten toe in de overvolle kantine van Amsterdam University College (AUC). Ze hebben zich in de lunchpauze verzameld in de grote hal voor de honderdste Who’s In Town-lezing. Deze keer met Robbert Dijkgraaf, directeur van het Princeton Institute for Advanced Study. De aankondiging op Facebook meldt dat hij gaat praten over “those questions that AUC students, as the next generation of researchers and decision makers, will need to address.”“Het idee van Who’s in Town is om wetenschappers die in de stad zijn, bijvoorbeeld voor een conferentie, uit te nodigen voor een lezing,” aldus organisator en docent Margriet van der Heijden. Zowel docenten als studenten kunnen een spreker voordragen. Vaak zijn het vooraanstaande mensen, zoals de filosoof Michael Sandel. De lezingen zijn ook toegankelijk voor niet-AUC studenten. Volgens Nienke (22), die wel eens heeft geholpen met het organiseren van lezingen, komen die ook wel eens. Van der Heijden: “Toen de honderdste editie naderde, leek het ons leuk om Robbert uit te nodigen, omdat hij co-founder is van AUC.”
Dijkgraaf is vanochtend vanuit Duitsland aangekomen. Normaal zijn de lezingen ‘s avonds, maar door zijn strakke schema spreekt Dijkgraaf tijdens de lunchpauze. De colleges zijn speciaal hiervoor een half uur eerder gestaakt, en ze beginnen ook een half uur later. Alle zwarte stoelen, die in rijen zijn opgesteld, zijn bezet. Er staan aan de zijkant zelfs nog een paar stoelloze studenten. Van der Heijden: “Normaal komen er tussen de veertig en tachtig studenten, maar nu zat echt de hele ruimte vol. Van de brandweer mogen er ook niet meer dan 250 mensen in.”
Het spreekgestoelte met het AUC-logo staat al klaar op het kniehoge, lichtbruine podium. Het scherm van de beamer hangt uit, zachtjes klinkt er jazzmuziek. Op de betonnen muur achter het podium hangen gouden en rode ballonnen en posters van eerdere lezingen. Dan verschijnt Dijkgraaf, gekleed in een donkerblauw pak. De zaal valt stil. Na wat geklungel met zijn draadloze microfoon begint de volgens decaan Van der Wende “altijd nieuwsgierige” fysicus aan zijn betoog.
Hij praat over uiteenlopende, maar toch voornamelijk natuurkundige onderwerpen, van superconductiviteit tot quantumzwaartekracht, ondersteund door kleurrijke powerpointslides. Steeds aan de hand van een volgens hem belangrijke vraag in de wetenschap, bijvoorbeeld “what will replace space and time?”. Soms licht hij zijn uitleg toe met anekdotes en quotes van bekende wetenschappers. Zo lacht de zaal als hij vertelt dat de eerste weersvoorspelling met een computer 48 uur duurde. “Ze konden dus precies het weer van gisteren voorspellen.”
De studenten van het ‘excellente en diverse’ AUC blijven de volle drie kwartier geboeid. Om de vraag wat de belangrijkste wetenschappelijke ontdekking ooit is te beantwoorden, vraagt Dijkgraaf zichzelf: “Als we één tweet mochten sturen naar een buitenaards volk, wat zou daar dan in staan?” Het antwoord is dat de wereld uit moleculen bestaat.
Na drie kwartier is zijn verhaal klaar. Dan is het tijd voor de Q&A-sessie, zoals hij aangekondigd stond in het Facebook-evenement. Een blonde studente met een zwart colbertje vraagt: “Kunnen wetenschap en religie in de toekomst nog samengaan?” Dijkgraaf: “Oeh, dat is een hele diepe vraag.” Dan geeft hij alsnog rustig en uitgebreid antwoord. Ondertussen maakt de decaan met haar smartphone foto’s van de volle kantine en de wetenschapper.
Als de tijd om is, krijgt Dijkgraaf van dezelfde blonde studente, na twee rondes applaus, een fles overhandigd, gewikkeld in glimmend rood kadopapier. Ze kondigt aan dat er nu nog gratis thee en koffie is. Een tiental studenten blijft om de natuurkundige heen hangen, die voorovergebogen vanaf het podium hun overige vragen beantwoordt. De studenten die les hebben, pakken snel hun jas en lopen via de brede houten trap naar de lokalen boven. Anderen lopen door de regen terug naar de dorms aan de overkant van de straat. Voor Dijkgraaf wacht voor de ingang een zwarte Audi A6 met chauffeur.