Koningshuis-kenner Menno de Bruyne (1957) is verbaasd dat 48 procent van de Amsterdammers de monarchie inclusief politieke rol wil handhaven. “Feit is dat in het verleden de nodige problemen zijn geweest met Amsterdam en de Oranjes. De kroning in 1980 was een wanvertoning. En dan heb je ook nog de rookbom bij het huwelijk van prins Claus.” De landelijke steun voor het koningshuis ligt met 80 procent nog steeds hoger dan in Amsterdam. “Maar je ziet wel dat het heel erg schommelt. Bij een aanslag, zoals in Apeldoorn, neemt het meteen toe.”
Over wat de politieke rol van het koningshuis precies inhoudt verschillen volgens De Bruyne de meningen. “Maar ik zeg altijd, de koningin is zo machtig als de politici zelf haar toestaan.” Toch is het lastig om precies vast te stellen wat de politieke macht van de koningin is omdat niets van wat de koningin met ministers bespreekt openbaar gemaakt mag worden. “Maar als je kijkt naar wat oud-premiers zeggen valt het heel erg mee. Als de minister-president iets niet wil dan gebeurt het niet. Je moet dat niet te veel naar boven afronden.”
Hoge waardering Beatrix
De ondervraagde Amsterdammers geven koningin Beatrix als staatshoofd gemiddeld een 8,2 terwijl Willem-Alexander een 7,1 krijgt. Voor het hoge cijfer van Beatrix heeft De Bruyne een verklaring. “Sinds Beatrix haar abdicatie heeft aangekondigd is er veel over haar geschreven. Veel terugblikken benadrukten hoe professioneel en betrokken de koningin was. Het is een continue reclamecampagne.”
Op 30 april, bij de troonswisseling, verwacht De Bruyne geen onrust. Hij denkt dat de polarisatie in de jaren ’80 veel sterker was. “Er waren rellen bij krakersbolwerken en links was de mode. Dat is nu wel anders. Een paar mensen zullen de aandacht op zich willen vestigen, maar ik verwacht daar niet veel van.”