‘Droom NAT!’ Het is een leuze die blijft hangen bij de achterban van de jongste politieke partij van de stad. Maandagavond presenteerde de Nieuwe Amsterdamse Toekomst (NAT) haar partijprogramma in een afgeladen café Noir op het Weesperplein.
Waar staat NAT voor?
“We willen dat het perspectief waarmee de politiek naar problemen kijkt, verandert in een jongere blik. Onze generatie kan heel veel, als we de ruimte krijgen. Het is een misverstand dat wij sec een jongerenpartij zijn. We willen alleen hun potentieel gebruiken. Hun manier van naar problemen kijken en vooral: ze oplossen. Ons programma is goed voor iedereen.”
Jullie zijn een nieuwe partij. Hoe proberen jullie de aandacht op jullie te vestigen?
“We maken veel gebruik van sociale media. Mensen moeten doodgegooid worden met NAT. Ook delen we elke week soep uit op de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Dat is een goede gelegenheid om mensen even aan te spreken en te vertellen over onze partij. En stunts, maar die blijven nog even geheim.”
Waarom sluiten jullie je niet aan bij de gevestigde partijen?
“Omdat we dan ons programma niet uit kunnen voeren. En omdat ik dan niet in de Raad ga komen. Daarbij bestaan ideologieën van die partijen al decennia, daar verandert niet zomaar iets in. Dat is zonde. Zij zien iets over het hoofd dat wij wel zien, namelijk het potentieel van onze generatie.”
U denkt dus niet dat u daar uiteindelijk meer kunt bereiken?
“Nee. Ik had wel bij de PvdA of zo kunnen gaan, maar dan ben ik tien jaar bezig voor ik in aanmerking kom om de Raad in te gaan. Dan is het al te laat om nog iets te veranderen.”
Denkt u dat u genoeg kennis van zaken hebt?
“Dat is ook iets wat we maar moeten aankijken. Ik ga natuurlijk keihard mijn best doen. Kijk: iedereen die in de Raad komt, moet het een keer voor het eerst doen, of je nou 58 bent of 21. Het is een kwestie van je een beetje inlezen. Ik heb er vertrouwen in.”
En uw studie?
“Voor de Raad staat tweeënhalve dag per week, dus dat kan gecombineerd worden.”
Bent u wel eens bij een raadsvergadering geweest?
“Eerlijk gezegd niet, nee. We gaan nog wel, hoor, we zijn nu alleen heel druk met campagnevoeren.”
Stel: NAT wordt een groot succes. Gaan jullie dan meer lokale afdelingen opzetten en mikken op de landelijke politiek?
“Dat is verre toekomst, dat moeten we dan maar zien. We moeten eerst kijken hoe het gaat als we in de Raad zitten. Het is leuk als de campagne lukt, maar dan is er nog de raadsperiode zelf.”
Bij welke partijen denkt NAT aansluiting te vinden?
“Dat is ook nog niet echt aan de orde. Voor nu zijn de verkiezingen het belangrijkst. En we zijn sowieso niet extreem links of extreem rechts, dus het zal geen probleem zijn om aansluiting te vinden bij andere partijen.”
Jullie partijprogramma bevat veel duurbetaalde plannen. Hoe realistisch zijn die?
Lachend: “Het is verkiezingstijd, hè, alles is gratis! Nee, we zijn natuurlijk een nieuwe partij, dus we weten nog niet zo goed hoe het zit met de financiën. Natuurlijk wordt er flink bezuinigd, maar er gaan nu ook veel meer bevoegdheden naar de gemeente. Dat schept meer beleidsruimte.
De kans dat wij de grootste partij worden, is uitzonderlijk klein. Maar wat wij willen bereiken, is dat we daar gaan zitten en dat anderen denken: ja, die gasten hebben gelijk. We willen nu vooral zaken op de agenda krijgen. Als smaakmaker van de Raad, zoals we onszelf zien, moet dat lukken.”
NAT pleit voor meer inspraak van de burger. Zijn Amsterdammers daar wel politiek actief genoeg voor?
“Nu niet echt. Je moet ervoor zorgen dat ze een keer naar een inspraakavond komen, of naar een raadsvergadering. Hoe we dat gaan doen? Reclame. Je ziet in de stad nooit een poster met daarop: ‘Kom een keer langs bij de gemeenteraadsvergadering!’ Waarom eigenlijk niet?”
