Zelfs bij de rechter kreeg de Duitse kunsthandelaar Markus Roubroucks zijn schilderij van Vincent van Gogh niet erkend als authentiek. De Amsterdamse rechtbank doet inhoudelijk geen uitspraak over de analyse van het Van Gogh Museum, maar laat dat over aan experts. Hoe doorslaggevend is zo’n oordeel voor veilinghuis Christie’s?
Het Stilleven met Pioenrozen is volgens het Van Gogh Museum in Amsterdam geen echte Vincent van Gogh. Desalniettemin probeert de Keulse kunsthandelaar Markus Roubroucks het familiestuk al dertig jaar erkend te krijgen. Hij begon een rechtszaak tegen het oordeel van het museum. De Amsterdamse rechtbank laat zich daar niet over uit: niet de rechter, maar experts beoordelen kunst.
Het Van Gogh Museum krijgt jaarlijks zo’n tweehonderd echtheidsverzoeken, “maar helaas zijn dat zelden authentieke schilderijen. Meestal leggen mensen zich hierbij neer. Roubroucks niet, maar wij zien geen aanleiding voor nieuw onderzoek”, aldus Ingrid Looijmans, woordvoerder van het museum.
Zonder het oordeel van het museum kan Roubroucks het schilderij niet als echt verkopen, “maar hij is vrij naar andere experts te stappen, we zijn geen monopolist”. Echtheid scheelt in de prijs, dat weten ze ook bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam. Sophie Bremers is daar specialist van de oude meesters en de negentiende eeuw. Zij beoordeelt de herkomst van schilderijen.
Hoe doet u onderzoek?
“Met name zeventiende eeuwse kunst is niet altijd gesigneerd, dus we kijken naar de documentatie en of het bij het oeuvre past van de betreffende schilder. Als het werk onbekend is, vragen we experts om raad. Verder is het ook een beetje fingerspitzengefühl.”
Is dat niet moeilijk?
“Niet perse moeilijk, maar laatst verkochten we bijvoorbeeld een schilderij van Jan Brueghel de Tweede, An Allegory of Tulipomania, ongesigneerd en niet opgenomen in de literatuur. Brueghel is een belangrijke kunstenaar uit zeventiende eeuw en veel nageschilderd, maar dit is zo goed dat we het volledig toeschrijven aan de kunstenaar. Voor de Brueghel hebben we de Duitse expert Claus Ertz ingeschakeld.”
Hoe lang was hij bezig?
“Een kwartier.”
Een kwartier? Op fingerspitzengefühl?
“Soms. Soms een aantal weken of langer. Hij ziet al dertig jaar Brueghels. Als het meteen duidelijk is, dan hoeft hij geen drie dagen te kijken.”
De experts van het Van Gogh museum zagen al snel dat het Stilleven met Pioenrozen geen Van Gogh betrof. Maar een kwartier is wel heel kort volgens woordvoerder Looijmans. “Was het maar zo makkelijk. Zo snel is het niet beoordeeld. Alle verzoeken gaan langs verschillende experts op het gebied van herkomst, voorstelling, stijl en locatie. Het was op alle punten duidelijk.”
Looijmans gaat niet verder in op dit specifieke geval, maar benadrukt dat het Van Gogh Museum zelf ook gebaat is bij een nieuwe ontdekking. Vorig jaar werd de Zonsondergang bij Montmajour na twee jaar onderzoek echt verklaard. “Omdat zo’n ontdekking heel veel voor ons en anderen betekent, doen we zorgvuldig onderzoek. Bij de Pioenrozen was aanvullend onderzoek niet aan de orde.”
Mevrouw Bremers, gaan jullie bij Christie’s ook naar het museum met een vermeende Van Gogh?
“Ja, als zo’n autoriteit zegt dat het niet goed is, worden wij als veilinghuis heel voorzichtig in de beschrijving en de taxatie.”
Wat doen jullie in zo’n geval?
“Als de expert nee had gezegd, dan hadden we het niet als een volle Brueghel verkocht, maar als toegeschreven aan Brueghel.”
De authenticiteit is dus niet vastgesteld. Klinkt als gebakken lucht.
“Het werk komt in de buurt, maar de expert ziet dat anders. Volgens ons is het nagenoeg echt, vandaar toegeschreven aan. De hoofdreden voor een aankoop blijft of iemand het mooi vindt.”
Dus Roubroucks kan het schilderij wel verkopen?
“Ja, maar het is wel heel vervelend als het wordt afgekeurd door zo’n autoriteit.”
Verkopen jullie ook neppers?
“Bij negentiende-eeuwse kunst zoals Van Gogh niet. Maar bij oude schilderijen is minder aan de orde of het een vervalsing is of niet. We beschrijven gewoon goed hoe we het zien: toegeschreven aan, van een student of als authentiek.”
Of het was de toenmalige schilder op de hoek die ook even een Rembrandt maakte.
“Dan typeren we het als ‘uit de omgeving van de schilder’.”
U verkoopt het leuk.
“Omdat wij goed onderzoek doen. Wij moeten uitleggen aan onze klanten waarom we denken dat het authentiek is en niet toegeschreven aan. In principe veilen we alles wat we goed genoeg vinden, boven de drieduizend euro.”
En jullie zakken met de prijs.
“Ja, maar de markt bepaalt de waarde. Je kunt nooit helemaal de vinger leggen op de echtheid, we waren er immers niet bij toen het gemaakt werd.”
An Allegory of Tulipomania werd voor 259.500 euro verkocht, drie keer zoveel als de taxatiewaarde.