Het Wittefietsenplan en de Witkar, het zijn ruim veertig jaar oude ideeën, maar helemaal van deze tijd. Schoon en praktisch. Luud Schimmelpennink kreeg de experimenten in Nederland niet van de grond, maar in Barcelona, Parijs en New York zijn de witte fietsen een succes. Wie is de man achter deze vooruitstrevende concepten?
Het wagentje ziet er een beetje vreemd uit. Een glazen constructie op drie wielen, met een witte deksel als dak. Het doet nog het meest denken aan een rijdend beschuitblik, de Witkar. Het is het geesteskind van Luud Schimmelpennink (78), PvdA-gemeenteraadslid in Amsterdam en oud-Provo.
De Witkar is elektrisch aangedreven en ondanks de leeftijd – een aantal reed van 1974 tot 1986 rond in Amsterdam – nog behoorlijk kwiek. Schimmelpennink heeft zijn Witkarren laten renoveren. Vorige week vrijdag haalde hij zijn veertig jaar oude wagentjes weer van stal, om het belang van schoon openbaar vervoer bij de gemeenteraad aan te kaarten.Het tegengaan van luchtverontreiniging en parkeerproblemen, het lijkt de roeping van Schimmelpennink. Hij heeft er een levensmissie van gemaakt. Schoon en praktisch zijn daarbij kernwaarden. Niet alleen belangrijk in Amsterdam, maar universele waarden voor alle steden. Ook zijn witte fietsen kwamen aan bod in de presentatie voor de commissie Verkeer en Vervoer van Amsterdam.
Het Wittefietsenplan van Schimmelpennink was een nobel streven. In de jaren zestig bleef het vooral bij een streven, want behalve een paar proeven is het plan in Nederland nooit echt van de grond gekomen.
“Niet vandalismebestendig”, zegt Roel van Duijn, oud-Provo, voormalig politicus en wethouder in Amsterdam en vriend van Schimmelpennink.
Maar opeens is het Wittefietsenplan weer actueel.
Van Duijn: “Al bijna vijftig jaar geleden door mij en Luud gepresenteerd.”
“Daar ligt nog steeds zijn voornaamste interesse”, zegt Michiel Mulder, mede-raadslid van de PvdA. “Hij maakt zich altijd sterk voor het milieu, de fiets en de elektrische auto.”
Amsterdam, waar gemiddeld twee miljoen kilometer per dag op de fiets wordt afgelegd, kampt met een probleem. Al jaren zijn het netwerk van fietspaden en de toegankelijkheid van de fiets een voorbeeld voor andere hoofdsteden in de wereld. Maar nu zijn de smalle fietspaden overvol en puilen de fietsenrekken uit. Amsterdam slibt dicht.
Schimmelpennink draagt passievol oude en nieuwe ideeën aan om de chaos tegen te gaan. Het Wittefietsenplan anno 2013; een internetsite om fietsen op te sporen die naar het Fietsdepot zijn verplaatst en elektrische publieke auto’s.
Provo
De jaren zestig van de vorige eeuw. Schimmelpennink woont op de Heiligeweg, in de oude binnenstad van Amsterdam, om de hoek van het Spui, waar het Lieverdje staat. ‘Anti-rookmagiër’ Robert Jasper Grootveld organiseert bij dit beeld happenings tegen de ‘verslaafde consument’. Grootveld stelt het Lieverdje als symbool omdat het door een sigarettenfabrikant aan de gemeente Amsterdam is geschonken.
Het Nederland van de wederopbouw, het Nederland van na de oorlog maakt plaats voor een nieuwe wereld. Een wereld van economische groei en maatschappelijke en culturele ontwikkeling.
Nederland is een burgerlijk en gezapig land geworden. Terwijl buiten de Nederlandse grenzen de Berlijnse muur wordt gebouwd, Kennedy wordt vermoord en Martin Luther King zijn befaamde speech houdt, genieten de Nederlanders vooral van hun verworvenheden en van de toenemende welvaart. Maar in het jeugdige deel van de samenleving rommelt het. Complexe jaren, de jaren zestig.
De Amsterdamse politie weet de happenings van ‘anti-rookmagiër’ Grootveld bij het Lieverdje niet te waarderen. Nee, ziet het zelfs als provocatie. Gevolg: hard ingrijpen. Zo ontstaat er een groep die ageert tegen macht en streeft naar een verandering van mentaliteit. De Provobeweging.
Schimmelpennink is gefascineerd door happenings en ontmoet daar Van Duijn. Volgens Van Duijn is Schimmelpennink op dat moment nog vrij schuchter, maar heel technisch en rationeel. “Hij was totaal anders dan ik. Ik was weer beter met teksten, dat ging hem niet zo goed af. Ik vroeg hem een artikel over het Wittefietsenplan te schrijven, maar daar zaten allemaal spel- en stijlfouten in. De inhoud was wel erg goed en nadat ik er met een stofkam doorheen ben gegaan, was het prima te plaatsen. Overeenkomst? Hij was net als ik heel erg vóór verandering.”
Het in beslagnemen van het Provoblad door de politie gaat Schimmelpennink te ver. Het druist in tegen de democratie en de persvrijheid die daarin ligt verankerd. Een protestaffiche is Schimmelpenninks reactie en zijn aansluiting bij Provo is een feit.
Provo richt zich op jongeren. Provo wil ze politiek besef bijbrengen en ze tegen de klassenmaatschappij laten keren. Provo is een breuk met de gangbare ideeën. In Europa is Amsterdam de eerste stad waar iets verandert, Duitsland en daarna Frankrijk volgen.
Witte Fietsen
Schimmelpennink groeit uit tot een van de bekendste Provoleden. Al snel draagt hij zijn Witte fietsenplan aan, wat past in de strijd tegen de verslaafde consument. Weg met de auto!
“De auto”, zegt Van Duijn, “moest Amsterdam niet gaan veroveren en de fiets wegdrukken.”
Schimmelpennink wil Amsterdam autovrij maken. De luchtkwaliteit bevorderen. De stad toegankelijker maken voor voetgangers. Op zijn werk op een scheepswerf in Amsterdam-Noord rijden de bazen rond op gele fietsen, om wat langere afstanden te overbruggen. Ze kunnen de fietsen pakken en neerzetten waar ze willen. Het brengt Schimmelpennink op het idee. Een publieke fiets in heel Amsterdam biedt uitkomst, is schoon en neemt weinig ruimte in.
“De fiets is iets, maar bijna niets”, zegt Van Duijn. “Het was een uitspraak van mij en Luud.”
De Provo is heeft inmiddels een zetel bemachtigd in de gemeenteraad van Amsterdam. Schimmelpennink neemt begin 1967 de plaats in de raad met als belangrijkste doel het invoeren van het Wittefietsenplan. Tijdens de stemming krijgt het echter weinig bijval: 2 stemmen voor – waarvan 1 van Schimmelpennink zelf – en 43 stemmen tegen. De raad is van mening dat de fiets iets was van voor de oorlog en dat de auto de auto de toekomst heeft.
Rookbommen
Een jaar eerder, maart 1966. Schimmelpennink staat op het punt zijn beruchtste actie voor de Provobeweging uit te voeren: het leveren van de grondstoffen voor de rookbommen, die bij het omstreden huwelijk van prinses Beatrix en Claus van Amsberg werden ontstoken. Provo is fel tegen het huwelijk. Claus had in de Hitlerjugend gezeten en gediend in het Duitse leger. Met de Tweede Wereldoorlog nog in het achterhoofd wordt gekozen voor geweldloos protest.
Het recept van de rookbommen is simpel. Poedersuiker als brandstof en salpeter als zuurstofleverancier, in bolletjes van aluminiumfolie. Een brandende sigaret dient als lont. Achterop de scooter bij een ander prominent Provolid, Bernhard de Vries, vervoert Schimmelpennink de salpeter naar Amsterdam. Twee emmertjes vol.
Het aluminiumfolie raakt op en kleine damestasjes waren een goed alternatief. Dat blijken achteraf ook nog de beste rookbommen te zijn. Vrouwen die niet bekend waren bij de politie konden ze zo voor de voeten van de paarden gooien.
De avond voor de bruiloft van Beatrix en Claus heeft Schimmelpennink volgens Van Duijn nog het idee geopperd om onder water in het riool van de Westerkerk een stinkbom af te steken en zo de stinkende lucht de kerk in te blazen.
Van Duijn: “De politie was daar nogal angstig voor en heeft in ‘kikvorspakken’ de hele gracht afgezocht. Tevergeefs, want het is niet doorgegaan.”
Het was een roerige tijd, de tweede helft van de jaren zestig. Van Duijn is sindsdien geschaduwd door de AIVD en hij is erachter gekomen dat ook Schimmelpennink door de geheime dienst in de gaten werd gehouden.
“Ik heb een rechtszaak aangespannen en eiste alle documenten in te zien. Ik kreeg een lijst in handen waar allemaal bekende Provoleden op stonden, met een beschrijving van hun bezigheden. Luud werkte in die tijd twee dagen per week als freelance-uitvinder bij een producent van landbouwwerktuigen. De namen waren zwart gemaakt, maar één beschrijving was als volgt: ‘Hij vindt het belangrijk maar twee dagen per week te werken, terwijl zijn vrouw zwanger is’. Dat kan alleen maar Luud zijn. De geheime dienst was niet echt van hem onder de indruk.”
Toen & Nu
Doordat Schimmelpennink twee dagen per week werkt, heeft hij wel tijd zijn plannen over schoon openbaar vervoer uit te werken. De gemeenteraad stemt zijn Wittefietsenplan weg, maar de wil om Amsterdam autovrij te maken, vertaalt hij daarom in de Witkar. Een elektrische auto met een muntsysteem. Ook wel de ‘Elektriese Munt-Oto’ genoemd.
In 1972 maakt Schimmelpennink zijn plannen voor de Witkar openbaar. Hij wil beginnen met vijftien laadstations, maar de gemeente staat in 1973 maar één laadstation toe. Uiteindelijk komen er vijf stations en 25 witkarren in de stad, maar dat is nog steeds te weinig voor een alternatief vervoersysteem. Schimmelpennink vergelijkt het later met een tramnetwerk met maar drie haltes.
Tot vandaag de dag blijft schimmelpennink, ook industrieel ontwerper, zich inzetten voor schoon openbaar vervoer. Hij is een gewaardeerd raadslid. “Lekker Amsterdams”, zegt mede-raadslid Mulder, “open, eerlijk en een beetje eigenwijs.”
“Toen hij kortgeleden in een raadsdebat een standpunt verdedigde, werd hem door een ander raadslid verteld dat dit niet het standpunt is van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. ‘Plaats je me nou op één lijn met de PvdA?’, was zijn reactie.”
De Witkar laat Schimmelpennink weer als demonstratiemodel door de stad rijden en net als in 2000 doet hij opnieuw een poging het Wittefietsenplan in Amsterdam in te voeren.
Opmerkelijk dat het in Amsterdam en andere Nederlandse steden nog niet is aangeslagen. In Parijs, Kopenhagen en Barcelona is het een groot succes, een publiek fietssysteem in de geest van de witte fietsen van Schimmelpennink. En sinds een maand rijden er ook public bikes in New York rond.
“Daar vinden ze het de hemel”, zegt Van Duijn, “op schone fietsen de stad terugwinnen van de auto.”
Het moet de fietsers zo makkelijk mogelijk worden gemaakt in de stad. De fietsenchaos in Amsterdam, maar ook andere Nederlandse steden, vraagt om actie.
Luud Schimmelpennink wordt op 27 mei 1935 geboren in Amsterdam, als oudste in een katholiek gezin met elf kinderen. Na de ambachtsschool en de hogere technische school in Amsterdam, krijgt hij een baan als hoofd van het constructiebureau van Stork Werkspoor in Utrecht. Dit bedrijf is hem niet inventief genoeg en hij gaat als freelancer aan de slag voor Vicon in Nieuw-Vennep, een fabriek in landbouwwerktuigen.
Begin jaren zestig trouwt Schimmelpennink met zijn vriendin Afren. Ze krijgen twee kinderen. Een paar jaar later sluit hij zich aan bij de Provobewiging. In 1967 is hij anderhalf jaar gemeenteraadslid in Amsterdam voor Provo. In 1987 richt Schimmelpennink industrieel ontwerpbureau Y-tech Innovaties op. Hij ontwerpt een overdekte ligfiets, een moderne transportfiets en een apparaat om tijdens kaartcontroles het opgegeven adres te controleren. Als lid van de PvdA neemt hij in 2010 weer zitting in de gemeenteraad van Amsterdam.
Volgens de gemeente is de oplossing het massaal wegknippen van fietsen. Schimmelpennink ging met de handhavingsdienst mee en kwam tot de conclusie dat het wegknipbeleid is doorgeslagen. Het moet zorgvuldiger. Als gemeenteraadslid pleit hij ook voor een betere informatievoorzieningen van het Fietsdepot, waar de weggeknipte fietsen naartoe worden gebracht. Er moet een website komen waarop foto’s van de fietsen geplaatst worden. Nu is het onduidelijk of de fiets gestolen is of weggehaald door de gemeente.
Schimmelpennink heeft altijd zich ingezet voor schone stadslucht. Of het nou om een elektrisch wagentje gaat of een witte fiets, hij doet alles om luchtverontreiniging en een overvolle stad tegen te gaan. In 1967 deed hij dat in de gemeenteraad namens Provo. Toen hij na anderhalf jaar zijn plek afstond aan een ander Provolid sprak hij de volgende woorden: “Ik heb zo’n beetje alles gezegd wat ik wilde zeggen. Als ik nu langer blijf, zou ik in herhaling treden”
Als zijn termijn in de gemeenteraad voor de PvdA volgend jaar afloopt, spreekt hij misschien dezelfde woorden. Maar dan moet er wel een nieuw Amsterdams Wittefietsenplan komen. Eigenlijk was hij al die jaren zijn tijd vooruit.