Nu de gemeente Amsterdam een centrale inschrijfmethode wil instellen voor alle basisscholen in Amsterdam staat segregatie op basisscholen weer hoog op de Amsterdamse agenda. Bij gebrek aan een gemeentelijke oplossing zijn sommige ouders al jaren bezig met het ‘witter’ maken van ‘zwarte’ scholen. Vaak gaat het goed, maar soms ook niet.
Roze, groene, paarse en gele mutsen rennen over het kleuterpleintje van de Joop Westerweelschool. Onder de mutsen zitten verschillende kleuren haar maar niemand kan het iets schelen. “Natuurlijk niet”, zegt directeur Dick Haanraadts, “Kinderen zien geen verschil tussen zwart, wit, geel of groen. Het zijn de ouders die het verschillen opmerken.”
De Joop Westerweelschool (418 leerlingen) stond twee jaar geleden nog bekend als school waar voornamelijk kinderen met een Turkse of een Marokkaanse achtergrond op zaten. “Toen we dit nieuwe gebouw kregen, compleet met digitale schoolborden, dacht ik dat de autochtone en hoogopgeleide buurtbewoners vanzelf zouden komen maar dat gebeurde niet. Afgeschrokken door de honderdvijftig hoofddoekjes die bij ons op het schoolplein staan, trokken de bakfietsen ’s ochtends massaal de buurt uit, op weg naar witte scholen verderop.” Dit veranderde volgens de directeur pas toen een paar autochtone ouders zich verenigden en andere autochtone ouders gingen werven.
Niet alleen op de Joop Westerweelschool sloegen autochtone en hoogopgeleide ouders de handen ineen om de zwarte school bij hun in de buurt gemengder te maken. Op tientallen scholen in Amsterdam ontstonden soortgelijke ouderinitiatieven. Vaak begon een dergelijk idee omdat de wachtlijsten op de populaire ‘witte’ scholen te lang waren of omdat ouders hun kind op een school in buurt wilden hebben. De initiatiefnemers verzamelden een groep kinderen met autochtone of hoogopgeleide ouders en plaatsten ze samen in een klas met kinderen van allochtone of laagopgeleide ouders. Het idee leek veelbelovend maar hoe denken de ouders er over nu het in de praktijk is gebracht?
Ouders mengen niet
Dewi ter Haar is vader van Elanur (2) en Ilyas (4 maanden). Hij is in 2011 begonnen met het ouderinitiatief op de Joop Westerweelschool nadat hij er vrijwilligerswerk had gedaan. “Ik wilde mijn kind hier op school hebben, maar niet alleen als enige autochtoon. Ouders die hier alleen aan beginnen raken gedesillusioneerd. De hele tijd aanpassen aan een andere cultuur is niet prettig. Je moet evenwicht vinden.” Na twee jaar heeft de school zeventig inschrijvingen via het ouderinitiatief binnengehaald en drie kleuterklassen waarvan minstens een derde van de kinderen hoogopgeleide ouders heeft. Hij beaamt wat de schooldirecteur zegt. “De kinderen zien geen verschil. Ouders wel. Op het schoolplein staan de Marokkaanse moeders bij elkaar net als de autochtone vaders en moeders. Hier moeten we continu aan werken.”
Ook Shirley Brandeis begon met een ouderinitiatief toen haar dochter Jona anderhalf was. Vol overtuiging promootte ze de zwarte Rosa Boekdrukkerschool in Amsterdam West en nu, vier jaar later, zijn er 100 kinderen via het ouderinitiatief binnengekomen. Haar dochter zit in een gemengde klas waarvan de helft autochtoon is. “Het is een succesverhaal”, zegt ze trots. “Jona speelt net zoveel met Asia als met Femke.” Ouders moeten ook hier nog steeds aan elkaar wennen. De eerste Kerst samen met de autochtone ouders verliep stroef. “Kerstmis was altijd van de moeders. Vaders kwamen niet. Dat is veranderd. Nu wordt er alcohol geschonken en willen sommige ouders een koor dat religieuze liedjes zingt. Dat was voor sommige moeders wel even schrikken. Ik kreeg op mijn kop omdat ik foto’s maakte. Dat vond een aantal Marokkaanse moeders niet fijn. Ondanks dat soort verschillen gaat iedereen makkelijk door een deur.”
Voor Irene Haan was het vooral belangrijk dat haar dochter Lies van 4,5 naar een goede school ging. “De Fiep Westendorpschool voelde voor ons gewoon als de beste school in de buurt maar ik wilde niet dat mijn dochter een vreemde eend in de bijt zou zijn. Daarom ben ik de school gaan promoten”. De klas van Lies is nu voor de helft autochtoon en voor de helft allochtoon. Bang dat allochtone kinderen met een lager niveau Lies naar beneden zullen halen, is ze niet. “Ik heb deze school juist uitgekozen omdat ze goed omgaan met niveauverschillen.”
“Segregatie is een feit”
De tweeling van Monique Hoogland zit in groep acht van de Westerparkschool. Zij is als enige niet heel positief over de gemengde klassen waar haar kinderen in hebben gezeten. “Segregatie is een feit. In de lagere klassen spelen alle kinderen met elkaar maar daarna niet meer. Mijn zoons spelen voornamelijk met autochtone kinderen. “Dat komt doordat er bij Marokkaanse kinderen niet thuis gespeeld mag worden en omdat ze nooit verjaardagspartijtjes geven.” Vooral de school heeft Monique teleurgesteld. “Er zaten nooit allochtone ouders in de ouderraad en ook de ouderbijdrage werd voornamelijk door de autochtone ouders betaald. De school heeft daar nooit iets van gezegd. De ouderraad heeft er voor gezorgd dat de kinderen van ouders die de bijdrage niet betaalden, ook niet mee mochten op schoolreisje. Nu betaald 90%, dus het kan wel! ”
Haar zoons, Luck en Thys, zitten in verschillende klassen. Luck zit in een klas die goed gemengd is en Thys in een klas met minder menging en veel kinderen met gedragsproblemen. “Thys heeft het veel moeilijker gehad op school” zegt ze. De schoolprestaties hebben er bij de kinderen niet onder geleden. Beiden gaan naar het VWO. “Ik vind het goed dat kinderen met allochtonen de klas zitten maar ik heb ook wel eens gedacht: had ik hier maar nooit aan meegedaan.”