Migranten geven Amsterdam karakter. Wie zijn ze en hoe zag hun eerste dag in Amsterdam eruit?
Ajsel Mammadova (25) is eigenaresse van kapsalon Ajsel Hair and Color op de Heemstedestraat in Amsterdam. Als twaalfjarig meisje verhuisde ze met haar familie van Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, naar Nederland. “Ik zag Nederland als een groot, plat boerendorp, tot ik in Amsterdam kwam. Ik voelde me meteen thuis en zou niet meer terug kunnen.”
“Ik begon op mijn veertiende al mee te helpen in kapsalons in Amsterdam. Ik kon geen woord Nederlands toen ik aankwam, maar door de hele dag door met klanten te kletsen spreek ik de taal nu vloeiend. Van oorsprong kom ik uit Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan.
“Mijn eerste dag in Nederland was in Den Bosch. Samen met mijn moeder, zusje en broertje bleef ik een maand lang in een hotel in het midden van de stad, om te wachten op een huis. Mijn vader zat in de politiek in Azerbeidzjan en is daarom gevlucht. Ik wil er liever niet te veel over zeggen, maar hij had het voor elkaar gekregen dat wij ook naar Nederland mochten komen.
“Het eerste wat ik me herinner is dat het heel hard hagelde. We wisten niet wat we meemaakten, midden in de zomer! In Azerbeidzjan was het in de zomer 40 graden, in de winter -15. Het is niet zo wisselvallig. Hier kun je ervan uitgaan dat het een paar keer per week regent, het hele jaar door. Dat vonden we heel bijzonder.
Vakantie op het platteland
“Het voelde in Den Bosch alsof we op vakantie waren. We bezochten heel veel plaatsen en gingen vaak winkelen, we konden toch nog niet naar school. Op het eerste gezicht vond ik Nederland een mooi, maar saai land. Het voelde alsof ik op vakantie was bij mijn oma in Azerbeidzjan. Zij woonde op een boerderij buiten de hoofdstad. In tegenstelling tot Bakoe was het daar heel groen en plat. Dat zelfde gevoel kreeg ik in Nederland: alsof ik in een heel groot boerendorp was.
“Nadat we een maand in Den Bosch hadden gelogeerd, kregen we een huis in Amstelveen. Vanaf dag een voelde ik me hier thuis. Eigenlijk was ons appartement precies zoals ons laatste huis in Azerbeidzjan: vlakbij de drukte van de hoofdstad, maar op een rustige plek. Ik had totaal geen moeite om te wennen.
“Ik woon in Amstelveen, maar ik lééf in Amsterdam. Vanaf de eerste dag dat ik hier kwam, heb ik nooit meer weg gewild. Ik dacht ‘dit is het deel van Nederland waar echt wat gebeurt’. Alles heb ik hier gedaan: school, stage, werk. Zodra ik vrij was ging ik winkelen en uit eten in de stad. Er is altijd wat te doen. In Amstelveen vindt je na acht uur ’s avonds niemand meer op straat, hoor. Toch zou ik niet anders willen wonen, want ik wil me soms gewoon kunnen terugtrekken in de rust. Maar toen ik besloot mijn eigen zaak beginnen, was er geen twijfel mogelijk: dat moest in Amsterdam. Ik voel me hier thuis, de mensen zijn net als ik: flexibel en open.
Regels
“Een eigen salon starten was niet gemakkelijk. Je moet allerlei plannen opstellen volgens diverse wetten en regels en mensen zien te overtuigen. Ik had een goed uitgedacht ondernemingsplan, maar zodra mensen zagen hoe jong ik nog was, namen ze me niet meer serieus. Maar het was wat ik echt wilde, dus ik vocht ervoor. Uiteindelijk opende ik Ajsel Hair and Color twee jaar later, op mijn eenentwintigste. Binnenkort gaan we uitbreiden, mijn zusje is bezig met mode en opent hiernaast haar eigen kledingzaak, samen met mijn broertje. We zijn een heel ondernemende familie.
“Wij zouden niet meer kunnen wonen in Azerbeidzjan. Een paar jaar geleden gingen we terug met de hele familie, na tien jaar te zijn weggeweest. Het was in de zomer. Je zult het niet geloven, maar we misten echt de regen! Ik ben zo gewend aan het Nederlandse klimaat. Mijn vader kwam vooral boos terug. In Nederland zijn er veel wetten regels die vaak vervelend zijn, zeker voor ondernemers. Maar dankzij die regels weet je wel waar je aan toe bent: afspraak is afspraak. In Azerbeidzjan is dat niet zo, daar regeert het geld. Degene met de meeste centen heeft, heeft het meeste macht.
“In mijn zaak is iedere klant koning, ongeacht hoe je eruitziet of hoeveel geld je hebt. Ik wil dat Amsterdam zich net zo thuis voelt bij mij, als ik bij Amsterdam.”