Gepensioneerden doen steeds meer aan sport, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Rabina Cozijnsen. Bij Duofit krijgen ze allemaal een persoonlijk trainingsprogramma. ‘Je kan wel de hele dag op de bank gaan zitten, maar je moet ook wat te doen hebben.’
Het is druk bij sportschool Duofit aan de Jaap Edenbaan. Vrijwel alle fitnesstoestellen zijn bezet. Op de achtergrond klinkt rustige jazz. Een contrast met doorsnee sportscholen, waar vaak opzwepende dreunende beats klinken. Maar wat deze donderdagochtend vooral opvalt is dat de gemiddelde leeftijd boven de zestig ligt.
Gisteren promoveerde Rabina Cozijnsen op haar onderzoek naar de veranderende invloed van pensionering op iemands leven, over de periode van de jaren negentig tot nu. Daaruit blijkt dat gepensioneerden de afgelopen twintig jaar steeds meer zijn gaan sporten.Robert van Herk (1983), instructeur en manager van Duofit, dankt de populariteit van Duofit bij gepensioneerden aan de kleinschaligheid en de goede begeleiding. “Ons concept is gebaseerd op hele gerichte begeleiding door ervaren vakmensen. We stellen voor iedereen een persoonlijk programma op. Ook het contact met andere sporters is belangrijk. Dat zorgt voor een vertrouwd gevoel.”
Meer energie
Dit kan Ria aan de Stegge (1939), die net aan een circuit van verschillende fitnesstoestellen is begonnen, beamen. “Sinds ik met de vut ben sport ik bij Duofit, dat is nu al twaalf jaar. Toen ik nog werkte sportte ik nooit. Ik was vaak te moe en had ’s avonds geen zin meer. In mijn jeugd sportte ik wel veel: van mijn twaalfde tot mijn zeventiende deed ik aan handbal en korfbal.”
Nu is ze weer veel in beweging en merkt ze het resultaat. “Ik sport twee keer per week twee uur. Mijn gewicht is goed en ik blijf soepel. Ik doe het eigenlijk om nog een sprintje te kunnen trekken naar de tram.”
Aan de Stegge krijgt energie van het sporten. “Ik loop makkelijk nog even naar de supermarkt en sjouw met zware tassen. Bij leeftijdsgenoten is dat wel landers. Lichamelijke inspanning is voor hen al vrij vermoeiend.”
Anneke de Vries (1946) staat op een stepapparaat, met een handdoek rond haar nek en een bidon in de hand. Ze beweegt haar voeten vlot op en neer. Tien jaar geleden, op haar 57ste, stopte ze met werken en begon ze met fitnessen.
In de sportschool doet ze voornamelijk cardio-oefeningen. Ze heeft een band om die haar hartslag meet. “Ik merk dat mijn conditie beter is geworden. Zo blijf ik fit en houd ik mijn gewicht op peil. Mijn bloeddruk is ook in orde.” Toch is fitness niet echt een hobby voor haar, meer een must. “Maar als ik het weer achter de rug heb, ben ik blij dat ik ben geweest.”
Krachttraining
Haar man, Paul de Vries (1943), vertelt dat hij door zijn vrouw op sleeptouw is genomen. “Als je gepensioneerd bent dan heb je veel vrije tijd. Je kan wel de hele dag op de bank gaan zitten, maar je moet ook wat te doen hebben. Of mijn conditie beter wordt door het sporten weet ik niet, het gaat in ieder geval niet achteruit.”
Als Bill Kroon (1945) in Nederland is, fitnesst hij twee keer per week. Hij ging drie jaar geleden met pensioen en woont de helft van het jaar in San Diego in de Verenigde Staten. Daar doet hij aan golf. “Dat doe ik echt voor mijn plezier. Fitness zie ik meer als medicijn om gezond te blijven. Maar als ik gesport heb ben ik ook weer blij dat ik de discipline op heb kunnen brengen.”
Kroon ligt op een bankje en laat een gewicht naar achteren zakken om het daarna weer boven zijn hoofd te tillen. “Hier word ik weer soepel van”, legt hij uit. “Ik let ook goed op wat ik eet en drink. Ik ga graag naar de kroeg te gaan, maar wel met mate natuurlijk.”
Instructeur Robert van Herk onderstreep het belang van lichaamsbeweging. “De fitste gepensioneerden zijn de hardnekkige ondernemers die geregeld blijven sporten. Mensen worden sneller oud als ze niet meer aan lichaamsbeweging doen en zich kwetsbaar gaan gedragen.”