GroenLinks staat er met maar vier zetels in de Tweede Kamer slecht voor. Zelfs nu de kabinetspartijen verliezen in de peilingen, krijgen de GroenLinksers er op papier geen zetels bij. Tijd voor nog meer interne analyses en onderzoeken is er niet, de gemeenteraadsverkiezingen zijn maart volgend jaar. In Amsterdam zoekt de partij een groene, linkse en vrijzinnige lijsttrekker.
De sfeer zit er tijdens het slotdebat van GroenLinks Amsterdam goed in. Denk aan de typische VVD’er, doe dit keer twee, tot de macht drie en Paul Slettenhaar komt op uw netvlies. Slettenhaar, stadsdeelvoorzitter in Amsterdam Zuid namens de liberalen, wordt op de bijeenkomst van GroenLinks levendig geïntroduceerd. “Met een bulderende lach en een bourgondische omvang zal deze man niet rusten voordat het laatste plekje in Zuid geasfalteerd is.”
Schommelen tussen drie en vier zetels
GroenLinks staat er slecht voor. Terwijl de kabinetspartijen op papier zetel na zetel verliezen, blijven de groenen tussen de drie en vier zetels schommelen. De partij wint niet door het verlies van andere partijen en dat is zorgwekkend. In Amsterdam – volgens kandidaat Paulus de Wilt een typische GroenLinks-stad – heeft de partij nu iemand nodig die het vertrouwen van de kiezer en de leden weer kan herstellen. Wie dat wordt, bepalen de Amsterdamse leden na het slotdebat.
“Wat een onzin. Wat een rechtse onzin”, roept een van de leden door de zaal als GroenLinks-kandidaat (en medewerker van Tweede Kamer-fractievoorzitter Bram van Ojik) Rutger Groot Wassink verdedigt dat iedereen van hem een auto mag hebben. Gekleed in een ongestreken hemd en rode kabeltrui maakt de man met grijs professorenhaar zich boos. Hij kijkt wat verward om zich heen, maar veel bijval krijgt hij niet.
Geen behoefte aan auto’s
Wel gaat er een siddering door de zaal als de bourgondische VVD’er voorstelt om parkeervergunningen voortaan te veilen. “Simpel gezegd: mensen met meer geld kunnen het betalen, anderen niet”, voegt hij ter provocatie nog toe.
De vier kandidaten vragen al rollend met hun ogen het woord. Hier is GroenLinks het niet mee eens. Punt. Terwijl ze allemaal de aandacht van de strak in het pak gestoken debatleider vragen, is het de 48-jarige kandidaat Jenneke van Pijpen die het hardst met haar handen wappert. Volgens haar hebben mensen geen behoefte meer aan auto’s, omdat mensen tegenwoordig hun auto delen. Ze noemt Paul Slettenhaar ridicuul en verder wil ze er geen woorden meer aan vuil maken.
Maar afscheidnemend lijsttrekker en nu wethouder Maarten van Poelgeest vraagt zich hardop af waarom zo’n veiling een gek idee is. “Rijke mensen gaan toch ook vaker uit eten en op luxere vakanties, waarom is dit dan zo raar?” Van Pijpen valt zowat van haar stoel door de opmerking van haar partijgenoot. “De openbare ruimte is onze ruimte. Die ruimte moeten we voor iedereen gelijk behandelen.”
Toont deze middag in Amsterdam West de kern van het probleem van GroenLinks?
Idealisme, dat miste hij
Paulus de Wilt zit er wat gelaten bij. Met zijn goudkleurige pak, knalpaarse overhemd en gouden oorbellen valt hij op tussen de zuim zeventig aanwezigen. Zijn rieten hoed heeft hij afgezet. Voor hem is dit het juiste moment om lijsttrekker te worden voor GroenLinks Amsterdam. Idealisme, dat miste hij de afgelopen jaren. Terwijl hij de dikke gouden oorbellen in zijn beide oren af en toe vastpakt en er lichtjes aan trekt en draait, erkent hij dat er bij GroenLinks weinig verbetering te zien is. Ja, de kabinetspartijen verliezen veel zetels in de peilingen en nee die zetels vliegen niet onze kant op, klinkt het teleurgesteld.
Maar toch gaat het beter volgens hem. “We zijn bezig met een heldere lijn. De Tweede Kamerfractie werkt goed samen en ze weten goed waar de accenten moeten liggen.” Daar leek het eerder nogal aan te schorten. Want wat en wie is GroenLinks?
Het wat verpauperde oud-schoolgebouw en het bijbehorende basketbalveld waar het slotdebat plaatsvindt, geven antwoord. Tussen de zestigplus-hippies in felgekleurde truien, bevlogen moderne ouders met knalrode monturen en de vele jongeren is er maar een iemand in een strak gesneden donkerblauw pak met das. Maar die telt niet mee; de debatleider is ingehuurd.
Leden versus electoraat
Er lijkt een groot verschil te zijn tussen de leden en het electoraat dat de partij ooit groot maakte. GroenLinks voerde succesvol oppositie tijdens de Paarse kabinetten met Rosenmöller en haalde een zetelrecord. Femke Halsema sprak tot 2010 een grote groep mensen aan met haar liberale koers. De partij kwam na verlies weer op tien zetels en ruim 27.000 leden.
Maar de kiezers die de partij zoveel blauwe zetels in de Kamer opleverden, waren geen typische GroenLinksleden. Langzaam herkenden de leden hun eigen partij niet meer; het groen leek vergeten en het linkse werd geruild tegen macht en invloed.
GroenLinks als watermeloen
“Zo in je sas met schaliegas”, klinkt het vrolijk door de microfoon. Het thema milieu is aangebroken en de debatleider geeft het startschot. Groen is naast links en vrijzinnig een van de officiële pijlers van GroenLinks. Maar hoe groen die pijler is, dat is voor de meeste leden en kiezers gissen.
De 33-jarige Jorrit Nuijens, fractievoorzitter van Amsterdam Centrum, gaat met Diederik Boomsma van het CDA en bestuurslid van de Edmund Burke Stichting gretig in debat over het weren van oude bestelauto’s uit de stad. De introductie van Boomsma zorgt voor een lacherige sfeer. “Die stichting, u weet wel, die terug wilt naar de achttiende-eeuwse nachtwakersstaat en die op de plek van het homomonument een standbeeld van Margaret Thatcher wilt.”
Terwijl de termen fijnstof, NOX en stikstofoxide door de zaal vliegen, omschrijft Boomsma GroenLinks als een watermeloen: groen van buiten, communistisch van binnen. Licht hoongelach valt hem ten deel. Boomsma: “De gretigheid waarmee uw partij het plan van de bestelauto’s omarmt toont dit. U jaagt zowel ondernemers als auto’s de stad uit.”
Paulus de Wilt denkt vooral aan alternatieve vormen van transport. Licht achterover gezakt op de kruk en aaiend aan zijn denkbeeldige sik heeft hij het over elektrische transportsystemen. “Of de vrachttram, nog steeds een goed idee”. Meer uit plichtsgevoel dan enthousiasme volgt applaus.
Marianne Poot, raadslid voor de VVD, kan zich niet langer inhouden. Ze grijpt de microfoon en vraagt de kandidaten nu eindelijk eens te kiezen. “Straks zitten jullie met je milieuzone, maar zijn alle ondernemers de stad uit. Weg economie. Kies nou eens!”
De lach om de bakfietsNooijens begint een warrig verhaal zonder enig concreet voorstel, maar komt er niet zo makkelijk van af. Hij moet iets noemen. Hij peinst en denkbeeldig tromgeroffel maakt de sfeer compleet. Dan weet hij het: de bakfiets. In driekwart van de gevallen, “oké, misschien iets minder dan driekwart”, kan het ook met de bakfiets. De lach van Marianne Poot klinkt er haast direct doorheen.
Oud-jongerenbestuurslid en afgestuurd milieukundige Socrates Schouten heeft zich er bij neergelegd: “GroenLinks gaat de komende jaren geen rol van betekenis spelen”. Volgens hem is de partij onder leiding van Femke Halsema bang geworden om stellig te zijn. Ach, groen is niet zo’n cruciaal thema. Ach, laten we meelopen met de grote thema’s. “We waren bang het grote electoraat pijn te doen, terwijl we bij uitstek een niche partij zijn.”
PragmatischLinks of GroenPragmatisch
Dat is precies wat Paulus de Wilt gaat veranderen als hij tot lijsttrekker gekozen wordt. Stevige uitspraken doen en zeggen waar het op staat, dat is zijn devies. De flamboyante 57-jarige GroenLinkser is er vanaf de eerste dag bij. Als mede-oprichter en eerste officiële lid van de partij maakten de afgelopen jaren hem soms verdrietig. “We hebben wel idealen, maar straalden het niet uit.” Hij noemt de fractie en de partij ‘regeergeil’. Te veel flirten met de macht, de oppositierol langzaam laten schieten en niet meer weten waar GroenLinks voor staat. PragmatischLinks of GroenPragmatisch, daar leek het de laatste jaren op.
Net als vele andere leden heeft ook De Wilt wel eens getwijfeld over het achterlaten van zijn partij. Maar de partij die je met ziel en zaligheid hebt opgebouwd de rug toekeren, is geen makkelijke optie. Maar voor lid van het eerste uur Paulus de Wilt is er geen alternatief. “Hoe vaak en voor welke gemeente ik ook de Stemwijzer invul, GroenLinks is altijd mijn partij.”
Socrates Schouten weet nog niet wie zijn stem krijgt. De een ziet hij nog niet op een zeepkist de menigte overtuigen, de ander is misschien nog wat te jong of te gretig. Paulus de Wilt valt in ieder geval af door zijn ‘gouden oorbellen en nonchalance’. “Met zijn verschijning vertegenwoordigt hij wel erg het oude GroenLinks.”