De Brandslang, een kroegentocht langs bijzondere Amsterdamse cafés die het biermerk Brand schonken, werd zeventien jaar geleden opgezet. Nu is er behalve een website met een routekaartje niets meer over van het initiatief. Wat is er in de tussentijd gebeurd?
“We wilden het Brand-gevoel uitstralen”, zegt Oscar Oosterling (1967), mede-eigenaar van Café Slijterij Oosterling op de Utrechtsestraat. Hij staat achter de bar met een rood-witte theedoek wijnglazen te poleren. “Dat mensen een huiskamergevoel krijgen door gastvrijheid en productkennis.”
Buiten prijkt in rode letters ‘Brand’ op de gevel. Binnen zijn er slechts een paar mensen, die aan de kleine tafeltjes onder grote ouderwetse fusten of aan de bar op kniehoogte zitten. Er is geen muziek, dus ze praten gedempt met elkaar.
Toevallig
Café Slijterij Oosterling is de eerste stop van de Amsterdamse Brandslang, een kroegentocht door het centrum van Amsterdam langs veelal oude, kleine en bruine cafés die Brand schenken. In 1995 wilden de inmiddels overleden Herman Ubachs van Herberg Hooghoudt en Jan Galesloot (1946), eigenaar van proeflokaal Wynand Fockink, het bijzondere karakter van hun horecagelegenheden meer onder de aandacht brengen.
Galesloot: “We begonnen met een paar kroegen. Allemaal klassieke cafés, die bijzonder zijn vanwege hun inrichting en aanbod. We hadden toen zoiets van: ‘Goh, we moeten daar een leuke route van maken’. Toevallig schonken we allemaal Brand. Zo is het idee voor een Brandslang ontstaan.”
Het idee werd direct gesteund door het Limburgse biermerk. Rayonmanager Hans Buitelaar van Brand regio Amsterdam vertelt dat het een mooie gelegenheid was voor het biermerk om samen met de proeflokalen op te trekken. “Zo konden we gezamenlijk laten zien dat we trots zijn op het bier Brand.”
De eerste deelnemende kroegen waren het Proeflokaal Wynand Focking, proeflokaal De Drie Fleschjes, proeflokaal De Ooievaar, herberg Hooghoudt en café Slijterij Oosterling. Er werden folders gedrukt om de tocht onder de aandacht te brengen en er werd een stempelkaart uitgegeven. Als de kaart gevuld was, kreeg de deelnemer een bierglas van Brand.
‘Altijd wat te zeiken’
Maar met de dood van initiatiefnemer Ubachs, die in 2010 overleed, ging ook de Amsterdamse Brandslang ter ziele. Oosterling: “Herman trok de kar. Daarna is het idee verwaterd. Iedereen had het te druk met zijn eigen kroeg.”
In de tussentijd was de samenstelling van de deelnemende horecagelegenheden al een paar keer veranderd. Zo zijn café Onder de Ooievaar en bierproeflokaal In de Wildeman erbij gekomen. Galesloot zelf is eruit gestapt omdat Heineken, dat Brand had overgenomen, zich ermee begon te bemoeien. “Ik vond het te groot worden. Dat was niet de bedoeling van ons plan.”
Maar volgens de kroegbazen was de kroegentocht sowieso geen groot succes. Volgens Oosterling lag dat aan de lokale bewoners. “Amsterdammers houden niet zo van richtlijnen. Bovendien hebben ze altijd wat te zeiken, over het ontbreken van muziek ofzo. Dan gaan ze weg omdat het te stil is.” Hij schat dat er maximaal honderd groepen voor de Brandslang zijn langsgekomen. “En dan is het veel.”
Alleen maar zuipen
In de Pilsener Club in de Begijnensteeg tapt eigenaar Teun van Veen (1957) – gekleed in pak broek, overhemd, stropdas en gilet – de Brand-biertjes in zijn keuken, loopt tussen de tafels door en zet de glazen op tafel. “Ik werk hier al 35 jaar.” Van Veen was blij toen hij door een bevriende horecaondernemer werd uitgenodigd om mee te doen aan de Brandslang, maar ook hij vond het geen groot succes: “Er kwamen verkeerde klanten op af. Mensen die alleen maar kwamen om te zuipen.”
De laatste stop van de huidige route is proeflokaal De Ooievaar op de Sint Olofspoort. De deur laat alleen gasten toe die zijlings naar binnen stappen. Op de bar staan gekookte eitjes. Het bier komt via een tap aan de muur. Barman Jeroen van der Valk (1972) werkt er al zes jaar. Hij is blij dat de Brandslang niet meer actief wordt gepromoot. “De meeste deelnemers kwamen hier strontlazerus aanzetten. Als ik ze zag aankomen liep ik naar buiten en zei ik: ‘Hier heb je een glas, hup doei’.”
In één adem
Volgens rayonmanager Hans Buitelaar van Brand moet het bestaansrecht van de Brandslang van twee kanten komen. “Wat ons betreft blijft de tocht wel bestaan, maar we gaan er niet actief meer mee aan de slag.”
Volgens Van Veen van de Pilsener Club is de kroegentocht niet meer nodig. “Als ik mensen hoor praten over een andere kroeg, dan gaat het vaak over Oosterling of In de Wildeman. Onze mooie kroegen worden toch wel in één adem genoemd.”