In de probleemwijk Kolenkit werd woensdag een nieuwe buurtkamer geopend. Het is een initiatief vanuit buurtbewoners. Je kunt er op computerles bij Ruud, of de Koran lezen.
Terwijl het liedje ‘Born To Be Wild’ draait, drinken zo’n vijftig buurtbewoners rustig hun drankjes in de nieuwe buurtkamer B.A.C.K. (Buurt Activiteitencentrum Kolenkit) aan de Bos en Lommerweg. Tot de rood-wit-blauwe slinger die de ruimte siert naar beneden stort. Een lange allochtone man met een snor springt de lucht in om de slinger te redden. Iedereen lacht. Het middelste vlaggetje scheurt.
Een buurtbewoner komt aansnellen met een ladder. Hij klimt erop en maakt de slinger weer vast. Maar dan raakt de andere kant los. Nogmaals gelach. De slinger wordt opgevangen door de mensen in de ruimte zodat hij de grond niet raakt. De man verplaatst de trap en wordt een paar keer amikaal op zijn schouder geslagen.
Het samen doen. Dat is het idee van de nieuwe buurtkamer in de Kolenkitbuurt. In 2009 was de wijk nog de slechtste van Nederland. De overheid heeft veel geld in de Kolenkit gepompt toen de wijk bovenaan de prioriteitenlijst stond van Ella Vogelaars (toen minister Wonen en Wijken, PvdA) probleemwijken. Deze zomer rapporteerde het Sociaal Cultureel Planbureau dat Vogelaars aanpak niets heeft opgeleverd.
Bestuurslid Barbara Asselbergs heet alle bewoners die nog binnenkomen welkom. Buurtkamer B.A.C.K. verschilt volgens haar van andere initiatieven doordat het door buurtbewoners zelf is opgezet. “Hierdoor is er veel draagvlak in de wijk. B.A.C.K moet een ontmoetingscentrum worden waarvan buurtbewoners gebruik kunnen maken. Je kunt er leren fietsen, leren koken of computerles volgen bij Ruud. Mensen kunnen er gedichten voorlezen als ze willen. Of de Koran.”
Een Marokkaanse vrouw met een rode hoofddoek staat alleen in de hoek. Rechts van haar staat een whiteboard waarop in blokletters ‘ideeën’ staat geschreven. De vrouw loopt naar het bord. Ze gaat ervoor staan en pakt de pen. Ze aarzelt en legt de pen weer neer. Een man van een jaar of vijftig met een alpinopet gaat naast haar staan en begint een gesprek. Hij begint aan zijn tweede glas bier terwijl hij zijn eerste nog in zijn hand houdt.
Annet Bogie staat in de andere hoek. Ze is een buurtjuf: ze geeft Nederlands aan Berberse vrouwen. Toen ze drie jaar geleden naar de Kolenkit verhuisde, kreeg ze constant de vraag “hoe veel slechter het wel niet met me ging dat ik naar West vertrok”. Zelf merkt ze ook wel dat de afstand tussen de culturen en verschillende groepen groot is. “Het is moeilijk ze allemaal te mobiliseren.”
De hooggehakte bestuursvoorzitter Hanneke Weber begint een halfuur te laat met haar speech. Ze stelt de buurtbewoners eerst gerust. “Als u nu denkt: ‘Oh jee, nog een clubje voor een select groepje mensen in de Kolenkit.’ Dat is niet waar. Deze buurtkamer is voor iedereen. Waar je ook vandaan komt, hoe lang je hier ook woont.”
Margot Lötters, projectmanager van de Kolenkitbuurt, probeert de bewoners te enthousiastmeren. De wijkagent grapt over haar jurk: “Heb je met mijn vriendin gewinkeld? Die heeft precies dezelfde! Staat je goed hoor!” Ze roept het buurtteam naar voren, dat enthousiast en een beetje verlegen glimlacht.
Ingrid, de gekleurde penningmeester, zegt: “Ik zie de buurt groeien. We zijn multicultureel, maar alle doelgroepen kunnen hier in B.A.C.K. samenwerken.” De buurtbewoners klappen. De man met de alpinopet heft zijn beide biertjes in de lucht. De borrel kan beginnen.
Wat Marokkaanse vrouwen vertrekken. Tegenover de nieuwe buurtkamer zit slagerij Akbar. De slager heeft een grote zwarte baard en een winkel vol kippenpoten. Als hij naar buiten kijkt, ziet hij de rode loper en de ballonnen. Hij haalt zijn schouders op. Hij wist het niet, kan zich niets herinneren van een uitnodiging. Maar hij vindt het wel leuk: het is goed voor de buurt.