Amsterdam Lowlanders, onderdeel van de Amstelveense Rugby Club (ARC), is het enige homorugbyteam van Nederland. Erik Schoonhoven (32), ‘de communicatiehomo van het team’, praat over de Lowlanders en de huidige ophef rondom homo’s in de sportwereld.
“Het team heeft ongeveer zestig leden, van wie negentig procent homo is. Van september tot maart spelen de Lowlanders in de Nederlandse competitie in het derde seniorenteam van ARC. In dat team is ongeveer de helft homo. Aan het eind van het seizoen, vanaf maart, volgt het homospecifieke deel. Dan spelen we met de Lowlanders tegen andere homoteams uit grote steden, zoals Brussel en Berlijn. En eind augustus is het WK in Sydney.”
Waarom een speciaal team voor homo’s?
“Homo’s zullen niet zo snel in hun eentje naar een rugbyclub gaan. Het is een vooroordeel, maar rugby ligt voor homo’s niet voor de hand als sport. Uiteindelijk is een apart homorugbyteam niet echt nodig. Maar de drempel wordt er wel lager door. En veel leden vinden het team gewoon leuk. Daarom hebben we ook een aantal heterospelers.”
Vorige week kwam voormalig Duits voetbalinternational Thomas Hitzlsperger uit de kast. Homoseksualiteit lijkt nog steeds een taboe in de voetbalwereld. Geldt dat ook voor rugby?
“Gareth Thomas, jarenlang aanvoerder van het nationale rugbyteam van Wales, was een van de eerste professionele teamsporters die uit de kast kwam. Dat deed hij pas na zijn carrière. Sindsdien volgden nog meer professionele rugbyspelers, ook tijdens hun carrière, en daar werd vanuit de rugbywereld eigenlijk alleen maar voor geapplaudisseerd.
“Rugby is wat dat betreft echt anders dan voetbal. Hoe mannelijker de sport, hoe minder moeite er is met homoseksualiteit. Homo’s die vroeger zijn gepest, hebben geen goed beeld van hetero’s. In de rugbywereld zien ze hoe open en warm heteromannen kunnen zijn. Respect is een hele belangrijke waarde in rugby. De cultuur is uniek. En stoere mannen zijn eigenlijk echte schatjes.”
Zijn er in de rugbywereld nog veel topsporters die niet voor hun homoseksualiteit durven uitkomen?
Het is even stil. “Afgelopen jaren zijn de nodige rugbyers al uit de kast gekomen. Maar dat kan nog wel wat meer, denk ik.”
De koning en de premier maakten vorige week bekend naar Sotsji af te reizen voor de Olympische Winterspelen. Een goede beslissing?
“Ik vind de delegatie topzwaar. Rutte had van mij niet hoeven gaan. Ik ben er niet blij mee, maar het is begrijpelijk. Eigenlijk is het een samenloop van omstandigheden. Nederland heeft met Rusland een moeilijk jaar achter de rug. En de koning is nou eenmaal heel actief geweest voor het Internationaal Olympisch Comité.
“Het is internationaal bekend dat Nederland voorop heeft gelopen met de acceptatie van homo’s. Nederland was bijvoorbeeld het eerste land dat het huwelijk openstelde voor homo’s. Dat zal ook op televisie verteld worden als de Nederlandse delegatie in beeld is. Maar de situatie van homo’s in Rusland is heel ernstig. Ook hetero’s moeten zich dat aantrekken. Discriminatie is expliciet verboden volgens de Olympische regels. Rusland wordt met de dag onleefbaarder en gevaarlijker voor homo’s.”
Rutte belooft in Sotsji een gesprek over homorechten te voeren. Heeft dat zin?
“Nee. Verkeerde tijd en verkeerde plek.“
En in Nederland? Moeten er meer homorugbyteams komen?
“In Amsterdam zijn er genoeg homo’s voor een eigen team. Maar niet voor iedere stad is dat haalbaar. En rugby is niet voor iedereen geschikt om te doen. Het zou geweldig zijn als we over een tijdje voldoende spelers hebben om een eigen Lowlandersteam in de Nederlandse competitie te hebben. We groeien als kool, dus wie weet.”