Een rode doek van dertig meter die van bovenop het Paleis op de Dam de diepte inrolt. Het is een van de mooiste dingen die Victor (1987) ooit heeft gezien. Samen met vrienden hing hij ’s nachts stiekem een rode strik op het paleis. De afgelopen jaren beklom Victor haast elk groot gebouw in de Amsterdamse binnenstad.
De eerste keer dat hij een klim maakte in Amsterdam, stond de politie hem beneden op te wachten. “Ze dachten dat ik probeerde in te breken”, vertelt Victor lachend. “Ik was veertien jaar en woonde in Haarlem. Mijn ouders hadden me gevraagd om hun administratie naar de accountant in Amsterdam te brengen.” Toen Victor aankwam, was de accountant net gaan lunchen. Een aanliggend gebouw stond in de steigers. “Daar kon ik makkelijk inklimmen. Ik hoopte door een open raam alsnog de papieren in het kantoor achter te kunnen laten, maar alle ramen zaten dicht.”
Een buurman zag de veertienjarige jongen klimmen en waarschuwde de politie. “Ik moest bewijzen dat ik niet had ingebroken. Omdat ik de boekhouding van mijn ouders bij me had, leek het net alsof ik die had gestolen uit het kantoor.” De politie belde de ouders van Victor. “‘Houd hem maar een paar uur vast’, zei mijn vader tegen de politie. Hij hoopte dat ik ervan zou leren.”
Bevrijdend gevoel
Inmiddels woont Victor (1987) in Amsterdam en heeft hij een eigen bedrijfje. Met een lasersnijder snijdt hij logo’s en kunstwerken uit de buitenkant van MacBooks (laptops). Het klimmen is hij niet verleerd. Zo eens in de twee weken kriebelt het. Soms ziet hij een mooie gelegenheid, andere momenten is hij gewoon in de stemming. ‘s Nachts is de beste tijd voor zijn klimpartijen, dan valt hij minder op.
Op deze heldere dinsdagavond (“Een topavond om te klimmen”) loopt hij door de stad en vertelt over zijn mooiste beklimmingen. “Zie je dat bootje voor de Coffee Company? Vanaf daar ben ik een keer naar café de Jaren geklommen.” Een voorbijganger zag hem en belde de politie, maar tegen de tijd dat die arriveerde was Victor al lang in het café op de Nieuwe Doelenstraat aangekomen, en zat daar rustig aan zijn lunch. “Niets aan de hand.”
De kick van het klimmen is het uitvinden van nieuwe manieren om ergens te komen, vindt Victor. “Het is hetzelfde gevoel als wanneer je tegen de richting een roltrap oploopt. Het voelt heel raar, je breekt een conventie voor je geest. Dat is het bevrijdende eraan.”
Klimmen voor beginners
In de Regulierssteeg, vlakbij het Rembrandtplein weet Victor een makkelijke klim voor beginners. Er loopt een brandladder omhoog, tot op het dak. Vanaf daar kun je over een doolhof van daken naar het Muntplein lopen. “Daar kun je lekker chillen op het reclamebord van de ABN Amro.” Het enige probleem is: de ladder begint pas op vier meter boven de grond. Hoe je daar komt? Victor klimt met beide benen op de vensterbank van het pand. Zijn handen plaatst hij aan weerszijden van een smalle reep muur tussen twee ramen in. Zijn voeten weten grip te vinden op de gladde bakstenen. Met een arm grijpt hij de onderste trede van de stalen trap en hijst zichzelf omhoog. “Je moet wel sterke armspieren hebben.” Nog geen twintig seconden na de aanvang van zijn klim staat hij alweer op de grond.
De Balie aan het Leidseplein is het leukste gebouw om te beklimmen, vertelt de twintiger: “Elke verdieping is anders, heel spannend.” De Beurs van Berlage is een moeilijke klim: “Weinig om je aan vast te houden.” En bovenop het Centraal Station kun je prachtig zitten, tussen de beelden van engelenvleugels.
Nachtje in de cel
Bijzonder was die keer dat hij met vrienden het Paleis op de Dam beklom en er een grote rode strik ophing. “Dat is een van de mooiste dingen die ik ooit gezien heb: die doek van dertig meter lang die de diepte in rolde.” Jammer genoeg was de politie snel ter plaatse en haalde de strik weg. Victor en zijn vrienden gingen een nacht de cel in.
Vannacht houdt Victor het voor gezien. “Ik heb het nu heel druk met mijn bedrijf. Als ik in de zomer meer tijd heb, wil ik meer klimmen. Misschien klim ik weer een keer op het Centraal Station, ik wil graag nog eens een foto maken van de engelenvleugels.”
Victor wil in verband met zijn eigen bedrijf zijn volledige naam niet in dit artikel.