Het CDA doet er alles aan om bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 weer mee te tellen. En daar is alle hulp bij nodig. In de zoektocht naar nieuwe raadsleden organiseren de christen-democraten daarom ‘speeddates’ met politici. Niet iedereen laat zich alleen makkelijk verleiden.
Bij het geluid van voetstappen draaien enkele hoofden naar de deur. De stilte overheerst. Het is bekijken en bekeken worden. Er gaat een blauwe viltstift in de zaal rond. Met het invullen van de naambordjes is niemand meer anoniem.
In het Gelderse Velp is het half tien s’ochtends als zestien CDA-leden elkaar op hun vrije zaterdag ontmoeten. In de theaterzaal van het Parkstraete zalencentrum zijn er op drie vrouwen na vooral mannen van boven de veertig afgekomen op de cursus ‘oriëntatie raadslidmaatschap’.
Een enkeling heeft een net pak of een colbert aangetrokken, de rest koos toch maar voor een gekleurde poloshirt op een spijkerbroek. Ver voor het podium staan enkele tafels in een vierkant opgesteld. Het rode gordijn dat voor het podium hangt, brengt nog beetje kleur in de zaal. Trainer Kees van Rooijen loopt snel naar binnen en kijkt op zijn horloge. Er ontbreekt nog een van de twee Gelderse politici die straks moeten gaan ‘daten’.
Hij begint maar met de kennismakingsronde. Hij staat snel op van achter zijn tafel. “Even opsplitsen in tweetallen, jullie moeten elkaar straks introduceren”. Tijdens het presenteren wordt duidelijk dat het CDA ook op lokaal niveau een echte ‘bestuurderspartij’ is. Actiegroepen, schoolbesturen of carnavalsverenigingen: bij allemaal zit er wel een CDA’er. Van Rooijen kijkt goedkeurend door de zaal. “Er zit hier niemand die niet maatschappelijk actief is. Stuk voor stuk weten jullie wat er leeft binnen je gemeente”.
Of ze die kennis allemaal kunnen gebruiken, is nog maar de vraag. Drie jaar geleden verloor het CDA bij elkaar ruim tweehonderd zetels in alle gemeenteraden. Het was de slechtste uitslag van een gemeenteraadsverkiezing in de geschiedenis van de partij. Om het CDA weer terug in de gemeenteraden te laten te komen moet veel campagne worden gevoerd en dat beseft de partij goed. Zo startte het Steenkampinstituut, het CDA-scholingsinstituut, al in april en mei met introductietrainingen voor het raadslidschap in Noord-Brabant en Zuid-Holland. In de zaal zit ook Pepijn Diederen, de medewerker van het instituut in Gelderland. Volgens hem zijn er genoeg enthousiaste leden te vinden in zijn provincie. “Van de 26 mensen die waren uitgenodigd, zijn er zestien op komen dagen. Natuurlijk moeten die nog kijken wat ze gaan doen, maar ze zijn in ieder geval nieuwsgierig”.
Bijna ongemerkt loopt de verwachte raadslid binnen. Zodra de deelnemers hem doorhebben, is de ontspannen sfeer alweer vervlogen. In alle stilte flitsen hun ogen van elkaar, naar de raadsleden en weer terug.
Herman Jonkmans (53) uit Tiel komt dan maar direct ter zake. “Hoe zit het met tijd? Kan je wel raadslid zijn met een volledige baan?”. Daar is iedereen wel benieuwd naar. De raadsleden proberen iedereen gerust te stellen.
“Reken op zo’n twee avonden werk in de week”,
“Hoe meer fractieleden, hoe minder je hoeft te doen”,
en “werken naast deze baan is goed, zo sta je nog met twee benen in de samenleving’’, antwoorden ze.
Sommigen knikken instemmend met hun hoofd. Een vrouw fronst en steekt haar hand op. “Ik wil kijken of het raadslidmaatschap wat voor me is. Toch denk ik: kan ik dat wel, kan ik ook tegen het verbale geweld wat er op je afkomt?”
Er klinkt wat gemompel. Jolanda Wouters uit Zevenaar heeft ook haar bedenkingen. “Soms zie ik hoe de CDA-ers in onze raad het niet eens zijn met een voorstel, maar toch hiermee instemmen om de boel niet te laten knallen. Dat jeukt bij mij”.
De groep wordt luidruchtiger. Er komen kleine gesprekjes op gang, nu de raadsleden niet meer aan woord zijn. Van Rooijen haakt in. “In de coalitie moet je compromissen sluiten, daar is niets aan te doen. In de oppositie kan je je als partij juist weer goed profileren, alleen moet je oppassen dat je geen tegenpartij wordt”.
Hij raadt de mogelijke kandidaten dan ook aan “nooit op de persoon, maar altijd op de zaken te spelen”. Jonkmans’ blonde krullen deinen mee als hij met zijn hoofd wiebelt en fluistert “dat gebeurt in de praktijk natuurlijk wel en dan krijg je het ook net zo hard terug”.
Drieëndertig jaar werkte hij bij de politie. Nu is hij bestuurder bij een commercieel beveiligingsbedrijf. Een paar maanden geleden werd hij lid van de partij, toen hij in contact kwam met lokale CDA’ers.
“De normen en waarden binnen het CDA spreken me erg aan. Daarnaast zijn het ook leuke mensen om mee te werken, dat is ook belangrijk. Zo zijn ze een stuk minder arrogant dan sommige VVD’ers die in Tiel rondlopen.”
Ook op landelijk niveau heeft de partij volgens hem nog veel toe te voegen. “Als je kijkt naar de VVD en PvdA, gaat het alleen maar over geld. Bij het CDA gaat het om burgers en dan ook om iedereen. Niet alleen maar over de regering. Die andere twee partijen zorgen alleen maar voor polarisatie”.
De ochtend is bijna voorbij. Na enkele filmpjes over de taken van raadsleden, vullen de deelnemers nog een schema in over verhoudingen binnen de gemeenteraad. Dan gaat Van Rooijen dieper in op de geschiedenis en het gedachtegoed binnen de partij.
“Wie weet wanneer het CDA is opgericht?”. 1975? 1978? Van Rooijen onthult het zelf maar: “Dat was in 1980, mensen”. Gegrinnik in de zaal.
Ook komen Dries van Agt, Elco Brinkman en Jan-Peter Balkenende kort voorbij. “En dan onze huidige fractievoorzitter en lijsttrekker, Sybrand van Haersma Buma. Zoals jullie weten heeft die het niet makkelijk gehad.” Er komt geroezemoes op.
“Dat ligt aan de steun van de PVV”, zegt een van de heren.
“Dat hadden we ook nooit mogen goedkeuren”, reageert een ander.
Snel een ander onderwerp.
“Onze standpunten: publieke gerechtigheid, solidariteit, verspreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap. Is iedereen hier bekend mee?”.
Het blijft stil. Langzaam stromen de kenmerken voor het eerste begrip over aarzelende lippen. “Kansen voor iedereen”, “een betrouwbare overheid”. Van Rooijen rekent het allemaal goed. Het tweede begrip is moeilijker.
“De PvdA zegt toch ook solidair te zijn, is dat zo uniek aan het CDA?” vraagt hij aan de aanwezigen. Een echte oplossing heeft niemand. Een van de raadsleden helpt ze maar. “Solidariteit is binnen de christen-democratie iets tussen mensen. Bij de PvdA kijkt men naar wat zij vanuit de overheid kunnen doen voor mensen, terwijl wij meer letten op wat mensen voor elkaar kunnen betekenen.”
Er verschijnt een glimlach op Jonkmans’ gezicht en zijn ogen lichten op. “Kijk, dat is wat ik bedoel”, mompelt hij zachtjes.
Als de laatste begrippen afgehandeld zijn, lopen de cursisten om een uur naar de ontvangstzaal. Naast de bar staan de tafels al klaar en de meesten schuiven weer direct bij aan. Eindelijk lunchen met broodjes kroket, kaas of met een warme kom tomatensoep.
“En wat denk je?”, vraagt een tafelgenoot aan Jonkmans. “Ja, raadslid worden, het lijkt me wel wat. Ze hebben me overgehaald”.