Vrouwen zijn te onzichtbaar in de geschiedenis, vindt historica Els Kloek. Ze is bedenker en hoofdredacteur van het boek ‘1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis’. Morgen verschijnt deze vrouwenlexicon. In de Bijzondere Collecties aan de Universiteit van Amsterdam opent een gelijknamige tentoonstelling.
Judith Leyster, zeventiende-eeuwse schilderes. Ze was de enige vrouw in haar tijd die haar mond opendeed. Zo heeft ze zichzelf tenminste letterlijk geschilderd: een zelfportret met open mond, het gebit is te zien. Pas in de twintigste eeuw komt dat vaker voor, dat vrouwen hun mond open hebben op schilderijen of op foto’s.Leyster is een inspiratiebron voor historica Els Kloek (1952), bedenker en hoofdredacteur van het boek ‘1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis’. In het boek staan korte biografieën van (overleden) vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, van circa 300 na Christus tot nu. Kloek: “Leyster heeft mij de ogen geopend. In de jaren negentig werkte ik mee aan een catalogus over de schilderes. En opeens dacht ik: verrek. Om vrouwen zichtbaarder te maken in de geschiedenis, dien je ze niet als groep te behandelen, maar als individu. Je moet op zoek gaan naar vrouwen die boven het maaiveld hebben uitgestoken. Want zij zijn degenen die allemaal archieven hebben achtergelaten.”
Megalomaan plan
Kloek hield zich jaren lang bezig met historisch onderzoek naar vrouwen, onder meer bij Huygens ING. “Vrouwengeschiedenis”, vertelt ze, “is een onderdeel van de democratiseringsbeweging in de geschiedenis. Achtergestelde groepen hebben ook recht op een verleden, dat idee. Ik was altijd maar bezig om vrouwen als een groep te behandelen. Door de vrouwen als individu te behandelen, doe ik ze recht.”
Meer dan tien jaar geleden ontstond het “megalomane” plan voor een vrouwenlexicon, vertelt Kloek. Online is het naslagwerk al een tijd te bekijken, deze week verschijnt het boek, waaraan twee redacteuren en vele deskundigen meewerkten. Grafisch ontwerper Irma Boom deed de vormgeving. Tegelijkertijd opent er een tentoonstelling in de Bijzondere Collecties aan de Universiteit van Amsterdam. Voorwaarde om in het boek opgenomen te worden: dat de vrouw invloedrijk was, iets bijzonders bereikte, of gewoonweg opzienbarend was. Zowel in positieve als in negatieve zin. Op de tentoonstelling zijn daarom de schoenen van reuzin Trijntje Keever – 2,65 meter lang – maar ook de boeken van Annie M.G. Schmidt te bekijken.
Gulle gevers
Kloek financierde het 1001 vrouwen-project door crowdfunding. Voor 50, 100 of 500 euro kunnen ‘meters’ en ‘peters’ een vrouw uit de geschiedenis adopteren. “Ik heb alle wetten aan mijn laars gelapt die er zijn wat betreft crowdfunding”, zegt Kloek monter. “Die wetten schrijven voor kort maar krachtig campagne te voeren. Ik heb er meer dan een jaar over gedaan. Het geld bleef maar binnen komen. Ik wilde 80.000 euro ophalen, daarvan is al 75.000 euro binnen.” Op de tentoonstelling krijgen de gulle gevers een eervolle vermelding en mogen ze motiveren waarom ze juist deze vrouw hebben geadopteerd. ‘Moedig’, ‘bijzonder’, ‘onafhankelijk’; het komt veelvuldig langs. Kloek: “Het fijne van crowdfunding is dat het niet alleen om het geld gaat. Mensen zijn erg betrokken bij het project, ze hebben het gevoel dat ze iets met je delen.”
Kritiek was er ook op het project. Hebben vrouwen wel een eigen lexicon nodig? Ja, want dat leidt tot meer gelijkheid in de geschiedschrijving, vindt Kloek. “Ik denk dat dit de beste manier is: om gewoon ‘hardcore’ feitelijke en zakelijke informatie te bieden. Dat maakt meer indruk dan een eigen, nieuwe geschiedenis te schrijven waarin vrouwen op de voorgrond treden. Dat zou te gemakkelijk aan de kant geschoven worden als te subjectief, als ‘the world according to Kloek’.”