“Niet overtuigend genoeg”, vindt Carsten Dominik het zondag gepubliceerde artikel in Nature Science, waarin Amerikaanse geologen de gangbare ‘Big Splash’-theorie over het ontstaan van de maan afwijzen. Dominik is universitair docent aan de UvA en onderzoekt het ontstaan van planeten. De geologen vonden wateratomen op de maan, wat volgens de ‘Big Splash’-theorie niet mogelijk is.

Volgens Dominik moet een ontstaanstheorie echter meer verklaren dan alleen die aanwezigheid van water. Er zijn chemische redenen die de Big Splash wel waarschijnlijk maken. Dominik: “Ook de samenstelling van mineralen in het maangesteente moet je kunnen uitleggen. De maan is ijzerarm, de aarde ijzerrijk. Het is alleen de korst van de aarde waarin weinig ijzer zit. De ‘Big Splash’ stelt dat de maan uit een botsing met de aardkorst is ontstaan en verklaart dus het lage ijzergehalte van de maan.”
Wellicht kan de bestaande theorie wel aangepast worden om ook het gevonden water te verklaren. “Misschien is een deel van het gesteente bij botsing niet zo heet geworden”, peinst Dominik. “Of misschien komt het water van ingeslagen meteorieten. Die komen van buiten ons zonnestelsel en bestaan voor meer dan de helft uit ijs. Doordat de maan geen dampkring heeft, ‘verbrandt’ dat ijs niet zoals de meteoriet die pas op aarde in Rusland insloeg verbrandde. Wetenschappers moeten meer maanstenen onderzoeken om uit te sluiten of de vondst geen toeval is.”