Kinderen uit achterstandswijken al vroeg laten nadenken over hun toekomst: met dit doel richtte psycholoog Heleen Terwijn vijftien jaar geleden de eerste IMC Weekendschool op in Amsterdam Zuid-Oost. Elke zondag krijgen kinderen les van gastdocenten, zoals brandweermannen of juristen. Hoe ziet zo’n middag eruit?
“Jongens, we moeten nu echt beginnen”, roept Wilco Kalff (28). De coördinator van de IMC Weekendschool aan de Postjesweg in Amsterdam-West staat voor een groep van vijftien leerlingen in de Coninck Westerbergzaal van de Amsterdamse Rechtbank aan de Parnassusweg. Het is een uur ’s middags; op deze zondagmiddag is het grijze gebouw, op een paar bodes en agenten na, helemaal leeg.
Anderhalf uur geleden wandelde de hele groep van dertig leerlingen, zes begeleiders en drie docenten het gebouw binnen. Na een rondleiding door het cellencomplex en de zittingszalen, werd de groep in tweeën gedeeld. Nu moeten de kinderen onder begeleiding van een Officier van Justitie, twee advocaten en een rechter zelf een rechtszaak voeren.
Chaima (12) speelt een van de vier rechters. Ze zit in groep 8 op de Narcis-Querido school in Bos en Lommer en volgt sinds twee jaar les bij de Weekendschool. Zachtjes vertelt ze dat ze niet persé hoopt meer te leren. “Ik vind het vooral leuk om met de uitstapjes naar het theater of het ziekenhuis mee te gaan.”
In haar groepje zit ook Vigitha (12), die later zelf rechter hoopt te worden. “Mijn moeder heeft een kennis die rechten studeert en haar verhalen over rechtszaken klonken echt spannend.” Ze lacht haar witte tanden bloot, die door haar donkere huidskleur extra lijken te glanzen. Vigitha zit op basisschool de Meidoorn in de Baarsjes en volgt sinds een half jaar les bij de Weekendschool. “Het is vooral gezellig met andere kinderen om te gaan en samen opdrachten te maken. Dat vind ik veel leuker dan elke zondag thuis zitten.”
Even later is het zover. De leerlingen verzamelen zich in de hal, waar twee vrouwelijke bodes ze een toga aanreiken. Sommige kinderen glijden met hun vingers langs het zwarte stof en lachen nerveus. Als iedereen in de zaal zit en de rechters de zaak openen, kan het proces beginnen.
Een vader en een vrouwelijke begeleider zijn voor eventjes de zeventienjarige Ronnie en de achttienjarige Silvana. Zij worden ervan verdacht het fictieve Meridiaan College in Amsterdam-West in brand te hebben gestoken. Naast de rechters ondervragen ook de officieren hen met een strakke blik. “Je ontkent bij de school te zijn geweest, waar was je dan wel?”, vraagt officier Ayoub (12). De gastdocent mompelt dat hij moet aangeven voor wie de vraag bestemd is. “Oh ja, voor Silvana”.
Na genoeg gehoord te hebben leest hij de strafeis voor. Silvana krijgt van de officier een eis van acht maanden celstraf en 38 uur taakstraf, waarbij ze ook aan de schade moet meebetalen. Tegen Ronnie wordt alleen tweeëndertig uur taakstraf geëist. Ayoub spreekt zonder aarzeling. “Daarnaast moeten jullie echt andere ouders krijgen, want het is echt schandelijk dat jullie ’s avonds rondhangen.”
De rechters veroordelen Ronnie tot vierentwintig uur taakstraf en nemen de strafeis verder helemaal over. Uiteindelijk wordt de rechtszaak met een onzichtbare hamer afgesloten. Gastdocent Klaske Annema (26) klapt in haar handen en kijkt lachend naar de advocaatjes die ze heeft bijgestaan. “Tijdens de lessen voelde ik hun enthousiasme al aan, maar nu is het duidelijk dat ze ook meer over het vak zelf hebben geleerd.”
Ook Kalff is tevreden en klapt luid mee. Volgens hem toont de rechtszaak aan dat plezier en onderwijs goed samen gaan. “Naast hun lessen op de basisschool kunnen deze kinderen tweeënhalf jaar lang ook bij ons terecht. Aan het eind van deze periode blijkt dat ze vooral door deze praktijklessen beter kunnen beschrijven wat een beroep inhoud dan hun klasgenoten op de basisschool.” Daarnaast speelt de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen ook een belangrijke rol. “Kijk maar naar Chaima: een jaar geleden stelde zij amper vragen en viel ze niet op. Nu speelt ze zonder gêne een rechter. Ik geloof dat onze lessen hier zeker bij hebben geholpen.”
Hij loopt even weg en komt met een digitale camera weer tevoorschijn. “Er zijn in totaal negen Weekendscholen, verspreid over zeven steden in Nederland. Jaarlijks melden zich minstens veertig kinderen van verschillende basisscholen uit de Baarsjes en Bos en Lommer bij onze vestiging aan. Natuurlijk vallen sommigen daarvan af, maar er blijven elk jaar zeker dertig leerlingen over. Hoewel veel kinderen in het weekend ook naar koranles gaan, merken we niet onze lessen minder populair worden.”
Samen poseren de kinderen nog voor de foto en Vigitha glundert. “Nu wil ik helemaal rechter worden.”